Adam en Eva, een paradijselijk heterosetje

0
670

De LHBTQ-scene timmert hard aan de weg. Acceptatie van alles wat afwijkt van heterorelaties tussen biologische mannen en vrouwen is niet voldoende. De LHBTQ-scene heeft applaus nodig. De leefstijl wordt gepromoot, daar heeft het tenminste alle schijn van. Jong en oud moeten niet meer uitgaan van zijn/haar lichamelijke kenmerken en de daarbij passende geaardheid, maar sekse en geaardheid moeten ontdekt worden door het maken van eigen onderzoek en keuzes. Wat is er toch veel veranderd sinds dat allereerste begin! Laten we eens terug naar die prachtige tuin.

(door drs. Esther Noordermeer)

Daar in de hof van Eden gebeurde iets wonderlijks. God schiep Adam. Hij is net als al het andere leven geformeerd uit aarde. Planten, dieren, alles is uit de aarde voortgekomen, zo ook Adam*. Maar er is een groot verschil tussen Adam en al het andere leven. Adam ontvangt Gods Eigen levensadem.

… toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen (Gen. 2:7).

Adam is begeesterd met Gods levensadem. Adam betekent mens. In zijn naam zit het Hebreeuwse woordje daam, dat betekent bloed. Adam heeft blosjes, er stroomt rood bloed door zijn aderen. Verleng je Adam tot adama, dan betekent dat aarde/grond (Hebr.) In Adams naam zit zijn oorsprong.

Adams mandaat

Adam is met een bedoeling geschapen. Genesis 2 vers 5 en 15:

…. en er was geen mens om de aardbodem te bewerken,  … (vs. 5)

De HEERE God nam de mens, en zette hem in de hof van Eden om die te bewerken en te onderhouden (vs. 15).

Het mandaat van Adam is de aarde te bewerken en te onderhouden. Het is een scheppingsopdracht. Alsof God, nadat Hij de aarde heeft geschapen en de tuin heeft aangelegd, een tuinman nodig heeft. Dat klopt enigszins. De hof van Eden, het paradijs, was een stukje in cultuur gebrachte schepping, door God aangelegd. Als de mens zich zou voortplanten, moest er telkens een stukje wilde natuur omgezet worden in cultuurgrond opdat mensen daar konden wonen. Dat mandaat geldt tot op de dag van vandaag. Zo zou het paradijs zich geleidelijk uitbreiden en meegroeien met het aantal mensen.

Deze opdracht is voor Adam zeker geen straf. Integendeel, het is een kolfje naar zijn hand. Adam is gek op de aarde! Hij doet niets liever dan spelen met het materiaal waarvan hij zelf is gemaakt. Adam is geschapen uit de aarde om de aarde. Zou dit kunnen verklaren waarom mannen zo graag met de grondstoffen van de aarde bezig zijn: kanalen en tunnels graven, beton storten, bruggen bouwen, hout en metaal bewerken, maar ook zaaien, ploegen, maaien, enzovoort? Adams lichaam is geen vergissing. Zijn ruwe bolster is ontworpen om zijn mandaat te kunnen uitvoeren. Gemaakt uit de aarde, geïnspireerd door de aarde en werken met de aarde. Adam is een aardman in hart en nieren.

Adams behoeften

Bij al dat werken merkt Adam dat hij zo nu en dan een hand te kort komt. Maar er speelt nog iets. Toen hij de dieren een naam gaf, had hij gezien dat de dieren niet alleen waren. Hij wel. Genesis 2 vers 20:

En de mens gaf namen aan al het vee, aan het gevogelte des hemels en aan al het gedierte des velds, maar voor zichzelf vond hij geen hulp, die bij hem paste (NBG).

Adam ervoer een leegte, een gemis. Zo wilde God het. Eerst moest Adam gaan verlangen en dan zou God hem in dit verlangen tegemoet komen. Mannin was geen vanzelfsprekendheid bij het interieur van de schepping. Zij was de grote afwezige. Op haar werd gewacht! Adam verlangt hulp en gezelschap en God gaat daarin voorzien.

Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem (Gen.2:18).

Je zou kunnen stellen dat Eva het slotstuk van de schepping is.

Toen liet de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, zodat hij in slaap viel; en Hij nam een van zijn ribben en sloot de plaats ervan toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij uit Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar bij Adam  (Gen. 2:21,22).

Adam wordt in een diepe slaap gebracht, een ‘onder narcose’ stadium. Dan wordt hij geopereerd. Indirect is de vrouw ook uit aarde gemaakt, maar niet rechtstreeks. Adam zit ertussen. Zoals ruwe olie rechtstreeks uit de aarde wordt gewonnen en geraffineerde olie daaruit wordt gemaakt, zo is mannin de geraffineerde versie van Adam. Heeft Adam nog een levenloos begin, zij niet. Adams weefsel bevat reeds de levensadem van God en zij krijgt die vanzelf bij het formeren. Zij is uit het leven geformeerd. In dat opzicht is zij uniek onder alle schepselen. God heeft eenmaal geblazen en dat was voldoende om alle generaties die nog geboren zullen worden, te doen leven. Wat een wonder, wat een levenskracht, wat een Creator!

Het gegeven dat de vrouw uit het leven is gemaakt, zou kunnen verklaren waarom zij zo gericht is op ‘leven’. Mannin houdt van leven. Mensen, dieren, jong en oud, als het maar beweegt. Ook van planten, als ze maar groeien en bloeien. Maar er is meer. Zij is niet slechts uit levend weefsel gemaakt, zij is gemaakt uit een mens. Mannin is een mensen-mens. Relatie neemt in haar leven een prominente plaats in. Zij is in haar diepste wezen relatiegericht omdat zij daarin leven vindt.

Als Adam dit wezen ziet, is de herkenning enorm. Na al die planten, vogels en dieren ziet hij eindelijk een wezen dat op hem lijkt. Dat wezen is een medemens! Maar de herkenning gaat dieper. Het wezen lijkt niet alleen op hem, het is ook van hem. Daar loopt zijn omgebouwde rib. Adam ziet een stuk van zichzelf lopen:

Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen en vlees van mijn vlees! Deze zal mannin genoemd worden want uit de man is zij genomen (Gen. 2:23).

Adam is enthousiast! Mannin is de vrouwelijke soortnaam zoals hij dat ook bij de dieren had gedaan, beer-berin, tijger-tijgerin. Later krijgt mannin een eigennaam: Eva.

Eva’s mandaat

Eva is gemaakt om Adam gezelschap te houden en te helpen. Dat is haar mandaat op basis van Genesis 2 vers 18. Eva voorziet in Adams behoeften. Zoals Adam is geschapen uit de aarde om de aarde, zo is de vrouw geschapen uit Adam om Adam. Breder gesteld: mannin is geschapen uit het leven om het leven.

Eva’s behoeften

Eva voorzag in Adams behoeften, nu is het de beurt aan Adam om in haar behoeften te voorzien. Wat zijn eigenlijk haar behoeften? Ook Eva’s behoeften hebben te maken met haar oorsprong. Zij wil leven omdat ze uit het leven is genomen en zij wil relatie omdat ze uit Adam is geformeerd. En God weet dat. Daarom wordt het mandaat van Adam uitgebreid als hij kennis maakt met Eva.

Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw; en zij zullen tot één vlees zijn (Gen. 2:24).

