Frinsel schrijft: ‘De Oeigoeren wonen in een gebied dat zich uitstrekt van Pakistan tot Mongolië. Het Oeigoers is een Turkse taal, verwant aan het Kazaks en Oezbeeks. Er zijn ongeveer 11,8 miljoen Oeigoeren. De grote meerderheid woont in Oeigoerse autonome regio Xingjiang in Volksrepubliek China, rond de Talimakan woestijn, met kleine minderheden in Kazachstan, Mongolië, Turkije en Afganistan.’
‘De Oeigoeren zijn gematigde soennitische moslims, maar ooit was een groot deel van dit volk christen. Zij waren onder invloed van Nestoriaanse missionarissen tot het christendom overgegaan. Na de islamitische veroveringen in de tiende eeuw verdween het christendom uit deze regio. Eind negentiende eeuw was er zendingsarbeid onder Oeigoeren en ontstonden er gemeentes.
Begin dertiger jaren van de vorige eeuw verjoeg een islamitische heerser de zendelingen en liet alle christenen, zo’n 300 in getal, executeren.’
De relatie tussen de Oeigoeren en de Hanchinezen die de meerderheid in het gebied vormen, is doorgaans vijandig. Gelukkig groeit volgens Frinsel onder Han christenen de visie om de Oeigoerse gelovigen te helpen. Hij vraagt om gebed voor de Oeigoerse huisgemeentes en voor een goede relatie met de Han christenen.
Het NT is vertaald in het Oeigoers en er wordt gewerkt aan het OT. Ook zijn er radioprogramma’s, audioboodschappen en een film over het leven van Jezus in het Oeigoers. ‘Bid voor goed gebruik van deze middelen’, zegt Frinsel.