Door Marrie van der Feen
Om contact op te nemen met Marrie vindt u onder dit artikel haar gegevens.
Ze kreeg een voedings-neussonde en werd naar huis gestuurd. Haar man wist geen raad en haar kerk evenmin. Wel omringde men haar met zorg, steun, gebed en alles wat liefdevolle mensen kunnen bieden, ze lazen zelfs een van mijn boeken (“Het doet pijn van binnen”, 1993), waarin de gevolgen van (seksuele) trauma’s beschreven worden. Dit gaf veel herkenning en inzicht. Een oudste van de kerk belde mij voor een afspraak, maar Tineke weigerde aanvankelijk een nieuwe hulpverlener, moe van de vele hulpverleners die ze al had gehad. Toch ontstond er mailcontact tussen haar en mij en op den duur spraken we elkaar face to face, wat heeft geleid tot langzaam verlopend genezingsproces.
Exposure
Het blootleggen van de trauma’s vond voornamelijk plaats via de mail. Zo kon zij bepalen wat ze wel en niet wilde zeggen, wanneer en hoe. Deze controle voorkwam, dat ze zich overspoeld voelde, hoewel dit zo nu en dan toch gebeurde vanwege de enorme emotionele lading. Ze wilde erg veel vertellen, uitleggen wat er van binnen bij haar gebeurt en waarover ze in verwarring is en wilde van mij uitleg en feedback. In vaktaal heet het: cognitieve herstructurering en psycho educatie. De methode is een vorm van exposure, die haar vermijdingsgedrag doorbrak met de bedoeling tot een betere coping (aanpassing) te komen.
Extreme traumatische ervaringen
Tineke had in haar jeugd gruwelijke dingen meegemaakt in het huis van een buurman (rat eten, bloed drinken en extreme seks e.a.). Hoogstwaarschijnlijk ligt daar de oorzaak van haar dissociatieve stoornis vanwege de extreme angsten waaraan ze was blootgesteld. Het psychisch beschadigde kind werd vervolgens seksueel misbruikt door haar vader, die het leven ontvluchtte in de drank en de liefde zocht bij zijn dochtertje op een manier, die ze fijn vond, want zijn seksuele aandacht betekende voor haar koestering, warmte, zelfs genot. Zo raakte ze verstrikt in een web, waaruit ze veertig jaar later, na ruim 13 jaar hulpverlening, niet bevrijd was. Ik bewonder haar moed om de strijd met haar dissociatieve verschijnselen toch weer aan te gaan. Het is door haar geloof in Jezus Christus en de hulp van christenen, waaronder haar man, dat ze dit kan opbrengen. Maar wat is een dissociatieve stoornis?
Complexe dissociatieve stoornis
Tineke schrijft in een mail: “Wat is er toch met mij. Ene moment voel ik me sterk, kan ik de hele wereld aan, weet ik wie ik ben en wat ik wil om vervolgens een minuut later uit contact te zijn met anderen maar ook mezelf, besluiteloos, gevoelloos. Angst, maar geen idee waarom en waarvoor…. Is dit dis? Alleen zoooooo bang dat ‘jullie’ me alleen laten… En tegelijk verdraag ik niemand.
Wie ben ik toch?”
Complexe dissociatieve stoornissen zijn het gevolg van chronische traumatisering in de kindertijd. Het kind overkomt iets vreselijks, waarop het van binnenuit reageert met dissociatie, een overlevingsmechanisme, dat tijdelijk het slachtoffer beschermt tegen overweldigende emoties. Dissociatieve delen nemen soms de controle over het gedrag of de ervaring van het slachtoffer over, waardoor de angst verdwijnt, maar soms ook de herinnering.
Herstelproces
Om te herstellen moet het slachtoffer zich eerst bewust worden van de dissociaties en leren ermee om te gaan. Het is belangrijk om de dissociatieve delen die men in zichzelf ervaart te begrijpen en daardoor meer controle te krijgen over de manier waarop men omgaat met de eigen binnenwereld en de wereld daarbuiten. Het kan een lange intensieve weg zijn van oefenen en nog eens oefenen in het hier en nu. Lees het boek “Omgaan met traumagerelateerde dissociatie” van Boon, Steele en van der Hart, 2012, uitgeverij Pearson.
