Bijna een derde van de volwassen Nederlanders vindt de Bijbel een relevant boek. Ruim één op de vijf Nederlanders leest er ook in. Opvallend is dat bijna de helft van de christenen de Bijbel niet of nauwelijks opendoet.
Een en ander blijkt uit onderzoek naar het Bijbelleesgedrag van de volwassen Nederlandse bevolking. Het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG) maakte de resultaten ervan deze week bekend.
Het voorgaande, vergelijkbare onderzoek dateert van vijf jaar geleden. “We zijn blij dat het Bijbelgebruik sinds 2017 stabiel is gebleven en dat Bijbellezers aangeven dat de Bijbel een positieve invloed op hun leven heeft”, zegt NBG-directeur Rieuwerd Buitenwerf. “Maar het onderzoek laat ook uitdagingen zien.”
En die zijn: “Driekwart van de Nederlanders en een substantieel deel van de christenen leest niet of nauwelijks in de Bijbel. De behoefte aan hulpmiddelen bij het Bijbellezen is gegroeid en meer positieve aandacht voor de Bijbel in kerk en samenleving is een breed gedeelde wens.”
Afname
De relevantie van de Bijbel én het Bijbelgebruik laten een vrij stabiel beeld zien, nadat tussen 1996 en 2017 wel sprake was van een significante afname. Uit het onderzoek blijkt verder dat van de christenen die de Bijbel relevant noemen, 33 procent er dagelijks of wekelijks in leest, 10 procent minimaal maandelijks en de rest zelden of nooit.
De coronapandemie heeft bij de meesten niet tot een ander leesgedrag geleid; 12 procent zegt intensiever te zijn gaan lezen. Als voornaamste beweegreden om de Bijbel te lezen wordt genoemd: “Het geeft me hoop” (35%). Ook voelen lezers zich erdoor verbonden met God.
Vlaanderen
Bureau Blauw Research voerde eenzelfde onderzoek uit in Vlaanderen. Een opmerkelijk verschil met Nederland is dat van de volwassen Vlamingen 60 procent zich christelijk noemt, tegen 41 procent in Nederland. Het percentage van de bevolking dat de Bijbel leest is ongeveer gelijk.
Foto: Pixabay/Congerdesign