Dit werk is avontuurlijk

0
232
Het bezoek van de sous-prefect in Saïoua was een hoogtepunt. Twee uur was hij aanwezig bij het slot van onze conferentie. In uniform. De sous-prefect is een titel die wij niet kennen, iemand die tussen een burgemeester van een grote stad en de gouverneur van de koning in staat. Hij vertelde dat hij nieuwsgierig was gemaakt vanwege het overweldigende enthousiasme van de predikanten in zijn gebied en vanwege de positieve geruchten die er over onze lessen doorsijpelden in de stad.

Door Bram Krol

Geheel anders dan Saïoua was het in het begin in Bonoua in de kuststreek, niet ver van de grens met Ghana, aan de grote internationale verkeersweg (aldaar een tweebaansweg met gaten…). Wat een kille ontvangst! Charles en Philippe houden ervan het meeleven van het publiek te testen door hen ‘halleluja’ te laten roepen of te laten applaudisseren. Maar ze deden nauwelijks mee. Waren ze bang voor vreemde leringen? Er komen hier nogal wat charlatans, vooral uit Nigeria en de V.S. Ze komen met een theologie van lik-me-vessie zonder enige bijbelse basis. Moet ik, als westerling, ook onder hen geschaard worden? Maar de tweede dag verbeterde het klimaat en op de derde konden we geen kwaad meer doen. De kwaliteit van onze lessen had hen overtuigd.

In Bonoua troffen we een goed geschoold, zelfs intellectueel publiek. Er heerst een relatieve welstand. Nergens hebben we zoveel boeken verkocht. Ook de evangelisatie-avond was voor hen een openbaring. 29 mensen kwamen tot geloof, terwijl zij dachten dat de tijden, waarin zoiets mogelijk was, voorbij waren.

We hadden heel ontroerende ontmoetingen met diep teleurgestelde en beschadigde mensen. Maar ‘op straat’ zijn we niet anders dan in de conferentiezaal. Duidelijk, bewogen, recht door zee, blijmoedig en bijbels. We staan vrij tegenover iedereen. We verkondigen geen kerk of stroming, maar praten op een eenvoudige manier over Jezus. De lokale medewerkers waren er ondersteboven van. “Zo moet ‘t!” concludeerden ze. En daarmee lieten we een voorbeeld ter navolging achter.

Ik zie nog voor me, hoe ik als beginnend predikant, ’s avonds aan de keukentafel mijn visie voor de toekomst probeerde op te schrijven. Het leek allemaal zo vreselijk onmogelijk. Ergens moet ik die aantekeningen nog hebben. Nu zie ik de uitwerking van een visie, die ik mijn leven lang najaagde. Mijn werk bij Youth for Christ en later het Instituut voor Evangelisatie (Agapè), ervaringen als predikant in een kerk, een academische studie sociale wetenschappen, studie van Church Growth en missiologische onderwerpen, diverse talen… Het was alles slechts een voorbereiding. Ik heb op die manier langer gestudeerd dan een Jezuïet… Al die tijd wist ik, dat mijn dagen zouden komen na mijn 55e. En zo is het inderdaad gegaan.

Vandaag preekte ik in de kerk van Jean-Christophe. Hij neemt altijd pen en papier mee om aantekeningen te maken. Dat is één van de goede kanten aan ons leidersteam in Ivoorkust (in de andere landen gaat dat trouwens ook zo.) Ze willen leren. Hele discussies over bijbelse onderwerpen of zendingsstrategie. Eén van de zaken is: Hoe voorkomen we dat ons werk blijvend afhankelijk is van westerse hulp? We maken vorderingen.

Is het niet opvallend dat de lessen van Gemeentegroei overal op de ene of andere wijze wel aanslaan? Hoog in de Himalayabergen, in de oerwouden van Congo, in de steden en dorpen, onder hoog opgeleide mensen en zelfs onder mensen zonder enige opleiding? Omdat het praktische lessen zijn, die gaan over de ervaringen en zorgen van elke voorganger en evangelist. De toehoorders krijgen een plaatje te zien van hun eigen leven en van hun eigen kerk.

Opnieuw was het raak vanochtend in de kerk. Er was een bezoeker, een bijzonder goede zanger, die naast Afrikaanse melodieën ook Arabische melodieën zong en een Italiaans lied in Zuid-Europese stijl. Wat een expressie! Wat een stem. Wat een volume. Wereldklasse! Ik maak meteen wat plannen… Blessing heet die jongen.

Het verre mid-westen wacht. De stam Dan. Internet en andere wereldse genoegens zal ik achter me moeten laten. Ik neem nog even een bakkie troost. Ook een belevenis, koffie bij een buitentemperatuur van 33 graden Celsius. Daarstraks is mijn ventilator naar de haaien gegaan. Dat wordt wat vannacht… En daarna? We zullen zien. Mijn hart klopt. Dit werk is avontuurlijk, soms teleurstellend, vermoeiend en goed voor de geest. Voor het lichaam ook? Ik betwijfel het. Maar daarover niet getreurd. In april maak ik weer een extra dagtocht per fiets om de schade in te halen.

Een hartelijke groet en á Dieu!
Bram Krol

… met een plaatje van de zanger en de sous-prefect, ook genoemd: de commandant.