Leugens en niet helpende gedachten
Het is belangrijk in het herstelproces dat niet helpende gedachten en leugens ontmaskerd worden met behulp van cognitieve therapeutische methoden. Tineke denkt bijvoorbeeld, dat zijzelf de seksuele relatie met haar vader wilde. Zij nam alle “schuld” op zich, want haar lichaam had het immers fijn gevonden. Als kind besefte ze niet, dat haar vader haar grens gruwelijk overschreed. Hij was een dronkaard en gaf zijn dochter geen aandacht, behalve als hij seks had met haar. Het leidde tot een ongezonde verwevenheid, waaruit ze zichzelf nooit had kunnen bevrijden. Toen hij plotseling overleed stortte ze mentaal in. Haar gevoelens overspoelden haar en ze kon niet meer functioneren. Zo raakte ze in crisis, wat haar binnen de psychiatrie bracht. Met het medicijn haldol keerde de rust enigszins terug, maar desondanks bleven de dissociatieve episodes, wat uiteindelijk leidde tot een opname in een cib. In die tijd was ze zich weinig of niet bewust van haar traumatische jeugdervaringen, zodat ze voortdurend getriggerd werd door het pathologische gedrag, zoals automutilatie en suïcidaliteit van haar mede cliënten. De nekslag was de zelfmoord van haar cib-vriendin. Dat leidde tot een periode van uithongering, die eindigde toen ze een voedings-neussonde kreeg.
De feiten onder ogen zien
Mijn contact met Tineke begint als ze (met neussonde) hulp zoekt voor haar problemen. De meeste mensen met een dissociatieve stoornis komen niet in therapie met identiteitsproblemen, maar met klachten zoals: depressie, angst, slaap- of relatieproblemen. Ze hebben vaak geen woorden voor de verschijnselen en vinden zichzelf gek of gestoord en schamen zich. Daarom praten ze er niet over. Het begrijpen en accepteren van de dissociatieve symptomen (b.v. het gevoel geen controle te hebben en wegvallen) is een belangrijk therapiedoel. Elk dissociatief deel van de persoonlijkheid heeft het vermogen een eigen zelfbeeld te ontwikkelen en eigen ideeën rondom de wereld en andere mensen, die sterk van elkaar kunnen verschillen en (nog) niet in samenwerking met elkaar op een gecoördineerde en flexibele manier kunnen functioneren, wat deze mensen erg onzeker maakt. Bij een complexe dissociatieve stoornis is de persoonlijkheid opgedeeld in twee of meer dissociatieve delen, waarbij delen van het systeem met elkaar in aanraking komen, op elkaar reageren en elkaar beïnvloeden, zonder overeenstemming, wat veel geharrewar geeft.
Sommige dissociatieve symptomen gaan gepaard met het ogenschijnlijke verlies van bepaalde functies, zoals geheugenverlies en/of ze missen soms gevoel in een bepaald lichaamsdeel of voelen zich emotioneel dood, terwijl er geen neurologische aandoening aan ten grondslag ligt. Een ander deel kan weer te veel voelen. Tineke tekende zichzelf tijdens ons psychologische onderzoek zonder onderlichaam. Ze wilde of kon haar onderlichaam niet voelen; in het cib sneed ze in haar vagina en tenslotte hongerde ze zich uit als het ultieme teken van zelfverwerping.
