Een nieuw boek over Openbaring. Een leeservaring.

0
655

Gaat het nu gebeuren? Het laatst der dagen, de eindtijd, het vergaan van de wereld, de terugkomst van Jezus? Die vraag klinkt alom, en menigeen geeft daar een antwoord op. De eindtijd is weer volop in de aandacht. Het heeft alles te maken met de corona-crisis, en niemand kan er om heen: het is een wereldomvattend gebeuren met enorme repercussies.

  • Over: Peter Scheele, De beelden van Openbaring. Uitg. Scholten, Zwolle. 2020

Het kan niet anders of een nieuw boek over het Bijbelboek Openbaring trekt de aandacht. Het is van de hand van Peter Scheele, hij werkte jarenlang bij de EO en publiceerde wel eens vaker iets. De coronacrisis komt er niet in voor, in een interview zegt Scheele: “Het boek was net klaar toe die crisis uitbrak.” Als ik het interview goed begrijp acht hij het zeer wel mogelijk dat de coronacrisis alles met de eindtijd te maken heeft. Die eindtijd is volgens hem ‘NU’ (hoofdletters van Scheele) begonnen. Groot respect heb ik voor Scheele’s nauwlettende ijver. Het is een geducht boekwerk geworden: 517 blz. Nog niet zo omvangrijk als het commentaar van Klaus Berger (emerit. hoogleraar Heidelberg), dat 1600 bladzijden telt, maar goed, je hebt altijd baas boven baas. Daar moet bij gezegd worden dat Scheele veel teksten letterlijk overgenomen heeft uit de Bijbel, maar dat is prachtig in kleur aangegeven. Vanuit mijn jarenlange interesse voor Openbaring ben ik dit boek meteen gaan lezen. Scheele volgt geen strikte chronologie, stelt dat verschillende visioenen hetzelfde kunnen aanduiden. Hij ziet niets n de zgn. opname van de gemeente en een duizendjarig rijk. Heel belangrijk is ook dat hij zeer vaak het Oude Testament aanhaalt, op zich is dat niet nieuw, het Grieks Nieuwe Testament van Nestle -Aland doet dat in verwijzingen in de kantlijn, en vele uitleggers gaan al heel lang in dat spoor. Al wekt Scheele wel meer dan eens de indruk dat heel wat profetieën exact in te passen zijn in wat in Openbaring aan de orde wordt gesteld, en vooral ook exact passen in Scheeles schema. Een enkele keer doet hij dat door een aangepaste vertaling, die ik noch in Nederlandse, noch in de Engelse, Duitse of Franse vertalingen die ik gezien heb ben tegengekomen.

Een puzzel. Wow!?
Scheele gaat minutieus te werk. Maar al snel kwamen veel vragen in mij op bij het lezen van zijn boek. Vragen die zich vermenigvuldigden. In een interview zegt Scheele over het boek Openbaring: “Kan het in een paar minuten uitleggen.” Dat kwam op mij niet positief over. Deskundige exegeten zijn doorgaans voorzichtig bij bepaalde vragen die zich voordoen, en zoeken al tastend hun weg. Hij heeft het over een ‘puzzel’ en weet alle ‘stukjes’ aan elkaar te leggen en zo te verklaren dat volgens zijn zeggen alles klopt. Maar het is de vraag of je Openbaring als een puzzel wilt en kunt benaderen. Het taalgebruik is soms bijzonder: “Wow.” Openbaring gaat over verschijnselen die er bepaald niet om liegen en die m.i. wel vragen om een bepaalde benadering. Ook is het voor mij een vraag welke bronnen hij gebruikt heeft, diverse keren noemt hij internetsites, maar daar blijft het bij. Ik neem aan dat hij meer literatuur gebruikt heeft. Ook en juist bij dit Bijbelboek geldt in elk geval het ‘samen met alle heiligen’.

Actualiteit
Wie houdt van actualiteit bij de Bijbel komt in dit boek helemaal aan zijn trekken. Poetin, MH17, porno, games, smartphones , Rusland, Palestijnen, Iran, Tolkien, WO II, Hitler, IS, Assad, microchips, Islam, Israël: het passeert allemaal de revue. Niet dat hij dat altijd letterlijk terugvindt in Openb., maar hij koppelt het wel direct of indirect aan dit Bijbelboek: dit bedoelt de tekst! Daarmee schaart hij zich in de rij van heel wat voorgangers die het Bijbelboek zo uitlegden. Uitleggers in de tijd van de pest in de Middeleeuwen pasten het boek ook toe op hun tijd, uitleggers in de Reformatietijd zagen in de pauselijke heerschappij de antichrist of het beest (overigens in navolging van Roomskatholieke monastieke anti-pauselijke bewegingen in de late Middeleeuwen), de Amerikaan Hall Lindsey zag in de tien koppen van het beest uit het boek Openbaring de toenmalige EEG (toen bestaande uit 10 staten, nu uit 26). Scheel past, afgezien van een aantal referenties aan de Romeinse tijd, een groot deel van zijn uitleg toe op onze tijd.

