Er verschijnen de laatste tijd nogal wat ego-documenten: verhalen waarin schrijvers terugblikken op hun jeugd. Onlangs verscheen van Leonie Bouwman zo ’n levensverhaal. Wat heeft zij ons te melden?
Door Arjo Sonneveld
Algemeen
Het boek van Leonie Bouwman telt een flink aantal, over het algemeen korte, hoofdstukken. De hoofdstukken zijn niet genummerd: ze dragen een titel, met daaronder een Bijbeltekst of een spreuk van een door Bouwman geciteerd auteur. Tussen de hoofdstukken in staan gedichten ofwel gedachten opgeschreven in dichtvorm.
Inhoudelijk
Annelies Bouwman beschrijft in dit boek haar persoonlijke jeugdherinneringen en -ervaringen. Ze tekent haar vader als een narcist. Regelmatig wijst ze erop, dat haar vader weinig empathisch is en ook voortdurend uit op de verheerlijking van zichzelf. Dit had zowel grote gevolgen voor het leven van de schrijfster, alsook voor haar geloofsleven. Ze heeft in haar ouderlijk huis weinig liefde ontvangen. Hierover schrijft ze hoofdstuk na hoofdstuk, geïllustreerd met vele voorbeelden. Aan het slot van haar boek meldt ze de breuk met haar vader en na diens dood een breuk met een neef die haar ongevraagd en zonder enig begrip voor haar van advies wil dienen. In dit boek vermeldt de schrijfster ook, dat ze ondanks haar vader tot levend geloof in een persoonlijke God gekomen is: een hemelse vader die in tegenstelling tot haar aardse vader wel onvoorwaardelijk van haar houdt.
Evaluatie
Regelmatig schakelt de schrijfster over van het verleden naar het heden of omgekeerd. Ook komt het voor dat een volgend hoofdstuk begint met iets wat in een hoofdstuk ervoor voor mij als lezer al afgesloten was. Dat werkt soms verwarrend. De uitgever van het boek zou met meer (redactionele) begeleiding van de schrijfster mogelijk een strakker en daarmee sterker resultaat gekregen hebben. Nu zijn de hoofdstukken nogal eens fragmentarisch van aard. Ook mis ik hier en daar een komma waar die echt nodig is of staat er een t teveel bij de eerste persoon enkelvoud. Ook hier had de redactie alerter kunnen zijn.
Zonder van de ernst van wat de auteur heeft meegemaakt af te doen, rees bij het lezen van dit boek steeds meer bij mij de vraag: wie maakt uit wat narcisme is? Ligt daar een officiële diagnose van een psychiater aan ten grondslag? Of hebben waarnemingen van anderen, waaronder de schrijfster, hiertoe geleid? Zo nu en dan noemt Leonie Bouwman een psychiater, maar deze komt enkel aan het woord vanuit een door haar geziene documentaire. Aan het slot van het boek blijkt dat de schrijfster zelf deze diagnose gesteld heeft. Ze noemt hierbij een aantal boeken op grond waarvan ze meent deze diagnose te mogen stellen.
Het boek heeft een duidelijke boodschap. De cursief afgedrukte zin boven pagina 215 geeft wellicht het beste weer wat het boek van mevrouw Bouwman ons wil meegeven: “In het beste geval kunnen narcisten je ergeren, in het ergste geval kunnen ze gevaarlijk zijn, maar meestal worden ze niet geïdentificeerd of gediagnosticeerd en zwaar onderschat”.
Leonie Bouwman, De scherven van mijn vader
Scholten Uitgeverij 2017
275 pagina’s
ISBN 9789079859665
Prijs € 16,95