Pakistan lijkt eindelijk werk te maken van de vrijheid van godsdienst in het land. Die voorzichtige conclusie trekt Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie), nadat eerder vandaag het terdoodveroordeelde christelijke Pakistaanse echtpaar Shagufta Kausar en Shafqat Emmanuel in hoger beroep werd vrijgesproken.
De twee zaten sinds 2013 gevangen op beschuldiging van godslastering. Het echtpaar is verdedigd door dezelfde advocaat die enkele jaren geleden Asia Bibi voor soortgelijke beschuldigingen vrij kreeg, Saïf-ul-Malook. Met hem heeft de Eurofractie van de ChristenUnie goede contacten.
Op initiatief van Van Dalen nam het Europees Parlement eind april bijna unaniem een resolutie aan waarin het van de Europese Commissie een rapport eist om de voorkeursbehandeling van Pakistan in handelsrelaties te herzien. Van Dalen: “Het lijkt erop dat Pakistan nu stappen in de goede richting zet op het gebied van de blasfemiewetgeving. Onze resolutie lijkt in dit proces een katalysator te zijn geweest.”
Pakistan maakt sinds 2014 deel uit van het zogenoemde SAP+-programma, waardoor het land gunstige handelsvoorwaarden krijgt met de EU. Deze status brengt verplichtingen met zich mee met betrekking tot de bescherming van de mensenrechten, waaronder de vrijheid van godsdienst of levensovertuiging.
Daar is het echter bepaald niet goed mee gesteld in het land. Van Dalen: “Als gevolg van de blasfemiewetten worden onschuldige mensen in Pakistan vervolgd. Ook dit christelijke echtpaar was op valse gronden ter dood veroordeeld. Het lijkt er op dat druk vanuit de Europese Unie Pakistan nu in de goede richting duwt.”