Door Herma Mager
De houthakker van tegenwoordig is een professional die in speciaal daarvoor bestemde kleding, helm en schoenen de bomen velt met een kettingzaag. Hout kopen van Staatsbosbeheer kan nog wel maar zij laat geen lekenhouthakkers meer toe om zelf de bomen uit het bos te zagen. Op het internet wordt zelfs ovengedroogd hout aangeboden. Kortom de Nederlander kan gemakkelijk aan hout komen om de houtkachel of openhaard in de koude maanden kan laten branden.
Hoe anders is dat in Moldavië en Armenië. In de kleine dorpen ver van de grote stad wonen gezinnen en ouderen in bittere armoede. Geld is er niet, daardoor stapelt de ellende zich op. Door het gebrek aan geld wonen deze mensen in slecht onderhouden huizen waar de kou door de gaten en kieren naar binnenkomt. Wanneer het hartje winter is, is het binnen bijna even koud als buiten. Hout sprokkelen in het bos mag niet met het gevolg dat er brandhout gekocht moet worden. Brandhout moet gekocht worden bij de door de staat erkende bedrijven. De allerarmste gezinnen en ouderen kunnen zich dat niet veroorloven. Het brandhout is voor hen onbetaalbaar met het gevolg dat ze wekenlang in de kou moeten doorbrengen. Helaas sterven elk jaar mensen van de kou in hun eigen huis.
Angst om dood te vriezen is in Moldavië en Armenië de harde werkelijkheid. Mensenkinderen wil zoveel mogelijk gezinnen en ouderen helpen met brandhout. Mensenkinderen werkt samen met lokale kerken. De gemeenteleden brengen het hout bij de mensen thuis. Voor de allerarmste gezinnen en ouderen zijn de wonderen de wereld nog niet uit. Een kar vol hout om de winter door te komen is een droom die uitkomt.
Wanneer mensen in plotselinge nood terecht komen, zet Mensenkinderen alles in het werk om in de noodzakelijke basisbehoeften te voorzien zoals voedsel, een gezonde en veilige plek om te wonen, warmte en kleding. Mensenkinderen is in navolging van Jezus Christus (Mattheus 9: 35-36) bewogen met de allerarmsten in Albanië, Armenië, Moldavië en Bulgarije en wil hulp bieden door mensen in Nederland bewust te maken van de grote nood en zorgen dat zij betrokken raken bij het werk van Mensenkinderen zodat de allerarmsten gesteund en bemoedigd worden door de Blijde Boodschap en barmhartige daden.
Bron: Mensenkinderen
