In het universitaire klimaat aan de VU kwam Van den Brink tot het ‘recontextualiseren’ van talloze Bijbelfragmenten, waardoor Adam en Eva wetenschappelijk konden worden gereformeerd tot een door evolutie gevormde groep mensachtigen, immorele mensen van wie Adam en Eva het eerst kozen voor doen van verkeerde dingen. “En zie daar de evolutie van de Bijbelse zondeval tot een zondeval 2.0”, foetert Van Blijderveen.
Van den Brink accepteert niet de Bijbelteksten die leren dart de dood ontstond toen de mens zondigde, zegt de auteur. En zo ontstaat volgens hem een domino-effect, waardoor de ene na de andere Bijbeltekst tot menselijke dwaasheid vervalt en daarom ‘dringend aan recontextualisering’ toe is. “Ik denk dat het moeilijke woord straks algemeen goed gaat worden in christelijk Nederland. Een soort toverspreuk die, sim sala bim, al te wonderlijke teksten uit Gods Woord begrijpelijk maakt.”
Van den Brink zegt zowel theologie als wetenschap serieus te nemen. Naar zijn mening vullen die elkaar aan. “Wat niet mag, lijkt me, is dat de theologie dingen zegt waarvan we wetenschappelijk weten dat ze niet waar zijn.” Maar betekent volgens Van Blijderveen dat veel meer van de Bijbel op het wetenschappelijke hakblok kan. “Zoals manna uit de hemel, een pratende ezel, een drijvende ijzeren bijl, de maagdelijke geboorte van Jezus en Zijn opstanding uit de dood, om maar eens wat te noemen. Want volgens de wetenschap zijn dit onmogelijkheden.”
Voor Van den Brink maakt het niets uit of God soorten schiep of dat die geleidelijk zijn ontwikkeld. Daaraan kun je zien, zegt Van Blijderveen, hoe menselijk het geloof van de professor is. “Natuurlijke selectie door toevallige veranderingen gaat fundamenteel in tegen Gods Woord, waarin ons wordt geleerd dat God alles wel degelijk per soort schiep.”
Van den Brink geeft wankelende gelovigen, worstelend met Gods grootheid en het waarheidsgehalte van de Bijbel, valse hoop, vreest de auteur.