Tempel van God
Bij het lezen van het boek van Scheele kwam vraag na vraag bij mij op. Ik ga niet op elk detail in, richt me op een paar belangrijke lijnen in zijn boek. Volgens hst. 3 van zijn boek zou Openb. 11 het hart van Openbaring aangeven, maar er ontstaan bij zijn uitleg al heel wat vragen. M.b.t. Openb. 11 : 1 en 2 schrijft hij op blz. 33, 34, 35 : de tempel van God is het aardse Israël zijn, en het meten duidt op: afbreken (‘en misschien herbouwd?’PS). “Jeruzalem en de tempel worden afgebroken en de rol van Israel is voor een bepaalde afgeronde periode voorbij” (blz. 34). Echter: in Openb. 11:19, nog hetzelfde visioen, staat dat die tempel (Gr. naos : heiligdom, niet gebouwen, dat is in Gr. hieron) ‘ de tempel van God’, dezelfde woorden als in vs.1 ) in de hemel is, zie ook 14:17: tempel die in de hemel is, en 7:15: ‘zijn tempel’. Verder: 14:15; 15:5,6,8. 16:1.17, alle in de hemel, zie het verband van deze verzen. Alle aanduidingen van ‘tempel’ in het boek Openbaring betreffen de tempel in de hemel. Daar wordt de uitleg niet gemakkelijker van! In elk geval dat duiden als de aardse tempel in Jeruzalem ten tijde van de Romeinen gaat m.i. veel te ver. Een tempel in de hemel: voor ons vreemd, voor Johannes niet en voor zijn eerste lezers kennelijk niet. Daar wordt God aanbeden. Daar is ook een ark (11:19),een boekrol (5:1), een altaar (6:9), een wierookvat en reukwerk (8:3). Alle in de hemel, blijkens het verband. Daar is een hemelse liturgie. In apocalyptische literatuur uit die tijd is het helemaal niet zo vreemd. Je komt het bijv. ook tegen in het boek 1 Henoch, een oud-israëlitisch geschrift uit de tijd rond het begin van onze jaartelling. Zie 1 Henoch 14 en 26. Er is trouwens ook oorlog in de hemel (12:7). Voor moderne westerse oren uitermate vreemd. Maar dat komt mede omdat wij zo onze onderscheidingen en scheidingen hebben. Dat is in Openbaring kennelijk anders.

De twee profeten
Scheele stelt dus dat het gaat over het afbreken van de tempel te Jeruzalem in 70 n.C. Even later schrijft hij dat de twee getuigen, de twee profeten, Mozes en Elia zijn, ook Wet en Evangelie, en die zijn weer (!) een beeld voor Israël. Drie en een half jaar zal dat Israël profeteren, dat zijn dan wel profetische jaren. Dan worden de twee profeten overwonnen en gedood volgens Openb. 11, dat is volgen Scheele de Holocaust, (blz. 47: ‘Hitler was de dood van Israel’ ). Hij onderbouwt dat verder aan de hand van Openb. 17 dat hij koppelt aan Openb. 20. In Openb. 17:8 en 11 gaat het over het beest met de zeven koppen en de tien horens dat door Johannes gezien is, en dat ‘was en is niet en dat binnenkort zal opkomen uit de afgrond’ (17:8) , het beest dat zelf ook een achtste (17:11)is en komt uit de zeven. Die zeven koningen zijn de zeven keizers van het toenmalige Romeinse ijk, van Ceasar tot en met Gaia (inclusief Nero), het Romeinse rijk en de stad Rome spelen dus een belangrijke rol , en die achtste is Hitler, een duivels rijk dat komt nadat het Romeinse Rijk verdwenen is en na een periode van duizend jaar gebondenheid van de duivel . ‘Uit de zeven’ betekent niet fysiek een nakomeling van maar ‘uit hetzelfde hout gesneden’ en de tien horens zijn de tien bondgenoten van het rijk van Hitler. Scheele erkent dat er meer bondgenoten van Duitsland geweest zijn, ‘op de reservebank’ zoals hij dat zegt, maar tien hoeft niet exact te zijn . Het beest gaat de vrouw op het beest (Rome, maar ook Hitler blz. 234) haten en verbranden met vuur, het beest is Hitler , de vrouw ook, waaruit Scheele de conclusie trekt dat het rijk zichzelf zal vernietigen, en dat is precies wat Hitler gedaan heeft met zijn dwaze strategie, waardoor hij zijn eigen ondergang bewerkte. Het rijk van Hitler werd slachtoffer van zichzelf. De dood van de 2 getuigen en hun dode lichamen liggend op de straat van de grote stad duiden op de Holocaust (1939-1945) De 2 profeten uit Openb. 11 staan weer op, dat is 1948: de vestiging van de staat Israël in 1 dag. Alleen de hemelvaart van Israël moet nog plaatsvinden, en dat zal niet al te lang meer duren. Dat zou kunnen zijn óf wanneer Israël het koningschap over de wereld overneemt en de regie krijgt onder leiding van koning Jezus, óf wanneer heel Israël tot bekering komt, (hij verwijst naar Rom. 11: 26), óf opgenomen wordt in de geestelijke tempel van God (260).

