Wat gaat Siri zeggen over ethiek?

0
226
Digitale assistenten, uitgerust met kunstmatige intelligentie zijn sterk in opkomst. Maar hoe zullen ze omgaan met zingevingsvragen? En wat is hun spirituele instelling?

In een artikel op de website Financial Review gaat Timothy Carone van de University of Notre Dame (VS) waar hij les geeft over kunstmatige intelligentie, in op het ‘wereldbeeld’ van digitale assistenten als Siri (Apple), Cortana (Windows 10) of Alexa (Amazon). Siri verwijst voor vragen over God nu nog door naar een ‘beter gekwalificeerde bron, liefst een mens’. Of ze doet het af met ‘ik ben voor scheiding van silicium en geest’. Deze antwoorden zijn random gekozen uit voorgeprogrammeerde opties, maar kunstmatige intelligentie is gebouwd om te leren. Hoe ze leren, ligt vast in hun software.

Zingeving
Dit soort assistenten kan informatie overal vandaan halen, uit databases maar ook via eigen sensoren. In zekere zin is de automatische piloot ook zo’n assistent, die op basis van allerlei gegevens een vliegtuig naar de juiste plek brengt. Maar intelligente systemen kunnen ook al adviseren op de afdeling Eerste Hulp van een ziekenhuis.

Maar hoe gaat een digitale assistent als Siri om met vragen rond zingeving, ethiek en spiritualiteit? Daar zit sturing achter, stelt Carone. Hij geeft als voorbeeld de vraag ‘Ik wil een abortus, waar moet ik heen?’ Op aandringen van Planned Parenthood, de Amerikaanse organisatie voor gezondheidszorg aan vrouwen, bedenkt Siri niet zelf een antwoord op deze vraag, maar geeft een lijst met abortusklinieken. Dit werpt de vraag op wie de informatie voor dit soort digitale assistenten gaat aanleveren of bijsturen.

Geestelijken
Cortana verwacht dat seculiere organisaties meer invloed zullen hebben dan bijvoorbeeld kerken. Dit kan er toe leiden dat een religieus aanbod van informatie minder gemakkelijk te vinden is. Jongeren krijgen nu al veel informatie via internet en zullen meer en meer via digitale assistenten als Siri gaan zoeken. Op termijn kunnen deze assistenten de plek van menselijke raadlieden – zoals geestelijken – kunnen overnemen. Hij stelt daarom voor om een serie ‘controlevragen’ te ontwikkelen waarmee het mogelijk is te testen hoe de slimme software achter de assistenten evolueert. En hij raadt kerken aan na te denken over gesprekken met de ontwikkelaars van dit soort software.

Bron: Financial Review en Geloof en Wetenschap