De Surinaamse president Chandrikapersad Santokhi ontving zaterdag het eerste NBV21-exemplaar in zijn land. Hij kreeg het uit handen van Rieuwerd Buitenwerf, directeur van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en diens collega Erny van Axel van het Surinaams Bijbelgenootschap.
Tijdens een viering in de Grote Stadskerk van Paramaribo benadrukte Santokhi het belang van een nieuwe vertaling in modern, gangbaar Nederlands voor jongere mensen. “De Bijbel brengt de verbinding tot stand tussen gelovigen en de schepper.”
Ook gaf hij aandacht aan de Surinaamse inbreng. Hij noemde het bijzonder en belangrijk dat de NBV21 tot stand kwam op basis van reacties uit alle Nederlandstalige landen. Anders dan in Nederland en Vlaanderen is in dit land de NBG-vertaling uit 1951 nog steeds de meest gebruikte vertaling.
De Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 vond in Suriname weinig ingang, onder meer vanwege het ontbreken van eerbiedshoofdletters en vertaalkeuzes die soms ver afweken van de vertaling waarmee men vertrouwd was. Omdat deze kritiek in de NBV21 verwerkt is, klinkt er nu wél enthousiasme over deze nieuwe vertaling. Ook in Suriname is de ervaring dat het Nederlands van de vertaling uit 1951 inmiddels stevig verouderd is.
Bevolkingsgroepen
Nederlands is nog altijd belangrijk in Suriname. Het wordt op scholen onderwezen. Ook in de kerken in de dichter bevolkte gebieden wordt meestal Nederlands gesproken en uit een Nederlandse Bijbel gelezen. Maar thuis gebruiken mensen vaak de taal van hun eigen bevolkingsgroep. In de binnenlanden wordt sowieso veel minder Nederlands gesproken. Het Surinaams Bijbelgenootschap werkt daarom aan Bijbelvertalingen voor de diverse bevolkingsgroepen die het land rijk is.
Tijdens de viering rondom de NBV21 werd deze vertaling omarmd door de verschillende culturen in Suriname. Er klonken gebeden in het Aukaans en Javaans en er waren kleurrijke Javaanse, Hindoestaanse en Marron dansen.
Foto: Rieuwerd Buitenwerf (l.) en Erny van Axel (r.) overhandigen de NBV21 aan president Santokhi © Foto NBG, Paul Doth