Kunnen de evolutietheorie en het Bijbelse scheppingsgeloof samen gaan? Oudtestamenticus Mart-Jan Paul vindt van niet. “Je kunt de evolutietheorie niet geheel ontdoen van de levensbeschouwelijke kant. Het is niet puur biologische wetenschap. In mijn ogen kun je geen compromis sluiten met een benadering die haaks staat op het evangelie.”
Tekst: Jacco Stijkel
Eind augustus 2018 verscheen Pauls boek ‘Oorspronkelijk, overwegingen bij schepping en evolutie’. “Mensen vragen regelmatig hoe lang ik aan het boek heb gewerkt. Eigenlijk twee jaar, maar ik ben al vijftig jaar met dit onderwerp bezig. Ik kom uit een orthodox milieu en op de middelbare school kwam ik voor het eerst echt andere zienswijzen tegen. De vragen rond geloof en wetenschap fascineerden mij. Ik was zeventien toen ik Theologie ging studeren aan de Rijksuniversiteit Leiden. Op die universiteit waren de evolutietheorie en Schriftkritiek volkomen geaccepteerd. Persoonlijk geloof en wetenschap waren strikt gescheiden werelden. Ik kwam erdoor in verwarring: als de evolutietheorie waar is, wat zegt dat dan over bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van de Bijbel? En: wie is God? Vanwege zulke vragen ben ik mij steeds meer op de Bijbeluitleg gaan richten..”
Na zijn studie ging Paul aan de Evangelische Hogeschool werken, om les te geven over de relatie geloof en wetenschap. Na een periode van predikantschap werd Paul docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). “In 2009, het Darwinjaar, laaide de discussie rond schepping en evolutie weer helemaal op. “Ik werd veel gevraagd om mijn mening te geven, net als bijvoorbeeld mensen als Gijsbert van den Brink en Cees Dekker. Van het één kwam het ander en twee jaar terug ben ik gevraagd om een boek over schepping en evolutie te schrijven.”
Opengebroken
‘Oorspronkelijk’ kwam net wat later uit dan ‘En de aarde bracht voort’ van Gijsbert van den Brink. In dit boek verdedigt Van den Brink het zogenoemde theïstisch evolutionisme. “Van den Brink heeft met zijn werk de discussie echt op de kaart gezet. Wat ook meespeelt is dat zowel de evangelische als reformatorische wereld is opengebroken. Ook in behoudenere kringen zie je verschillende meningen. Er is een groeiende groep mensen die zegt: ik geloof volledig in Jezus Christus en wat in de Bijbel staat, maar bij de hoofdstukken Genesis 1 tot 3 weet ik het niet meer. Van den Brink komt juist deze mensen tegemoet: dat ze zowel de evolutietheorie als de Bijbel kunnen omarmen.”
Consequenties
Paul ziet in de praktijk drie groepen gelovigen. “Voor de meerderheid van de christenen is de hele discussie een ver-van-mijn-bed-show. Ze hebben zich er niet in verdiept, het heeft geen invloed op het geloofsleven. Ook is er een groep die er wel mee bezig is en evolutie en het Bijbelse scheppingsgeloof probeert te combineren, maar er niet erg over nadenkt. Een laatste groep doet dat wel. Van den Brink behoort daartoe en zij menen dat Adam en Eva niet het eerste historische mensenpaar waren, maar behoorden tot een groep van zo’n 10.000 mensen die toen leefden. Zij representeerden die mensen. En ook de kosmische zondeval in Genesis 3 kan niet meer. Datzelfde geldt voor een wereldwijze zondvloed. Weet je wat het probleem is?
Het is niet zo dat je alleen maar Genesis 1 tot 3 wat anders interpreteert. Het gaat om een verschuiving in de hele hermeneutiek. Het gezag van de Bijbel is in het geding en de verschuivingen tasten het fundament van de orthodoxie aan. In mijn boek ben ik de hele Bijbel langs gegaan. In de Schrift wordt op veel meer plaatsen geschreven over de schepping dan alleen Genesis 1 tot 3. En bovendien: je kunt wel zeggen dat Genesis gaat over het feit dát God de Schepper is en dat de wetenschap vertelt hoe het gebeurd is, feit is wel dat de Bijbel ook informatie geeft over hoe God de schepping heeft gemaakt.”
