Het Bijbelboek Spreuken is niet populair. Begrijpelijk, want het boek is moeilijk. Het heeft geen verhalen, zoals vrijwel alle andere Bijbelboeken, maar alleen korte verzen met allerlei wijsheid. Dat wordt saai gevonden. Toch staat wijsheid in verband met kennis van God en dus over het eren van God. Spreuken leert hoe dagelijks Gods wil nageleefd hoort te worden. Dat kost veel tijd en inspanning. Zaken waar tegenwoordig een groot gebrek aan lijkt te zijn. Ook denken veel hedendaagse gelovigen zelf voldoende wijsheid in pacht te hebben. Pas wie zich in het boek Spreuken verdiept komt er achter hoe het echt zit. André Zandbelt heeft een poging gedaan om het Spreukenboek toegankelijker te maken door het opnieuw te vertalen en in te delen. Hoe goed is dit gelukt?
Vooronderstellingen en aanpak
Zandbelt gaat er van uit dat de huidige vertalingen te veel hebben wegvertaald van het originele Hebreeuws en te vaak abstracte woorden hebben. Hij heeft een poging gedaan om dit te verbeteren. Volgens hem is het boek Spreuken bedoeld om de wijsheden van God makkelijk te onthouden zodat ze niet verloren gaan. Het zou de huidige vorm hebben gekregen na de ballingschap (in de 4de eeuw in plaats van de 7de eeuw v. Chr. zoals vaak wordt aangenomen) en voor Israëlieten zijn geschreven wonende in heidense landen. Hij gaat er van uit dat er ook oude wijsheidsverzen, zoals uit de tijd van de koningen Salomo en Hizkia (25:1), aan zijn toegevoegd zodat één boekrol ontstond. Bij het vertalen ontdekte hij dat de spreuken ‘lijfelijk’ moesten worden toegepast. Ze moesten binnenin je lichaam gaan werken, zodat ze uiteindelijk naar buiten toe zichtbaar zouden worden.
Vertaling en indeling van de spreuken
Wat meteen opvalt is dat versnummers ontbreken en woorden zijn toegevoegd of genegeerd in vergelijk met andere Nederlandse vertalingen. Ook zijn woordverklaringen in de tekst toegevoegd. Verzen zijn in kleine groepen ingedeeld met eigen betiteling. Met al deze zaken wil Zandbelt een extra interpretatieslag toevoegen.
Evaluatie
Zandbelt gaat uit van pretentieuze vooronderstellingen, zoals een jonge datering van Spreuken, waarvoor geen overtuigende bewijzen zijn en hij ook niet geeft. Ook ontbreekt de uitleg van zijn vertaalkeuzes. Feit is dat zijn ‘vertaling’ niet slecht is maar wel inconsequent (hetzelfde Hebreeuwse woord wordt niet steeds op dezelfde wijze vertaald) en de vertaalkeuzes en perikoopindeling en -titels afwijken van de Hebreeuwse betekenis. Hij wijkt hierdoor veel af van de Hebreeuwse grondtekst. Veel meer dan in andere vertalingen. Ondanks dat Zandbelt beweert juist de ‘vertaling’ te hebben verbeterd. Hij komt echter niet verder dan een nieuwe parafrase (een vrije interpretatie). Zijn nadruk op de ‘lijflijkheid’ (de inwerking op het binnenste van de gelovige) is een interessante vondst. Te meer, omdat Oosters denken ‘integraal’ en ‘holistisch’ is. Toegankelijkheid waarnaar hij streeft, is echter een subjectief dat los staat van vertalen. Zonder versnummering wordt zoeken en vergelijken lastig.
Zandbelt, A.
Het boek Spreuken in een nieuwe, toegankelijke vertaling en met onderscheiding van perikopen. Merweboek, Sliedrecht, 2017
c.140 pagina’s
€ 14,90
ISBN: 9789057871924