Your name says it all (Uw naam zegt alles!). Hier een aantal namen voor onze Heer Jezus Christus, zoals wij die in de Bijbel tegenkomen.
Immanuël (God met ons) – (Matthéüs 1:23)
Eerstgeborene – (Hebreeën 1:6)
Goede Meester – (Marcus 10:17)
Beeld Gods – (2 Corinthiërs 4:4)
Heiland der wereld – (1 Johannes 4:14)
Levende God – (1 Timótheüs 4:10)
Woord des levens – (1 Johannes 1:1)
Waarachtige God – (1 Johannes 5:20)
Afgekeurde hoeksteen – (Lucas 20:17)
(Zons)Opgang – (Lucas 1:78)
Kracht Gods – (1 Corinthiërs 1:24)
Licht – (Johannes 1:9)
Herder – (Johannes 10:11)
Onze Heer – (Romeinen 6:23)
Vorst en gebieder der natiën – (Jesaja 55:4)
Koning der eeuwen – (1 Timótheüs 1:17)
Begin en einde – (Openbaring 21:6)
Zoon zijner liefde – (Colossenzen 1:13)
Lam Gods – (Johannes 1:36)
Zoon van de Gezegende – (Marcus 14:61)
Zoon des Allerhoogsten – (Lucas 1:32)
Ware wijnstok – (Johannes 15:1)
Beproefde steen – (Jesaja 28:16)
Waarheid – (Johannes 14:6)
Engel des verbonds – (Maleachi 3:1)
Leidsman – (Matthéüs 2:6)
Middelaar – (Hebreeën 12:24)
Zaad van de vrouw – (Genesis 3:15)
Here der Heren – (1 Timótheüs 6:15)
Priester – (Hebreeën 5:6)
Blinkende morgenster – (Openbaring 22:16)
Hoop der heerlijkheid – (Colossenzen 1:27)
Weg – (Johannes 14:6)
Opstanding en het leven – (Johannes 11:25)
Koning der gehele aarde – (Zacharia 14:9)
Engel zijns aangezichts – (Jesaja 63:9)
Voorspraak bij de Vader – (1 Johannes 2:1)
Verzoening voor onze zonden – (1 Johannes 2:2)
Wijsheid Gods – (1 Corinthiërs 1:24)
Eersteling – (1 Corinthiërs 15:23)
Rechter over levenden en doden – (Handelingen 10:42)
Hogepriester onzer belijdenis – (Hebreeën 3:1)
Hogepriester – (Hebreeën 4:14)
God – (Johannes 20:28)
Geliefde – (Efeziërs 1:6)
Voleinder des geloofs – (Hebreeën 12:2)
Uitverkoren – (1 Petrus 2:4)
Hoofd van het lichaam, de gemeente – (Colossenzen 1:18)
Erfgenaam van alle dingen – (Hebreeën 1:2)
Heilige knecht – (Handelingen 4:27)
Heer over de sabbat – (Lucas 6:5)
Leven – (Johannes 14:6)
Vorst – (Jesaja 55:4)
Onzienlijke – (1 Timótheüs 1:17)
Vredevorst – (Jesaja 9:5)
Steen des aanstoots – (Romeinen 9:32)
Ons paaslam – (1 Corinthiërs 5:7)
Rabbi – (Johannes 6:25)
Scepter uit Israël – (Numeri 24:17)
Heer over allen – (Romeinen 10:12)
Losprijs – (1 Timótheüs 2:6)
Rechtvaardige Spruit – (Jeremia 23:5)
Mijn geliefde – (Matthéüs 12:18)
Volheid der godheid – (Colossenzen 2:9)
Deur – (Johannes 10:9)
Immanuël (God met ons) – (Matthéüs 1:23)
Eerstgeborene – (Hebreeën 1:6)
Goede Meester – (Marcus 10:17)
Beeld Gods – (2 Corinthiërs 4:4)
Heiland der wereld – (1 Johannes 4:14)
Levende God – (1 Timótheüs 4:10)
Woord des levens – (1 Johannes 1:1)
Waarachtige God – (1 Johannes 5:20)
Afgekeurde hoeksteen – (Lucas 20:17)
(Zons)Opgang – (Lucas 1:78)
Kracht Gods – (1 Corinthiërs 1:24)
Licht – (Johannes 1:9)
Herder – (Johannes 10:11)
Onze Heer – (Romeinen 6:23)
Vorst en gebieder der natiën – (Jesaja 55:4)
Koning der eeuwen – (1 Timótheüs 1:17)
Begin en einde – (Openbaring 21:6)
Zoon zijner liefde – (Colossenzen 1:13)
Lam Gods – (Johannes 1:36)
Zoon van de Gezegende – (Marcus 14:61)
Zoon des Allerhoogsten – (Lucas 1:32)
Ware wijnstok – (Johannes 15:1)
Beproefde steen – (Jesaja 28:16)
Waarheid – (Johannes 14:6)
Engel des verbonds – (Maleachi 3:1)
Leidsman – (Matthéüs 2:6)
Middelaar – (Hebreeën 12:24)
Zaad van de vrouw – (Genesis 3:15)
Here der Heren – (1 Timótheüs 6:15)
Priester – (Hebreeën 5:6)
Blinkende morgenster – (Openbaring 22:16)
Hoop der heerlijkheid – (Colossenzen 1:27)
Weg – (Johannes 14:6)
Opstanding en het leven – (Johannes 11:25)
Koning der gehele aarde – (Zacharia 14:9)
Engel zijns aangezichts – (Jesaja 63:9)
Voorspraak bij de Vader – (1 Johannes 2:1)
Verzoening voor onze zonden – (1 Johannes 2:2)
Wijsheid Gods – (1 Corinthiërs 1:24)
Eersteling – (1 Corinthiërs 15:23)
Rechter over levenden en doden – (Handelingen 10:42)
Hogepriester onzer belijdenis – (Hebreeën 3:1)
Hogepriester – (Hebreeën 4:14)
God – (Johannes 20:28)
Geliefde – (Efeziërs 1:6)
Voleinder des geloofs – (Hebreeën 12:2)
Uitverkoren – (1 Petrus 2:4)
Hoofd van het lichaam, de gemeente – (Colossenzen 1:18)
Erfgenaam van alle dingen – (Hebreeën 1:2)
Heilige knecht – (Handelingen 4:27)
Heer over de sabbat – (Lucas 6:5)
Leven – (Johannes 14:6)
Vorst – (Jesaja 55:4)
Onzienlijke – (1 Timótheüs 1:17)
Vredevorst – (Jesaja 9:5)
Steen des aanstoots – (Romeinen 9:32)
Ons paaslam – (1 Corinthiërs 5:7)
Rabbi – (Johannes 6:25)
Scepter uit Israël – (Numeri 24:17)
Heer over allen – (Romeinen 10:12)
Losprijs – (1 Timótheüs 2:6)
Rechtvaardige Spruit – (Jeremia 23:5)
Mijn geliefde – (Matthéüs 12:18)
Volheid der godheid – (Colossenzen 2:9)
Deur – (Johannes 10:9)
Post Views:
426