In de Bijbel komen met grote regelmaat profeten voor. Maar wat waren hun kenmerken? Dat is volgens Philip van de Berg van belang om vast te stellen of dit hetzelfde is als profetische gaven. Hij schreef er het boek ‘Kamelenhaar, sprinkhanen en wilde honing’ over. Hoe deed hij dat?
Volgens Van Den Berg is onder de Nederlandse christenheid de belangstelling naar de profeet aan het toenemen vanwege een groeiend verlangen naar geestelijke vernieuwing. Maar van belang is dan te weten wat de Bijbelse kenmerken zijn van een (valse) profeet. Wat was diens boodschap?
Boekanalyse
Van De Berg studeerde geschiedenis en Theologie. Hij is onderzoeker van geloof, geschiedenis en maatschappij. Hij houdt regelmatig lezingen, hij is projectmedewerker en medewerker van een theatervoorstelling. Met zijn boek wil hij onder meer een aanzet doen om de hiervoor genoemde vragen te beantwoorden. Het is ook bedoelt als waardevolle bijdrage aan de discussie en vragen rond profeten en profeteren. Zijn boek zou het resultaat zijn van uitgebreide en gedegen onderzoek in het Oude en Nieuwe Testament.
Na een Inleiding volgen negen hoofdstukken ingedeeld in twee delen (de Oudtestamentische en de Nieuwtestamentische profeet). De meeste aandacht gaat naar de functie van de Nieuwtestamentische profeet en de Here Jezus als profeet. Elk hoofdstuk heeft eindnoten, die hoofdzakelijk bestaan uit bronverwijzingen. Tabellen en afbeeldingen zijn toegevoegd. Bijbelteksten komen uit de HSV (Herziene Statenvertaling). Het boek sluit af met een literatuurlijst.
Aanleiding
Het boek is ontstaan door de crisissen van de laatste tijd (Milieu en Corona), maar ook de discussie die de nieuwe VPE-voorzitter (Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten) begon over geestelijk leiderschap in de (lokale) gemeente. Verder omdat er nog de wereldwijde stemming zou bestaan die afstand neemt van geleerdheid (Theologie) en de ‘Geest’ wil benadrukken. Toch zijn nogal wat christenen ervan overtuigd dat het profetenambt ophield in de eerste eeuw.
Evaluatie
Dit is een interessant boek, maar het heeft veel overbodige herhalingen, waardoor het langdradig (saai) wordt. Mede daardoor leest het niet vlot. Dit komt ook omdat het boek een enigszins wetenschappelijk karakter heeft. Opvallend is dat consequent over profeten wordt geschreven in mannelijke termen, terwijl er in de Bijbel toch nogal wat vrouwen als profetessen optraden.
Het boek heeft ook een Ecclesiocentrische (tunnelvisie op de kerk) insteek. Zo wordt gesteld dat profeten alleen in de lokale kerken voorkwamen, terwijl ze in de Bijbel echter vaak buiten de godsdienstige gemeenschapsverbanden optraden en het godsdienstige leiderschap bekritiseerden. Verder valt de grote aandacht voor de Nieuwtestamentische periode op. Blijkbaar wordt deze periode als meer relevant beschouwd. De meest opmerkelijke onjuistheid is dat profeten geen toekomstvoorspellingen deden. De boektitel is er alleen voor de sier. Een eventueel verband tussen ‘Kamelenhaar, sprinkhanen of wilde honing’ en de profeet wordt niet uitgewerkt. Een zoekregister ontbreekt. Er zijn onvertaalde citaten in buitenlandse talen.
Berg, P. v. den, Kamelenhaar, sprinkhanen en wilde honing. De kenmerken van de profeet in Bijbelse tijden. 2020, Philip van den Berg/Stichting Regionaal Geschiedkundig Onderzoek (SRGO), Maasland, 196 pagina’s, € 19,95, ISBN: 97890822651812.