De zogenaamde accommodatieleer is heel belangrijk is bij die verschuivingen. Dat is de opvatting dat de Bijbel zich aangepast heeft aan het wereldbeeld van die tijd. De Bijbel is gezaghebbend als het gaat over dat God de Schepper is, maar dit zou verteld worden in een verouderd wereldbeeld omdat de mensen duizenden jaren geleden niet beter wisten. Paul noemt dat problematisch en vraagt: “Wat doe je dan met Paulus die uitgaat van een historische Adam en Eva, de Here Jezus zelf die zich daarop beroept? Waarom heeft God niet met eenvoudige woorden gezegd dat mensen uit dieren zijn ontstaan? Je moet gaan schuiven met heel veel Bijbelteksten. En dan mis ik een grondige exegese van die Bijbelteksten.”
Bij elkaar brengen
De kern van ‘En de aarde bracht voort’ is de vraag van Van den Brink: als de evolutietheorie waar is, wat betekent dat dan voor de theologie? En: zijn deze twee bij elkaar te brengen? Van den Brink meent stellig van wel. “Het is een legitieme vraag. Maar in mijn ogen is het antwoord onbevredigend. Inmiddels zijn we anderhalve eeuw verder na Darwin en ik ben nog steeds geen consequente en overtuigende theologie tegengekomen. Van den Brink neemt een selectie van de evolutietheorie (niet alles) en verbindt dat met de orthodoxe leer (niet met heel de Bijbel). . Dit compromis is onbevredigend, zoals ook echt evolutionisten aangeven.. Neem bijvoorbeeld het idee dat er een ‘homo divinus’ is ontstaan. Er waren mensen op aarde en toen God de mens aansprak en de mens Gods beeld werd, werd hij ‘homo divinus’. Dat is aardig bedacht, maar erg speculatief en moeilijk in te passen in de evolutietheorie.”
Vraagtekens
Van den Brink gaat ervan uit dat de evolutietheorie wetenschappelijk zo waarschijnlijk is, dat je niet om heen kan. Paul zet daar vraagtekens bij. “De meeste mensen zien het niet maar er is intern in de wetenschappelijke wereld veel discussie over allerlei aspecten van de evolutietheorie. Bijvoorbeeld als het gaat om nieuwe ontdekkingen in de genetica. Zo stellig als de theorie vaak wordt gepresenteerd is die niet. Dat was ook al in Darwins tijd zo. Zonder invloedrijke vrienden als Ernst Haeckel en Thomas Huxley had de theorie veel minder invloed gehad.. Kijk, Darwin was financieel onafhankelijk. Hij kon volledig hiermee bezig zijn en duizenden brieven schrijven, de pr-machine van die tijd. Voor wetenschappers die los wilden komen van de kerk en het geloof, was de evolutietheorie zeer welkom als seculier ontstaansverhaal.”
En het is juist de levensbeschouwelijke kant waarom volgens Paul de Bijbel en de evolutietheorie niet te verenigen zijn. “Je kunt geen compromis sluiten met een mechanisme dat haaks staat op het evangelie. Neem alleen al het idee van opkomen voor het zwakke. De kern van de Bergrede. Hoe is dat te combineren met de survival of the fittest en de wreedheid in de evolutietheorie? Daar komt bij dat de evolutietheorie ontstond in een tijd waarin het vooruitgangsgeloof enorm dominant was. Dat is nu niet meer zo. In plaats van de mens te zien als de soort die steeds beter wordt, zie we nu de mens die in staat is om alles te vernietigen. Je hoeft alleen maar te kijken naar wat er in de wereld gebeurt.”
Bijbel voorop
Hoe staat Mart-Jan Paul nu zelf in deze discussie? “De Bijbel is altijd het uitgangspunt. Het is daarnaast boeiend om te zien wat het wetenschappelijk onderzoek oplevert maar dat heeft altijd een relatief karakter. De oorsprongswetenschap is veel speculatiever dan de experimentele en herhaalbare wetenschappen. In mijn denken begin ik bij het klassieke scheppingsgeloof. Niet bij het creationisme, al zie ik dat deze stroming volwassener aan het worden is. Het creationisme is een boeiende beweging met theorieën die regelmatig bijgesteld worden. Ik vind Intelligent Design ook een interessante stroming. Al koppelen zij ontwerp niet direct aan een Ontwerper. Ik kan veel met hun kritiek op de evolutietheorie. Ik vind het jammer dat Intelligent Design in Nederland de laatste jaren veronachtzaamd is en ik vraag er opnieuw aandacht voor in mijn boek. Maar voor mij blijft de Schrift voorop staan en niet de wetenschap. Als mensen met goede argumenten komen sta ik daar zeker voor open, maar tot nu toe vind ik de vele pogingen van het theïstisch evolutionisme tot harmonisatie enorm gekunsteld.”
Naar aanleiding van:
Oorspronkelijk
Overwegingen bij schepping en evolutie
Prof. dr. M.J. Paul
Uitgever: Labarum Academic
528 pagina’s
ISBN: 9789402904956
Prijs: €24,95