Schooljuf bereidt kinderen voor op Mercy Ship

0
266
Na vier jaar als onderwijzeres op het ziekenhuisschip Africa Mercy van Mercy Ships te hebben gewerkt, vertrekt Remy van den Bogaerdt nu naar Texas. In het International Support Center (ISC) van de organisatie gaat ze daar kinderen van nieuwe vrijwilligers begeleiden voordat ze naar het schip afreizen. In Nederland wacht ze nu op een Amerikaans visum.

“Mijn cabine is vier jaar mijn thuis geweest”, vertelde zij in een interview met de organisatie. “Ik mis het schip zeker. Het meest nog de diepe relaties die ik met mensen heb ontwikkeld. Vanaf het moment dat je opstaat, totdat je naar bed gaat, deel je je leven met elkaar.”

Toen zijn een poosje rust aan de wal wilde nemen, werd haar gevraagd als onderwijzeres op het hoofdkantoor te komen werken om families te begeleiden als ze naar het schip willen gaan. Dat leek haar een nieuwe uitdaging. In Texas komen drie keer per jaar gedurende zeven weken vrijwilligers om te worden voorbereid op hun verblijf aan boord. Van Bogaerdt neemt daar de kinderen voor haar rekening. Zij wordt ook het aanspreekpunt voor gezinnen. “De begeleiding van tevoren is belangrijk, maar zeker ook als de kinderen het schip gaan verlaten. Mijn verlangen is echt om daarin meer voor hen te betekenen. Mijn ervaring aan boord kan ik hier zeker voor gebruiken.”

Het hoofdkantoor bevindt zich op een groot terrein: Een boerderij, verschillende gebouwen en kantoren, een guesthouse, cafeetje en een stuk bos. Bogaerdt, die daar zelf een zogenoemde Onboarding meemaakte, ziet die als een overgangsperiode, om zich voor te bereiden en even tot rust te komen na al het geregel thuis. “Je krijgt vier weken theorie, veel praten, veel luisteren. Daarop volgt een actieve week met onder meer een Basis Safety Training. Als afsluiting en laatste stap reis je met de hele groep naar een land in Afrika om daar iets voor de community te betekenen. In mijn geval was dat Ghana. Zodat je in een kleinere setting in de praktijk gaat meemaken wat je in de weken daarvoor geleerd hebt,” vertelt ze.

Ze leerde onder meer dat men zelf verantwoordelijk is voor geestelijke groei. “Op het schip, zonder je eigen kerk, kerkdiensten, vriendenkring van thuis is dat wennen. Er worden wel dingen aangeboden, maar bij de samenkomsten zit je met misschien wel vijftig, zestig denominaties bij elkaar. Als ik wil dat mijn relatie met God groeit en verdiept, moet ik daarin zelf actie ondernemen. Op het schip heb ik dat echt geleerd. Als ik terugkijk op die vier jaar is mijn geloof dieper en persoonlijker geworden. Als je huis en haard achterlaat en alles zit in twee koffers, komt het heel erg aan op vertrouwen op God. Door losgerukt te worden van mijn veilige plekje in Nederland, heb ik veel geleerd.”

Ze weet niet of zij ooit terug gaat naar zee of op een basisschool in Nederland werken. “Ik zeg nergens nee tegen, want God heeft het laatste woord. Op het schip was ik in eerste instantie van plan twee jaar te blijven, het werden er vier. Nu ik twee maanden in Nederland ben, zie ik ook echt wel weer de voordelen van dit land. Soms droom ik een beetje weg: wat zou het fijn zijn om gewoon weer salaris te verdienen en op een school te werken, maar dan denk ik ook wel weer: zou ik dat wel kunnen? Ze zeggen wel ‘ruined for the ordinary’, zo voel ik het inderdaad. Soms verlang ik ernaar, gewoon weer normaal, maar tegelijkertijd denk ik dat het me heel snel zou gaan vervelen. Eerst Texas!”