Afghanistan is de nieuwe nummer één op de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors. Het verdringt Noord-Korea, dat twintig jaar lang onafgebroken de lijst aanvoerde, naar de tweede plaats.
Wereldwijd is de vervolging van christenen opnieuw gestegen: 360 miljoen mensen, een stijging van 20 miljoen ten opzichte van vorig jaar in de berekeningen van Open Doors. Dat betekent dat een op de zeven christenen zijn geloof niet in vrijheid kan beleven.
Onderzoekers van de ranglijst (zie document onderaan) schetsen een gitzwart beeld voor de kleine ondergrondse christelijke gemeenschap in Afghanistan: christenen worden geëxecuteerd als hun geloof wordt ontdekt. Sinds de machtsovername van de taliban in augustus gaan talibanstrijders van deur tot deur om christenen op te sporen en te executeren. Afghanistan is nu het gevaarlijkste land ter wereld om christen te zijn. Op bekering tot het christelijk geloof staat de doodstraf.
De machtsovername van de taliban en het vertrek van westerse strijdkrachten uit Afghanistan is een impuls voor islamitische extremisten wereldwijd. “Naast voortzetting van het onnoemelijke lijden van de Afghaanse bevolking, krijgen extremisten wereldwijd een helder signaal: zij kunnen ongecontroleerd doorgaan met hun gewelddadige streven naar macht en invloed”, constateert Open Doors-directeur Maarten Dees.
In Nigeria bijvoorbeeld leidde de machtsovername door de taliban tot een opleving van gewelddadige aanvallen tegen christenen. Extremisten vermoordden er afgelopen jaar 4650 christenen om hun geloof, een kwart meer dan het jaar daarvoor.
Steeds meer is zichtbaar dat christenen en andere minderheidsgroepen niet kunnen rekenen op hun eigen overheid voor bescherming. Ook in de Democratische Republiek Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Mali zijn fors hogere scores te zien van geweld tegen christenen. Sub-Sahara Afrika is de regio met het meeste geweld tegen christenen en daar groeit de angst voor verdere ontwrichting.
China
China zet massaal nieuwe technologie in om de greep op de persoonlijke levenssfeer van christenen te verstevigen. De coronacrisis wordt aangegrepen om de kerk tegen te werken; officieel heet het dat het ‘nationale belang’ niet mag worden ondermijnd. In mei vorig jaar werd nieuwe wetgeving ingevoerd die religieuze leiders verplicht ‘hun moederland lief te hebben, en de leiders van de Communistische Partij (CP) en het socialistische systeem te ondersteunen’.
Landen als India en Myanmar zien China als lichtend voorbeeld als het gaat om ‘nationale eenheid’ te bewaren boven ‘verscheidenheid’. Een vergelijkbaar systeem gebaseerd op loyaliteit en homogeniteit is te zien in landen als Myanmar (nr. 12), Sri Lanka (nr. 52) en Maleisië (nr. 50). ‘Eén land, één volk, één religie’ is het credo.
Foto: een wat minder algemeen bekend beeld van Afhanistan. Pixabay/Amber Clay.