Israëlboek
Scheele ziet Israël wel heel vaak terug in teksten uit Openbaring. Het is de vrouw uit Openb. 12:1, de 12 sterren uit Openb. 12:2, de aarde uit 12:12, ‘tijd, tijden en een halve tijd’ (derde Romeinse ballngschap van Israël) in 7:23, idem de 4 paarden ‘ uit hst. 6: de 4 winden zijn de 4 gerichten van God en ook ‘de derde ballingschap van Israel’; het is de maan uit 6:12, de drie derde delen uit hst. 8 (1/3 van het volk Israel op de aarde, 1/3 op de zee (= in Romeinse Rijk), en 1/3 aan de rivieren (=volken, naties), ook zon , maan en sterren uit 8: 12, de 144.00 uit Openb. 7 en 14. Zo is zijn boek voor een niet gering deel eigenlijk een Israël boek.

Perspectief
Nogmaals: groot respect voor Scheele, die er zo veel werk van gemaakt heeft. Het boek ziet er verzorgd uit. Maar jammer dat het is zoals het is. En dat is meer dan jammer. Craig R. Koester (hoogleraar Nieuwe Testament Luthers Seminarie Minnesota VS) schrijft in zijn boek over Openbaring dat het boek in eerste instantie niet is geadresseerd aan westerse mensen van de 21e eeuw, maar ‘aan de zeven gemeenten die in Asia zijn’ (Openb. 1:4) in de 1e eeuw na Christus, die te lijden hebben onder vervolgingen en die aangespoord worden om te volharden en daarin bemoedigd worden. Waar zijn de zeven gemeenten in het boek van Scheele ? Ze zijn nagenoeg afwezig . Ook daarin heeft Scheel vele voorgangers, maar het is fundamenteel onjuist. Elke goede uitleg zal daarmee dienen te beginnen. Dat vraagt goed onderzoek naar de context van die eerste lezers. Iemand als Klaus Berger doet dat voortdurend, naast het feit dat hij veel apocalyptische literatuur uit die tijd bij zijn uitleg betrekt. Het begin van Openbaring laat zien dat Christus triomfeert over alle machten en krachten die letterlijk en figuurlijk uit den Boze zijn. Juist die eerste hoofdstukken geven dat hoopvolle perspectief overduidelijk ,overigens met alle ernst van dien. En dat betekent wat voor de 7 gemeenten uit Openb. 1,2,3 en voor de Kerk van alle tijden en plaatsen. Dat is het perspectief, de rode draad waar het echt over gaat. Die lijn aan te geven zeker in onze tijd is de meest waardevolle benadering, juist ook voor de wereldwijde Kerk van Christus. Zeker ook in deze tijd, waarin zo veel gebeurt. Dan zullen er vragen blijven, waarop niet altijd een antwoord is. Maar er is wel een Woord. Christus. Hij komt! En daarop komt het aan in het laatse Bijbelboek.

  • Update 13 juli 2020: Lees ook de reactie van Peter Scheele op deze recensie.

Door C. van Atten / Verkrijgbaar bij de Christelijke boekhandel of bij Pelgrim Online.