Anak Verhoeven (19) behoort tot de wereldtop bij het klimmen. Haar doel is om de beste van de wereld te worden. Dat wil natuurlijk elke topsporter, maar Anaks drijfveer is anders. ”Ik wil in de klimwereld getuigen van Jezus. Zijn liefde is voor alle mensen, dus ook voor klimmers.”
Tekst: Jacco Stijkel
Het is allemaal begonnen in 1991. “Ik was met mijn vrouw in Frankrijk”, vertelt Anaks vader Wim. “Ik zag hoe twee mannen aan het klimmen waren. De ene klimmer zekerde de ander. Dat betekent dat je wordt vastgemaakt, dat als je valt je vast blijft hangen. Dat sprak mij enorm aan. Want zo is God ook: je kunt een misstap maken, maar Hij houdt je vast. Er is vergeving. Toen hoorde ik een stem: ‘het is jouw taak om in de klimwereld Mijn evangelie bekend te maken.’ Ik had nog nooit geklommen, maar we zijn er direct mee begonnen. Inmiddels ben ik internationaal scheidsrechter en zitten we helemaal in de klimwereld. Het is voor ons heel bijzonder dat Anak zo’n goede klimster is. We konden eigenlijk geen kinderen krijgen. Anak is echt een wonder. Het is wonderlijk hoe God alles heeft geleid. Was het altijd gemakkelijk? Dat zeker niet, maar God was er altijd bij. Ons doel is al die jaren hetzelfde gebleven: getuigen van Jezus.”
Eigen keuze
Anak vult haar vader aan: “De drijfveer van mijn ouders is ook die van mij. Wat anderen daar ook van vinden, het is altijd mijn eigen keuze geweest. Wel is het zo dat ik de klimwereld ben ingerold. Klimmen is een kleine sport maar voor mij is het normaal. Als juniore werd ook al snel duidelijk dat ik echt goed ben in deze sport. Bij mijn eerste wedstrijd in de jeugd deed ik direct met de besten mee. Ik ben zelfs wereldkampioen bij de junioren geworden. Ook nu bij de senioren doe ik het goed. Ik wacht nog op mijn eerste overwinning, maar ik ben al wel drie keer tweede geworden. Ik ben ook nog heel jong hè.”
Doorzettingsvermogen
Wat maakt Anak nu zo’n goede klimster? Even blijft het stil. “Om goed te kunnen klimmen is training heel belangrijk. In de top is iedereen sterk. Ik train twintig tot dertig uur in de week, voornamelijk in de klimhal. Ook moet ik er veel voor laten. Ik moet eigenlijk altijd doortrainen, kan niet zo maar even een week op vakantie. Ik zou bijvoorbeeld graag eens leidster willen zijn op een christelijk kinderkamp, maar dat gaat nu niet. Dit zijn gewoon wat voorbeelden. Ja natuurlijk vind ik het lastig om eigenlijk continu met klimmen bezig te zijn. In de top geeft doorzettingsvermogen het verschil. Bij het klimmen gaat het om zo hoog mogelijk te komen. Het is afgelopen als je valt. Het gaat erom om zo te vechten tegen de pijn, de klimmuur en jezelf om het moment uit te stellen dat je valt.”
