Een moeder en haar schizophrene zoon

0
271
Hoe God mij de schizophrenie van mijn zoon leerde accepteren!
 
In 1998 emigreerde mijn man en ik met onze 2 jongste kinderen (dochter 17jr, zoon 12 jr.) naar Zwitserland. Daarmee werd een droom van mijn man waar. Al 20 jaar gingen wij 3 à 4x per jaar naar onze vakantiewoning in de bergen en regelmatig zei hij tegen mij: «Als ik hier in Zwitserland kan werken heb ik altijd vakantie». Altijd vakantie was het niet, maar wij genieten nog elke dag van onze beslissing. Wij hebben 4 kinderen. Eén meisje en 3 jongens. Twee zijn er getrouwd en hebben wij 5 kleinkinderen. Onze oudste zoon bleef in Enschede studeren en woont nog steeds in Nederland met zijn vrouw en 2 zoons. Onze 2e zoon (ik noem hem in dit schrijven «Tom») studeerde destijds op de bijbelschool in België.

Mijn verhaal gaat over “Tom”.
28 Juni 1998 kwam ik met onze twee jongste kinderen, onze hond, 2 poezen en een konijntje aan in Zwitserland. Mijn man werkte er al een aantal maanden. In juli kwam Tom bij ons een deel van zijn vakantie doorbrengen. Vanaf die tijd begonnen wij een verandering bij hem te zien. Mijn man viel hij regelmatig aan met woorden en hij was erg achterdochtig. Er kwamen toen goede kennissen van ons langs en wij vroegen hen om een keer met Tom te praten. Na het gesprek dat hij toen met Tom had zei hij dat wij ons geen zorgen hoefden te maken en dat het een normaal puberteitsprobleem was.

Gelukkig dachten wij, dan is het een kwestie van tijd. Vervolgens ging Tom voor 2 weken naar de Ukraine naar een oude schoolvriend van de EH (Evangelische Hogeschool). Vandaar belde hij ons de 1ste week op met de woorden «Het lijkt wel of ik gek word», de 2e week ging het iets beter. Vanuit de Ukraine ging hij gelijk weer naar de bijbelschool voor het 2e jaar. De telefoontjes die ik toen kreeg verontrustte mij erg. Af en toe een heel andere stem en totaal verward. Ik was er niet gerust op en in de herfstvakantie reed ik met mijn dochter naar België. Daar troffen wij een zeer angstige Tom aan met onrustige ogen.

Tegen mijn dochter zei ik: «Wij nemen Tom mee naar Zwitserland». Achteraf een hele goeie beslissing. Hij vertelde ons later, dat hij neigingen had gehad uit een raam te springen. De bijbelschool is gevestigd in een oud klooster met hele hoge ramen. Op de bijbelschool gaven zij ons het advies om Tom in Nederland naar pastoraal centrum Saron te laten gaan. Omdat het helemaal niet goed met hem ging hebben wij hem daar in november naar toe gebracht. Maar helaas ging het daar alleen maar slechter met hem. Hij vertelde dat God hem had gezegd dat hij de grootste evangelist aller tijden zou worden. Hij raakte daar in zijn eerste psychose (achteraf weten wij nu wat dat is). Er was geen psychiater voorhanden en zij lieten hem gaan!! Gelukkig woonde onze oudste zoon in Enschede en daar is hij in eerste instantie naar toegegaan.

Onze zoon probeerde hem zo goed mogelijk op te vangen, maar Tom was totaal in de war. Af en toe zette mijn zoon hem letterlijk buiten voor de deur om af te koelen (het was december). Na een noodtelefoontje van Tom zaten mijn man en ik totaal hulpeloos te bidden om Gods hulp. Niet te vergeten onze 2 jongste kinderen hadden ons ook nodig (nieuw land, school in een andere taal etc.).

Op dat moment belde een bevriende voorganger uit Aalsmeer op. Hij zei: »Ik heb mijn auto aan de kant gezet om met jullie te kunnen bellen, ik denk heel sterk aan Tom, is er wat met hem?» Ik zei: «ik ben zo blij dat je belt» en ik vertelde hem verdrietig de situatie. Hij zei gelijk laat hem maar naar mij en mijn vrouw toekomen. Het was 2 weken voor de kerst. Mijn man vloog naar Nederland om Tom daar te brengen. Het liefdevolle echtpaar heeft een week met hem een cursus doorlopen om hem vrij te maken van alles wat hem belastte. (Misschien is het nog goed om te vermelden, dat er op de bijbelschool een oud student was, waarschijnlijk ook ziek, die de hele tijd Tom lastig viel over verhalen over boze geesten die daar waren, verder waren vele liederen uit het liedboek niet goed, de kerk waar wij als ouders naar toe gingen was ook beïnvloed door Satan (gewone geref.kerk) etc. Als wij de directie daarover belden, was het antwoord: «Daar moet Tom boven staan. De andere studenten trekken niks van hem aan». Dat was juist de reden dat Tom juist wel naar hem luisterde, omdat iedereen de persoon links liet liggen. Helaas was deze persoon de trigger die Tom kreeg voor zijn ziekte).

