Nogal wat gelovigen worstelen met geloofszekerheid. Dat kan tot geloofsafval leiden. Vooral voor wie ‘geloof’ centraal staat. Herman Bavinck, een belangrijk gereformeerd (neo-calvinistisch) theoloog uit het begin van de 20ste eeuw, zette geloofszekerheid centraal in zijn theologie. Hij hield er lezingen over en schreef er een boek over. Van Den Belt laat in het boek ‘Geloofszekerheid’ zien hoe Bavincks gedachten over dit onderwerp zich ontwikkelde. Hoe deed hij dat?
Door Marco van Putten
Klik hier om dit boek te bestellen!
Centraal onderwerp
Protestantisme heeft ‘geloof’ centraal gesteld in de christelijke godsdienst. Geloofszekerheid wordt daardoor heel belangrijk. Volgens Bavinck (1854-1921) hadden de eerste Reformatoren die zekerheid, maar gingen protestanten zich in de opvolgende eeuwen echter steeds vaster hechten aan hun belijdenis. Daardoor kwam er steeds grotere behoefte om geloofszekerheid ook te ervaren. Bijzondere ervaringen (‘bevindingen’) moesten volgen op de ‘ellende’ van de gelovige. Toen slechts enkele dit ondergingen kwam in de 19de eeuw het piëtisme op. Alle gelovigen moesten die ervaringen ondergaan. De wetenschap deed echter geloofstwijfel toch toenemen. Bavinck wilde dat bestrijden. Voor hem waren bevinding en wetenschap beiden subjectief; corrupt mensenwerk. Al ziet hij in beiden ook een kern van Gods waarheid. Voor Bavinck was geloofswaarheid wat anders dan geloofszekerheid.
Boekopbouw
Centraal in dit boek staat Bavincks boek ‘De zekerheid des geloofs’ uit 1901, waarvan Van Den Belt (bijzonder hoogleraar en predikant Gereformeerde Bond in de PKN) een moderne vertaling heeft opgenomen verrijkt met voetnoten. Hij toont de verschillen in de opvolgende drie drukken van dat boek. Bavincks boek volgde op lezingen over dit onderwerp, bedoeld om gelovigen te helpen geloofszekerheid in de Bijbel te funderen. Dan zou de christen “mens in de volle zin van het woord worden”. Van Den Belt vergelijkt verschillende versies van die lezingen, zodat de lezer Bavincks ontwikkeling van doordenking ziet (leeuwendeel). Daarin komt naar voren hoe Bavinck reageerde op een recensie van een Amerikaans theoloog (ook een neo-Calvinist) van zijn boek, die de objectieve kijk op geloofszekerheid benadrukt. Een kijk die in Bavincks geloofsdenominatie in die tijd steeds meer opgang deed. Abraham Kuyper was daarvan in Nederland de vertegenwoordiger. Bavinck neemt daarvan echter steeds meer afstand, zoals blijkt uit het in dit boek opgenomen artikel van hem in ‘De Bazuin’. Bavinck deed dat niet alleen omdat hij een irenisch gereformeerd theoloog (gericht op saamhorigheid onder christenen) was, maar ook omdat hij uiteindelijk onderkende dat subjectiviteit een bestanddeel blijft van geloofszekerheid. Een element van mysterie. Met de bespreking van Bavincks spanning tussen objectiviteit en subjectiviteit sluit Van Den Belt zijn boek af.
Evaluatie
Dit is een interessant en belangrijk boek over geloof, waaruit blijkt dat er in de gereformeerde wereld rechtlijnige theologen waren die hun beroep ernstig namen. Opvallend is hoe optimistisch en zelfverzekerd toenmalige neo-calvinisten waren. Geen eenvoudig boek, maar goed toegankelijk. Er staan wel veel herhalingen in. Het laat zien waartoe de geloofsbelijdenis ‘geloof alleen’ leidt: doordenkingen die amper relevant zijn in de Bijbel. Een aanrader.
Belt, H. van den, Herman Bavinck
Geloofszekerheid
Teksten, ingeleid en geannoteerd
2018, Aspekt, Soesterberg
324 pagina’s
€24,95
ISBN: 9789461535825