Woorden spreken tegen de Allerhoogste

0
641

In 1859 besloot een lid van de Engelse ‘leisure class’, een zekere Charles Darwin, zich te keren tegen de Schepper van hemel en aarde. Hij was geen filosoof of wetenschapper, maar beschikte wel over een kandidaats in de theologie. Hij schrijft in zijn autobiografie: “Ik ben niet erg snel van begrip en niet scherpzinnig” (blz. 136). Ook meldt hij: “Gedurende mijn gehele leven is het mij opvallend genoeg niet gelukt welke taal dan ook de baas te worden” (blz. 22). En: “(…) ik geloof dat men mij beschouwt als een doorsnee persoon met een vrij beperkte intelligentie” (blz. 23).

(Door Rudolf van der Feen)

Desondanks ging hij de Schepper vertellen dat Hij de soorten niet geschapen had! Dat deed hij in het boek De oorsprong van soorten. Daarin vertelt hij niets van enig belang over de oorsprong van soorten of over welke andere onderwerpen dan ook. Zie David Berlinski, The deniable Darwin (blz. 503). Wat Darwins boek belangrijk maakt is dat het een aanval is op de God van de Bijbel. Hoewel de Bijbel glashelder is over wie aan de oorsprong van mens en dier staat, vervangt Darwin God door wat hij aangeeft met ‘natuurlijke selectie’. Hij noemt die zelfs ‘Creator’! Zie Origin of species (blz. 171), Organs of extreme perfection and complication en Koude rillingen over de rug van Charles Darwin door J.H. van den Berg (blz. 59-60). Prof. J.H. van den Berg, de filosoof van de metabletica, schrijft: “Wat brengt Darwin ertoe de Schepper in zijn betoog te betrekken? Darwin zoekt toch naar een volstrekt biologische, puur wetenschappelijke theorie van de afstamming der soorten? Hij betrekt de Schepper in zijn betoog, omdat zijn verhaal anders pover, ongeloofwaardig, ook wel wat meelijwekkend geklonken zou hebben.”

Natuurlijke, d.w.z. toevallige selectie
Selecteren betekent doelgericht te werk gaan, met informatie, intelligentie en bewustzijn. Niet-doelgerichte selectie is dus een contradictie. Toevallig en doelgericht sluiten elkaar uit.

Toevallige mutaties
Mutaties zijn fouten. Toch beweert Darwin dat het de bouwstenen zijn waarmee de evolutie de gigantische hoeveelheid informatie heeft opgebouwd die zich bevindt in het genoom. Toename van informatie door het opstapelen van fouten? Maar toeval leidt naar informatieverlies. J. Bergman beschrijft het in Research on the deterioration of the genome and Darwinism: Why mutations result in degeneration of the genome (J.C. Sanford, Genetic Entropy, blz. 207). Volgens de logicus Leonid Levin kunnen methoden met probabilistische algoritmen (toeval) geen informatie opleveren. Zelfs machines kunnen dat niet. Zie Logica, Jean-Paul Delahaye (blz. 44-45).

Informatie wordt door een mind gegenereerd
Informatie wordt alleen gegenereerd door een mind, hetzij van God of van een mens. Raadpleeg voor een nadere beschouwing het boek van Dr. Werner Gitt, In the beginning was information. Darwin kon de biologische informatie dus niet verklaren. Ten aanzien van de ‘toevallige selectie’ werd in 1979 door een neodarwinistische wiskundige Dr. Kimura vastgesteld dat deze selectie niet, of vrijwel niet, werkte. Kimura is beroemd omdat hij liet zien dat de meeste mutaties bijna neutraal zijn en daarom niet onderworpen zijn aan selectie. Zij vallen binnen de ‘geen selectie zone’. Zijn complete mathematische studie, die correct is bevonden, maakt progressieve evolutie nagenoeg onmogelijk (J.C. Sanford, Genetic Entropy, blz. 31-32).

Conclusie van Darwin voor wat betreft toevallige mutaties: “To suppose that for example the eye, […] could have been formed by natural selection seems, I freely confess, absurd in the highest possible degree.” (Om aan te nemen dat b.v. het oog gevormd zou kunnen zijn door natuurlijke selectie lijkt absurd tot in de hoogste graad, dat geef ik volledig toe.) (Origin of species, chapter 6).  Had Darwin het hier maar bij gelaten!

Survival of the fittest
Na twee contradicties, niet-doelgerichte selectie en verbetering door opstapeling van fouten, had Darwin nog een ‘grandioos idee’: survival of the fittest. Dat is het tegenovergestelde van een contradictie, namelijk, een tautologie. Prof. Ronald Meester, wiskundige aan de VU, schrijft: “Zo bezien is de uitspraak dat fitte elementen makkelijk overleven inderdaad niet meer dan een tautologie (…) en zegt een darwinistische beschrijving eigenlijk niets.” (R. Meester, Arrogant 2014, blz. 42).

Nietszeggende ideeën vormen de basis van de biologie. Wanneer wordt dit gestopt? Darwin zelf dacht dat hij een nieuwe natuurwet had ontdekt met de natuurlijke selectie! In zijn autobiografie (blz. 79-80) schrijft hij: “Het oude bewijs voor het ontwerp in de natuur, zoals Paley dat naar voren bracht en dat mij vroeger zo overtuigend leek, voldoet niet meer nu de wet van de natuurlijke selectie is ontdekt.” In werkelijkheid hadden Carnot, Clansius en tenslotte Thomson (later Lord Kelvin) een tegenovergestelde wet ontdekt, de entropiewet, ook genoemd de tweede hoofdwet van de thermodynamica.

De tweede hoofdwet van de thermodynamica
Deze wet zegt dat wanorde altijd gaat winnen, in tegenstelling tot Darwin, die de orde laat zegevieren: “Alles wordt vanzelf beter.” De titel van het boek van A.E. Wilder Smith is duidelijk: De natuurwetenschappen kennen géén evolutie (1978). De titel van P.M. Scheele’s boek ook: Degeneratie, het einde van de evolutietheorie (1997). Darwins ideeën hadden nog een ernstige consequentie. Hij hield erg van het doodschieten van dieren: “(…) ging vervolgens weer naar Shrewsbury en Maer om te jagen, want (…) ik zou mezelf voor gek hebben verklaard als ik de eerste dagen van de patrijzenjacht zou hebben laten schieten voor geologie of een andere wetenschap” (Autobiografie blz. 63).

Volgens Darwin zijn mensen gelijk aan dieren
Zijn boeken hadden ondertussen van mensen dieren gemaakt en dat was niet ontsnapt aan de aandacht van Hitler, Stalin en andere mensenjagers. Tegen het doden van mensen die van dieren afstammen, kan geen bezwaar zijn dachten zij. En de fitte elementen overleven toch… Dat dacht Nimrod, het beest van de begintijd ook al. We sluiten af met Darwin zelf: “Oorsprong van de mens nu bewezen. De duivel in de vorm van de Baviaan is onze grootvader!” (Randal Keynes, Darwins dochter, blz. 64-65). De Aap is uit de mouw…

Literatuur:
J.H. van den Berg, Koude rillingen over de rug van Charles Darwin, Callenbach, Nijkerk 1984. A.E. Wilder Smith, De natuurwetenschappen kennen geen evolutie, Schwabe Verlag, Basel 1978. P.M. Scheele, Degeneratie, het einde van de evolutietheorie, Buijten en Schipperheijn, Amsterdam 1997. Berlinski, The deniable Darwin, Discovery Institute Press, Seattle USA 2000.

Foto: Pixabay/Andrew Martin