Ook in het heden kunnen dissociatieve mensen “tijd kwijt” zijn, dan voert een deel van de persoonlijkheid handelingen uit waar een ander deel zich slechts beperkt of in het geheel niet van bewust is. Het je vervreemd voelen van jezelf (depersonalisatie) heeft te maken met dissociatieve delen van de persoonlijkheid. Het is een overlevingsmechanisme om te heftige gevoelens buiten jezelf te houden. Het je vervreemd voelen van je omgeving (derealisatie) kan gebeuren als een deel van de persoonlijkheid nog in traumatijd vertoeft. Slachtoffers kunnen ook last hebben van intrusies. Soms zijn dat flashbacks van traumatiserende gebeurtenissen in het verleden of is het in de vorm van onverklaarbare pijn of andere gewaarwordingen die geen duidelijke medische of fysieke oorzaak hebben of stemmen in het hoofd die commentaar geven, ruzie maken, kritiek leveren, huilen, of op de achtergrond aan het praten zijn. Tineke mailde: “Ik voel me soms zooo rustig, onvoorstelbaar en dan voor mijn idee uit het niets zo’n foute nacht. Vanmiddag ook kortsluiting in hoofd, stemmen, geschreeuw, beelden, veel flitsen in m’n hoofd…., wisselende stemmingen.”
Ankers om in hier en nu te blijven
Het is van belang om er de tijd voor te nemen om te begrijpen waar de symptomen vandaan komen en wat ze zouden kunnen betekenen. Een therapeut kan helpen om woorden te vinden voor de intrusies. Niet alle bewustzijnsveranderingen (zoals dagdromen, rijden op de automatische piloot) zijn dissociatief, maar kunnen normale verschijnselen zijn bij b.v. vermoeidheid, stress, ziekte e.d.
Voor het onder controle krijgen van dissociatie kan men oefeningen doen, zoals het leren gebruiken van ankers. Dat zijn objecten, geuren en smaken die helpen om in het hier en nu te blijven, vooral om je vertrouwd en veilig te voelen.
Splitsing in het bewustzijn
Globaal kun je de delen verdelen in delen, die in het hier en nu overleven en delen, die nog steeds in traumatijd verblijven. De delen in traumatijd zijn vaak niet voor rede vatbaar en erg emotioneel. Ze gedragen zich stereotiep, zijn niet in het heden georiënteerd en voelen zich vaak overweldigd.
De mate waarin dissociatieve delen zich van elkaar bewust zijn kan variëren van geen besef, een gedeeltelijk besef tot volledig besef van elkaar. Het is nodig om het wederzijdse besef van de delen te vergroten om tot overeenstemming te komen.
Sommige delen hebben een passieve invloed of gedeeltelijke intrusie. Bij mensen met een dissociatieve stoornis kan het zijn alsof er bij hem of haar compleet verschillende denkwerelden naast elkaar bestaan die elkaar niet begrijpen of die zich met totaal verschillende dingen bezighouden, die gek lijken. Hoe meer je leert begrijpen van de unieke eigenschappen van elk deel, hoe beter je zult kunnen omgaan met de invloed die zij uitoefenen. Je moet begrip leren opbrengen om tot herstel te komen.
Als een deel de volledige controle overneemt noemt men dat switchen. Dan ervaart men dikwijls “tijd kwijt te zijn”. De aanleiding voor het switchen is vaak stress. Voor Tineke kunnen woorden het effect hebben als een donderslag bij heldere hemel. Toen ik het woord deugdzaam gebruikte, switchte zij naar traumatijd en kon zichzelf alleen nog maar zien als het wellustige kind, dat de incest met vader zelf had gewild.
De delen hebben een beperkt repertoire van gedrag en emoties, maar kunnen uitbreiden naar de mate dat zij in het hier en nu functioneren. Soms handelt een deel zeer autonoom en bewaart een ander deel de traumatische herinneringen, waardoor hij/zij alleen maar kan huilen. Tineke had periodes dat ze alleen kon huilen, overspoeld door verdriet. Hoe complexer de opdeling van de persoonlijkheid blijkt te zijn, hoe beperkter het integratieve vermogen van de persoon. Bij Tineke ziet dit er gunstig uit, gezien het beperkte aantal delen. Er zijn jonge delen: deze delen zijn in traumatijd in verschillende vroegere ontwikkelingsfasen blijven steken. Ze hebben vaak onopgeloste gevoelens van verlangen, eenzaamheid, afhankelijkheid, wantrouwen, behoefte aan troost, angst voor afwijzing of de vrees in de steek gelaten te worden. Soms ontkennen ze deze behoeften juist en wijzen die af. Tineke is zich bewust van haar grote angst in de steek gelaten te worden.
