Het begon bij Kepler
In 1603 zag de Duitse astronoom Johannes Kepler een samenstand (conjunctie) van de planeten Jupiter en Saturnus. Kort daarop verscheen er ook een nieuwe ster (nova) aan de hemel; vanaf de aarde gezien stond die vlak bij de conjunctie. Kepler berekende dat zo’n samenstand in een ‘vuur-sterrenbeeld’ ongeveer elke 800 jaar plaatsvond; dus ook rond de geboorte van Jezus, namelijk in 7 v.Chr.
Let wel: Jezus is niet in het jaar nul geboren. Toen de monnik Dyonisius Exiguus in 525 n.Chr. een jaartelling maakte, gebaseerd op de geboorte van Jezus, maakte hij een rekenfout. Jezus is waarschijnlijk in het jaar 3 of 4 v.Chr. geboren. Een conjunctie die een paar jaar daarvoor plaatsvond zou dan voor de wijzen een teken geweest kunnen zijn om op pad te gaan.
Doordat de aarde sneller om de zon draait dan Jupiter en Saturnus leek het in het jaar 7 v.Chr., vanaf de aarde gezien, alsof Jupiter eerst Saturnus inhaalde, toen achterbleef en vervolgens weer sneller ging. Dat betekent dat er maar liefst drie conjuncties waren in 7 v.Chr. (rond 29 mei, 29 september en 5 december). Zou dit verklaren waarom de wijzen de ster een poosje niet zagen en naar Herodes moesten om te informeren naar de Koning van de Joden?
De conjunctie van Jupiter en Saturnus wordt vaak gezien als de ster van Bethlehem. Voor astronomen is dat inderdaad een mooi teken aan de hemel. Maar… er zijn wel meer interessante hemeltekenen.
Op basis van deze informatie kun je verschillende opties nagaan om te zien of ze bij het verslag van Mattheüs passen. Wat zou de ster van Bethlehem geweest kunnen zijn? Bekijk de andere 4 opties in het decembernummer van Weet Magazine dat op donderdag 30 november 2017 is verschenen.