Nooit opgeven
Vader Wim: “Dat kan Anak heel goed. Een goed voorbeeld is je adem inhouden of dat je bijvoorbeeld aan een stang hangt. Vaak kun je het nog wel iets langer volhouden op het moment dat je stopt. Dat is in topsport het verschil tussen winnen en verliezen.” Anak: “Doorzettingsvermogen is ook belangrijk als het gaat om inzicht. Voor een wedstrijd mag je de route op de klimwand van de grond even bekijken. Het is altijd nieuw, je hebt het parcours nooit eerder geklommen. Routebouwers zorgen er voor dat er momenten zijn die echt heel lastig zijn. Op zo’n moment is doorzettingsvermogen essentieel. Dan niet stoppen, maar juist zoeken naar hoe je moet klimmen. Nooit opgeven. Niet in de wedstrijd, maar ook niet tijdens een training. Klimmen is dus niet alleen fysiek zwaar, maar zeker ook mentaal. Kijk, iedereen klimt alleen. Je zit voor de wedstrijd in isolatie. Per klimster ga je naar buiten en klim je je wedstrijd. Je weet dus niet wat je concurrenten hebben gedaan. De beste acht klimsters klimmen vervolgens de finale en het niveau van deze klimsters ligt heel dicht bij elkaar.” Het geeft Anak stress. “Ja, kan ik het wel? Mensen verwachten ook zoveel van mij, kijken naar mij. Voor mijn gevoel ben ik continu aan het vechten. Wat ik dan doe? Ik ben eigenlijk steeds aan het praten met God. Ik geef het aan Hem over. Dat betekent niet dat de stress dan zomaar weg is, maar wel dat ik ermee om kan gaan.”
De beste worden
Anaks doel is duidelijk: zoals ze wereldkampioen werd bij de junioren, wil ze nu de beste worden bij de senioren. Vader Wim: “Als je niet de beste wil worden, heb je niet de juiste mentaliteit voor topsport.” Anak: “Je mag van God ook ergens in uitblinken. Hij heeft je het talent gegeven en in mijn geval is dat klimmen. Maar als ik zeg dat ik de beste wil zijn, klinkt dat heel egoïstisch. Ik doe niet mee omdat ik de sport zo leuk vind, het gaat mij om het winnen. Ik zou het best moeilijk vinden om te blijven klimmen als ik steeds in de subtop zou eindigen en niet het groeiperspectief zou zien om de beste te zijn. Sommige klimmers zijn helemaal idolaat van hun sport, genieten van niets anders dan het klimmen. Dat is bij mij niet zo. Ik moet er daarvoor teveel doen en laten. Ik zou op een iets lager niveau kunnen klimmen en wellicht dan meer genieten van de sport zelf, maar dat is voor mij geen optie.”
Afgod
Anak vindt het niet een gemakkelijke weg. “Sport kan heel snel een afgod worden. Het succes ook. En natuurlijk ikzelf ook. Zoals ik al zei: veel draait in de sport om mij en mijn lichaam. Ik ben heel perfectionistisch. Het is heel belangrijk dat ik continu mijn focus goed stel: ik doe aan deze sport om andere mensen te vertellen over God en Jezus. Dat er alleen bij Hem redding te vinden is. De klimwereld is best een aparte wereld van vrijbuiters. Mijn doel is te vertellen dat ware vrijheid alleen bij Jezus te vinden is. Zijn liefde is voor alle mensen, dus ook voor klimmers.”
Curiositeit
In Vlaanderen is het niet gebruikelijk om over het geloof te spreken. Vanuit de rooms-katholieke cultuur wordt geloof vooral als een privézaak gezien. Bovendien is in Vlaanderen de tendens, nog sterker dan in Nederland, om het geloof te zien als iets dat achterhaald is. “In interviews gaat het altijd ook of liever juist over mijn geloof. Een 19-jarig meisje dat gelooft in God wordt als een curiositeit gezien. Als ik nu een oma was, is het nog enigszins begrijpelijk. Het geloof hoort nog bij die generatie. Maar zeker niet bij jonge mensen die nu opgroeien. Dat is soms ook wel lastig. Aan de andere kant geeft het natuurlijk geweldige kansen om te getuigen en daar doe ik het juist voor!”
Anak wil niet heel concreet worden over haar doelen. “De beste worden, dat is eigenlijk alles”, lacht ze. “En verder wil ik het stap voor stap doen. Ik zoek daarin de wil van God, wil mij laten leiden door de Heilige Geest. Mijn verlangen is dat mijn leven verloopt zoals Hij het wil.”