Helpende delen: helpen de andere delen voor het welzijn en kunnen heftige gevoelens reguleren, vaak als gevolg van een rolmodel in de buurt of uit een boek. Deze delen kunnen een hulpbron zijn voor de persoon als geheel bij het aanleren van de vaardigheden die noodzakelijk zijn om emoties te kunnen reguleren en empathie voor de andere meer interne delen te leren. Tinekes begeleiders, man en therapeut zijn belangrijke rolmodellen voor haar, waar ze zich voortdurend aan spiegelt.
Delen die oorspronkelijke daders imiteren. Zij namen pijnlijke ervaringen van boosheid, hulpeloosheid, soms van schuld en schaamte op zich. Het zijn “daderdelen”, die beschadigend kunnen zijn. Een enkele keer manifesteert zich zo’n deel. Dan wordt Tineke grof in de mond en/of steekt haar middelvinger op naar anderen om haar gevoelens van afhankelijkheid en kwetsbaarheid te overschreeuwen.
Vechtdelen. Nauw verwant aan de daderdelen zijn de vechtdelen, die ruziën en /of vechten en veel last kunnen veroorzaken. Ze overschreeuwen gevoelens van onmacht en onzekerheid (overcompensatie).
Delen die met schaamte beladen zijn. Die moeten ook via de weg van empathie geïntegreerd worden ook al schaamt ze zich ervoor. Het waren overlevers in zware tijden, maar nu moet Tineke de juiste context bezien.
Delen vermijden elkaar onderling vaak, dat heet: de fobie voor de dissociatieve delen. Daardoor is er veel interne strijd, die energie kost.
Herstel
Alleen door erkenning en acceptatie is het mogelijk jezelf op een positieve manier te veranderen en op een zo goed mogelijke, volwassen manier te functioneren.
In de schematherapie leren we, dat de gezonde volwassene sterker moet worden ten koste van de kinderen e.a. Het is een moeizaam en tijdrovend proces.
Tineke doorzoekt haar heden en verleden door erover te schrijven en naar mij te mailen. Meestal heb ik een antwoord, dat cognitief helder is en haar meer in de realiteit brengt. Zo groeit de gezonde volwassene. Ook de gelovige Tineke groeit in haar vertrouwen op God en Jezus. We erkennen dat God ons vormt naar het beeld van zijn zoon Jezus. Dus is Jezus ons rolmodel. Hij adviseert de gelovigen om zonder zorgen te leven en alle zorgen bij God te brengen onder dankzegging, daarbij te vertrouwen dat God alle problemen voor ons oplost. Zo’n zorgeloze houding is het omgekeerde van het bange kind, dat zich overgeleverd voelt aan de barbarij en alleen maar ellende verwacht. Natuurlijk empathie voor dat kind, maar beseffen dat de werkelijkheid nu totaal anders is, omdat er verbinding is met de Allerhoogste. Maar vroeger dan? Zorgt God dan niet voor de kinderen? Oei, wat een moeilijke vraag. Als ik de Bijbel lees, dan leer ik, dat God de mensen de verantwoordelijkheid toekent voor hun eigen kinderen te zorgen en ook een opdracht geeft om voor elk kind, dat op zijn of haar pad komt en het nodig heeft, zo mogelijk te zorgen.
De christelijke psychologe drs. Marrie van der Feen heeft een eigen praktijk: stichting Petra in Middelburg voor een grote verscheidenheid aan problematiek. Van relatieproblemen, angsten, burn-out, depressie tot ernstige traumatisering.
www.stichtingpetra.nl
Contact: info@stichtingpetra.nl