Met Kerst kwam Tom weer naar Zwitserland. Het bezoek aan onze vrienden had hem heel goed gedaan. Ik kreeg wéér goede hoop! Zij hadden wel gezegd, dat wij verdere hulp moesten zoeken. Zijn verbetering was inderdaad niet van lange duur en via via hoorden wij van een Nederlandse psychiater in Bazel. Wij maakten een afspraak met hem en hij vroeg of Tom eerst zijn levensverhaal op wilde schrijven. Al bij het eerste bezoek zei de psychiater «Tom heeft schizofrenie, bereiden jullie je maar voor op een zware tijd».

Deze diagnose wilde ik niet accepteren en ik hoopte dat hij het niet bij het rechte eind had. Destijds had de dochter van onze buren in Nederland ook schizofrenie, ik wist dus wat het inhield. Ik had haar af en toe opgezocht in de kliniek. Tom zijn gedrag werd steeds moeilijker. Regelmatig sloot hij zich op in zijn kamer. Hij had wel medicamenten gekregen, maar voordat er een positieve werking komt, gaat er een heel proces aan vooraf. Wij hadden hulp nodig.

Ongeveer 20 minuten van ons vandaan was een therapiehuis voor jongeren. De meeste waren ex-verslaafden. Tom ging daar naar toe. Dit bleek niet de juiste keuze te zijn. Het waren liefdevolle mensen, maar zij hadden geen verstand van schizofrenie. Tom werd steeds depressiever en moest naar een psychiatrische kliniek. Daar kregen wij helaas dezelfde diagnose als de psychiater in Bazel ons had gegeven. Onze Tom was totaal in de war. Hij werd opnieuw ingesteld met nieuwe medicatie.

Tot onze grote schrik werd hij in een zeer korte tijd 30 kilo zwaarder. Dit had een uitwerking op mijn 2 andere kinderen die steeds slanker werden. Het was voor iedereen een zeer zware tijd. Gelukkig hadden wij de Heer en vele fijne vrienden. Na een opname van 3 maanden (Tom heeft deze opname tijd niet erg meegekregen, je bent dan teveel in de war. Ik denk dat het voor ons moeilijker was) werd hij ingeschreven in een therapiehuis bij Thun, dat was voor ons 2 en een half uur rijden. Dit was bewust ver weg, omdat Tom anders steeds naar huis zou komen als hij spanning kreeg. Ik wist ik moet doorzetten, anders bleef Tom zijn hele leven kliniek in kliniek uit. Hij had structuur nodig en dat kon ik hem thuis niet geven.

Voor mij was het om hem daar naar toe te brengen en weer terugrijden hartverscheurend. Ik wist wel dat hij daar in goede handen was en dat het hele fijne mensen waren. Tom belde mij regelmatig op met de mededeling «mama ik zie niks». Dat was ook zo, geestelijk gezien, maar ook letterlijk, omdat hij door de medicijnen de mooie natuur niet meer kon waarnemen en daar hield hij altijd zo van. Als het bijvoorbeeld een hele mooie dag was met schitterend uitzicht op de bergen, zeiden wij: «Tom kijk eens wat mooi», dan zei hij: « dat kan ik niet zien « (GELUKKIG NU WEL WEER). Hij werd daardoor heel angstig. Ik probeerde hem dan gerust te stellen door hem aan te horen en hem bemoedigend toe te spreken. Regelmatig zei ik dan: «Tom, je zit in een tunnel en daar is het donker, maar naar mate je naar de uitgang gaat wordt het steeds lichter, totdat je weer in het licht leeft» (Door God ingegeven woorden, want ik had er geen verstand van. Het kwam wel uit op den duur).

