“Ik ben deel van het soepie… Dit is mijn werkomgeving.” Gert-Jan Segers schetst in zijn wekelijkse column aan de leden van de ChristenUnie hoe vervreemdend het politieke bedrijf kan werken. Aan de ene kant het (publicitaire) gedoe rond incidenten. Aan de andere kant echte werk, waarin keuzes moeten worden gemaakt.
“Te vaak worden die belangrijke politieke keuzes echter overschaduwd door politieke ophef. Ophef die, vanzelfsprekend, vaker wel dan niet (ook) door de politiek zelf wordt veroorzaakt”, aldus de CU-fractievoorzitter in de Tweede Kamer. “Maar ik heb soms wel het gevoel dat die beeldbepalende werkelijkheid van politieke ophef een parallel universum is van de wereld, waarin ik samen met collega’s bijna onopgemerkt grote keuzes aan het maken ben. Dat is vervreemdend.”
Hij noemt echter ook momenten “van nog veel diepere vervreemding”. Die ervoer hij bij de stemming over twee aanpassingen van de abortuswet. “Ook als je vindt dat een moeder en een vader goede redenen kunnen hebben voor die keus is het wel een groot, klein drama dat zich dan afspeelt. Maar na aanvaarding van die aanpassingen (afschaffing van de vaste bedenktijd en beschikbaarheid van de abortuspil bij de huisarts) werd er op de Kamerbankjes geroffeld, ook door coalitiegenoten. En een van de initiatiefnemers, in dit geval lid van de oppositie, deelde na de stemming een blij stralende foto van haarzelf op Twitter. Het zijn momenten dat ik me verdwaald voel in een vreemd pakhuis, momenten van echt diepe vervreemding. En soms zijn dat zelfs momenten van verdriet. Dat we elkaar op dit punt totaal niet meer begrijpen…”
Het doet niet af aan zijn overtuiging waarmee hij in Den Haag en de CU in het kabinet zit. “Niet omdat we per se in dit kabinet wilden zitten – volgens mij heb ik dat nu wel genoeg benadrukt – maar wel omdat we geroepen zijn om in soms lastige en zelfs bevreemdende omstandigheden het goede te doen.”
Foto © Anne-Paul Roukema