Neem Bijbelse scheiding tussen vee en wild serieus

0
1178

God heeft in Zijn oneindige wijsheid besloten dat vee bij mensen hoort maar wilde dieren niet. Vee kan ons zelfs beschermen tegen gevaarlijke virusvarianten.

Het onderscheid tussen vee en wild toont een scheppingsorde.

Onlangs keerde de wolf terug in Nederland, na een afwezigheid van zo’n 150 jaar. Het eerste nest is een feit. Ook is de goudjakhals gesignaleerd, meldde Trouw in mei 2019. Menigeen verblijdt zich. Waarom is dat? Omdat de natuur weer terug is bij het oude? Bewijst de wolf dat het goed gaat met onze ‘wildernis’?
Maar niet iedereen hangt de vlag uit. Vooral schapenboeren vrezen de wolf. ”De Boerderij”, vakblad voor agrarische ondernemers, houdt statistieken bij: in 2018 werden 168 schapen gedood, in 2019 waren het er 116. Kan de wolf voldoende prooi vinden in het wild of moet de schapenboer blijven vrezen?

Scheppingsorde
Op de zesde scheppingsdag schiep God de levende wezens die het vaste land bewonen: de mens, kruipende dieren, vee en wilde dieren. Vier groepen die gezamenlijk het droge land bewonen, ieder in de eigen habitat. De kruipers leven op de bodem, het vee leeft met en bij de mens, het wild niet.
Het onderscheid tussen vee en wild toont een scheppingsorde. Vee is vanaf het begin bestemd om met de mens op te trekken. Dit in tegenstelling tot onze huisvrienden kat en hond, die door domesticatie geschikt zijn gemaakt om met ons te leven.
De Bijbel kent niet alleen onderscheid tussen wild en vee, maar ook tussen rein en onrein. Reine soorten zijn geschikt om te eten, onreine soorten niet. Zo ontstaan vier diergroepen voor wat betreft de landdieren: Rein vee (koe, geit), onrein vee (paard, ezel, kameel), rein wild (hert, giraffe) en onrein wild (wolf, varken). De groep onrein wild is de probleemgroep voor mensen: niet geschikt om te eten of mee te leven. Dit is de groep dieren die of de bron is van gevaarlijke zoönosen of deze doorgeeft.

Drie opties
Overal waar de mens zich vestigt en de grond in cultuur brengt, moet het wild zich terugtrekken. Dit proces voltrekt zich op aarde vanaf de stranding van de ark van Noach. Wild is de opvulling van de aarde totdat de mens arriveert. Met het uitdijen van de wereldbevolking moest het wild ruimte inleveren.
De cruciale vraag is nu: Heeft de mens het recht om het wild te verdrijven of heeft zij dat niet? Er zijn drie opties: 1. De mens heeft meer recht dan het wild. De wereldbevolking mag blijven groeien en het wild moet gebied inleveren en zal uiteindelijk alleen daar leven waar de mens geen opties voor cultivering ziet, en in natuurreservaten. 2. De mens en het wild hebben evenveel recht. De wereldbevolking mag slechts toenemen als dat niet ten koste gaat van de wildernis. Als het areaal van de landbouw en veeteelt ook niet groter mag worden, moet de mens in de hoogte bouwen en moet de opbrengst per hectare toenemen. Als dat laatste niet wenselijk is, kan de wereldbevolking niet verder groeien. 3. De mens heeft te veel rechten genomen en moet die weer teruggeven aan de wildernis. De wereldbevolking moet krimpen.
Waar staan wij en wat vindt de Bijbel?

Nederland
Het in cultuur brengen van de aarde is een scheppingsopdracht. De mens kiest plekken voor steden, dorpen, landbouwgrond, industrie en recreatie. Hij heeft het recht om wild te verdrijven ter bescherming van bevolking, vee en landbouwgrond.
Nederland is een klein, dichtbevolkt en zeer gecultiveerd land. Waar de wolf zich ook vestigt, het zal altijd te dicht bij mensen en/of vee zijn. Wel kunnen natuurreservaten ruimte bieden aan wild. Nu echter moeten schapenboeren hun vee beschermen door kilometerslange afrasteringen, meestal onder stroom. Het vee wordt opgesloten en het wild heeft de vrijheid. Kunnen we het niet beter omdraaien en een deel van onze ‘wildernis’ -de Veluwe- beschouwen als een natuurreservaat? Daarin kan de wolf dan omheind leven. Dus geen eilandjes vee binnen het gebied van de wolf, maar een eiland wolf in het gebied van het vee.
Binnen een natuurreservaat kan een aantal roedels leven. Worden het er meer, dan neem je beheersmaatregelen. In een land als Nederland moet de mens de overgebleven wildernis beheren en niet overgeven aan de natuur. Anders loopt het uit de hand.

Brondieren
In Nederland komt hondsdolheid vrijwel niet voor. Toch sterven jaarlijks nog 50.000 mensen aan deze ziekte die door wild wordt overgebracht. Aan de basis van menige epidemie of pandemie staat het contact tussen mensen en wilde dieren, specifiek onrein wild. Dat was met het SARS-virus uit 2003, een Corona variant, het geval. Toen was het brondier de Chinese hoefijzervleermuis die via de civetkat -die in China werd gegeten- de mens infecteerde. De civetkat fungeert als tussengastheer. Het huidige Coronavirus is afkomstig van een wildmarkt in China. Ook nu is de bron een vleermuis en de tussengastheer het schubdier, een soort miereneter. Beide diersoorten worden daar gegeten. De Mexicaanse griep uit 2009 had het varken als ‘brondier’. Voor ons is dat vee, maar in de Bijbel behoort het varken tot de groep onrein wild. Een gevaarlijke mix is hoenderachtigen met varkens. Het varken fungeert dan als tussengastheer van de vogelgriep. Hij wordt zelf niet ziek, maar is drager en kan mensen besmetten. Dit was waarschijnlijk het geval bij de Spaanse griep in 1918. God heeft Zijn motivatie gehad voor de strenge scheiding tussen wild en vee…

Beschermd
Het vee dient soms als bescherming tegen ziekten. Van de pokken is bekend dat mensen die met koeien in contact stonden het niet kregen. Het milde koepokvirus beschermde mensen tegen de voor de mens gevaarlijke variant. Ook is bekend dat astma en allergieën minder voorkomen onder mensen afkomstig van een boerderij. Boerderijstof en opspattende urine van de koe blijken het menselijk lichaam aan te zetten tot de aanmaak van een afweerstof. In kalfjesdiarree zit nogal eens een coronavariant. Het is geen zoönose, dat wil zeggen dat het niet op mensen kan overgaan, maar het virus is daar. Het zou mij niet verbazen als aanraking met deze variant een vorm van resistentie geeft tegen de huidige variant COVID-19 afkomstig van vleermuizen/schubdieren.

Tekst: Esther Noordermeer, de auteur is schrijver en uitgever van Bijbelstudieboeken
Dit artikel verscheen voor het eerst in het Reformatorisch Dagblad 25-03-2020.