Om de 2 weken kwam hij een weekend naar huis en dan brachten wij hem zondagavond weer terug. Die weekenden waren «destijds» niet gemakkelijk. Hij praatte dan erg op je in en was erg argwanend.
Na een maand of 10 kwam hij plotseling tussen de week naar huis. Reizen heeft Tom altijd heel goed gekund. “Mama ik ga niet meer terug. Ik heb een boze geest” Mijn man was in Nederland. Ik probeerde op Tom in te praten. Ik zei “Nee Tom, dat is niet zo. Destijds hebben zij in Aalsmeer een week voor je gebeden en het is echt niet zo!» Maar Tom zei: «Dat kan je wel zeggen, maar ik merk het toch». Hij wou er niet aan, wat ik ook zei.
Iemand van onze kerk had een dochter met psychische problemen en die werd vaak geholpen door de heer Schulthes van het Leger de Heils in Zürich. Hij had de gaven van onderscheiding van geesten. Hij was er vroeger zelf mee belast. Elke zondagavond kon je na de dienst een persoonlijk gesprek met hem krijgen.

Ondertussen was mijn man weer thuis en wij gingen met z’n drieën naar de dienst in Zürich. Na de dienst nam de heer Schulthes ons apart en wij vertelden van Tom zijn angst dat hij bezeten was. Hij bad en sprak ook met Tom en hij zei: «Volgens mij niet, maar kom morgenmiddag terug, dan vraag ik enkele vrouwen en dan bidden wij met elkaar».

Mijn man moest werken, maar ik ging met Tom maandagmiddag weer naar Zürich voor gebed. Voor mij behoorlijk eng, want zo goed was mijn Duits nog niet, maar voor Tom deed ik alles! Tom en ik kwamen daar aan en er waren behalve de heer Schulthes nog drie vrouwen. Wij begonnen om de buurt voor Tom te bidden. Tom moest in de genezing staan. Ik heb daar zeer intensief voor onze Tom gebeden. De heer Schulthes zei na afloop, dat hij niks merkte van boze geesten. Wij weer terug naar huis. De volgende dag kwam Tom ‘s ochtends naar beneden en zei dat hij geen veerschil merkte. Ik voelde mij ontredderd. Ik nam mijn fiets met onze hond en ging een stuk fietsen. Ik huilde en was héél erg verdrietig. Ik begon te praten met God. «Waarom God, waarom is er niets gebeurd!! Wij hebben zo intensief gebeden, met heel ons hart». Wat er toen gebeurde is voor mij een onvergetelijke ervaring van GODS LIEFDE¨

God sprak in mijn hart! Hij zei: «Ik hou van Tom en jullie hebben als gezin Tom nodig. Ik zal Tom niet boven vermogen verzoeken» (1Cor.10 vers 13). Op dat moment begon ik Gods liefde voor ons te voelen en begon ik God te danken voor Tom. Dat God zo met ons bezig is, dat hij ons Tom heeft gegeven. In mijn hart sprak God verder. “Ik maak een beeld van jullie voor in de hemel. Ik ben de pottenbakker « (Iedereen weet dat als men een beeld maakt, het niet gelijk 100% af is. Wij moeten dus bijgeschaafd worden met onze levenservaringen). Dat God zo met ons bezig is!!  

Ik dacht toen ook aan mijn bezoek aan het Leger des Heils, dat ik de dag ervoor gebeden had met 3 wildvreemde vrouwen, die hun middag voor ons hadden opgeofferd. Wat een Liefde!! Ik voelde mij plotseling heel gelukkig. Een totale ommekeer. Tom merkte na die maandagmiddag nog geen verandering, maar ik ben daardoor totaal veranderd. Ik kreeg Godsvertrouwen, dat hij van Tom houdt en dat ik Tom in Gods handen kon leggen. De druk was er niet meer bij mij! Het eerste wat ik mijn dochter zei toen ik terugkwam: «Wij moeten voor Tom gaan danken. God zegt, dat hij van Tom houdt en dat wij als gezin Tom nodig hebben». Ook Tom heb ik toen mijn ervaring verteld, dat God van hem houdt en dat hij hem niet boven vermogen zal verzoeken.

Tom is nog 2 keer opgenomen geweest i.v.m. een psychose, maar ik maakte mij er geen zorgen over. God had mij gezegd: Ik hou van Tom». Nu gaat het heel goed met Tom. Hij woont al ongeveer tien jaar in Bazel en sinds een half jaar in een appartement met ambulante begeleiding. Hij voelt zich daar zo thuis, dat hij steeds minder naar huis komt. Hij werkt 90% in een beschermde werkplaats, vroeger was dat slechts 20 à 30%.  Tom kan alleen niet tegen te veel spanning, verder is hij een gelukkig mens en wij ook.