Zo moet hij in haar behoeften voorzien. Hechting slaat op emotionele binding. Adam moet zich inspannen om haar soulmate te worden. Eva wil relatie. ‘Eén vlees’ slaat op de seksuele eenwording. Ja Adam, Eva wil graag nieuw leven en jij gaat die wens vervullen. Eva betekent leven en dat is tegelijk haar specialisme. Zoals de ruwe bolster van Adam geen vergissing is, zo is de bouw van het lichaam van Eva dat evenmin. Haar lichaam is ontworpen voor nieuw leven. Ze heeft een baarmoeder om nieuw leven te dragen, een verwijd bekken om nieuw leven te baren en borsten om nieuw leven te voeden. Als Adam een kind draagt, moet het uit zijn armspieren komen, Eva parkeert de kleine op haar heupbeen. Dat steekt een beetje uit en dat is reuzehandig. Uit alles blijkt dat Eva is gemaakt uit het leven om het leven.

De mandaten van Adam en Eva voorzien in elkaars behoeften en houden verband met hun oorsprong. Adam houdt zich bezig met de aarde, want hij is daaruit genomen. Eva houdt zich bezig met het leven, want zij is daaruit genomen. Het werken met de aarde bevestigt Adam zijn bestaan. Zij ervaart het leven via relaties. Als Eva zijn hart wil doen opleven, doet ze er goed aan respect te hebben voor zijn werk. Als Adam haar hart wil raken, doet hij er goed aan respect te hebben voor wat ze betekent voor hem en anderen met wie ze relatie heeft.

Het is niet zo dat Adam geen behoefte heeft aan relatie en nageslacht en Eva geen behoefte aan activiteiten en bezigheden, maar hun aanvliegroute verschilt. Adam vertrekt vanuit zijn werk en zoekt daarbij relaties die hem ondersteunen. Eva vertrekt vanuit haar relaties en zoekt daarbij bezigheden die daarin passen.

Rits

Eva is uit Adams ‘tsela’ (Hebr.) gebouwd. Dat wordt alleen in Genesis 2 met rib vertaald. Op alle andere plaatsen in de Bijbel wordt het vertaald met zijde, zijkant of helft. Zo wordt de tabernakel verdeeld in een zuidelijk en noordelijk helft (tsela)**. Mannin is wellicht uit een rib van Adam gebouwd, maar zij functioneert als zijn wederhelft.

Het woord wederhelft houdt niet alleen in dat de ander de helft van de relatie is, maar dat die ander heeft wat bij jou ontbreekt. Dat past in de omschrijving van ‘hulp als iemand tegenover’***. Wat bij hem ontbreekt, heeft zij. Ziet hij alleen de grote lijnen, zij ziet de details. Zijn blinde vlekken zijn haar sterke punten, zijn tekortkomingen haar talenten. En andersom. Waar zij niet overheen ziet, heeft hij zo geregeld. Wat zij niet kan tillen, werpt hij voor haar weg. Wat zij niet opmerkt, heeft hij allang in de gaten. In dit stadium is er geen sprake onderdrukking, ellebogenwerk of het ‘ik ben meer dan jij’-syndroom. Man en vrouw zijn als de twee helften van een rits, perfect op elkaar afgestemd. Samen sluit het geweldig goed.

Dwarswegen

Na de zondeval is de perfect gemaakte creatie gaan afglijden op alle vlakken van het leven. Een broedermoord werd al gauw een feit en het hele arsenaal aan ellende volgde: ziekten – zowel aangeboren als verworven – miskramen, misoogsten, oorlogen, bedrog, hoogmoed, alles deed zijn intrede. In die tijd leven wij. Zo heeft de heterogezindheid van de schepping allerlei dwarswegen genomen. Wij moeten ermee dealen, ook christenen. Maar in dit alles weten wij dat het begin goed was en dat wij daar ook weer naar op weg zijn. Gods heilsplan met de aarde is nog lang niet klaar. In het duizendjarig vrederijk, dat vooraf gaat aan de nieuwe hemel en aarde, zal God het paradijs op aarde herstellen met alle paradijselijke principes die daarbij horen.

© Sola Scriptura – www.enoordermeer.nl

* Gen. 1:11,12,24 en 2:19; ** Ex. 26:35; *** Gen. 2:18.