Meer van Israël dan van God houden?

0
797
Sommige christenen lijken meer van Israël dan van God te houden. Tot die conclusie komt Dirk van Genderen in Het Zoeklicht. Hij voelt zich wel verbonden met het Joodse volk, houdt er ook lezingen over, maar constateert dat de liefde ervoor soms in christelijke kring doorslaat. “Dan hebben we Israël en het Joodse volk zo lief, dat we hun geestelijk heil uit het oog verliezen.”

Tijdens zijn lezingen in het land spitsen opmerkingen zich vaak toe op de vraag of aan Joden het Evangelie wel moet worden gebracht. Natuurlijk wel, zegt Van Genderen op grond van de Bijbel. “Het beste nieuws dat er is, mogen we hen toch niet onthouden.” Ook voor Joden geldt dat onder de hemel geen andere naam is gegeven dan die van de Heere Jezus, zegt hij.

Maar veel christenen zijn er volgens hem van overtuigd dat het niet de taak van heidenen is het Evangelie aan het Joodse volk te brengen. Dus het moet aan heel de wereld worden gebracht, met uitzondering van Joden, reageert hij daarop. Hij spreekt ook tegen dat christenen, doordat in naam van het christelijke geloof veel wreeds is gedaan, het recht hebben verspeeld nog onder het Joodse volk te evangeliseren.

Het klinkt volgens de auteur wel bescheiden, maar is naar zijn mening geenszins terecht. Men houdt, vindt hij, van Israël, omdat men van de Heere Jezus houdt. Dat heil is uit de Joden, maar steeds meer gelovigen uit de heidenen blijken zoveel van hen te houden, dat zei geloven dat hun complete volk toch wel wordt behouden, ziet hij. Maar de Bijbel zegt volgens hem kraakhelder dat er alléén behoud is voor degenen die in Christus geloven. “Er is daarbij geen enkel onderscheid tussen Jood en heiden. Er is voor Joden geen aparte weg om gered te worden.”

Soms hoort hij dat bijvoorbeeld een rabbijn aardig is en zich aan Gods geboden houdt, waardoor de Schepper Zich wel over hem zal ontfermen. Men kan, vindt Van Genderen, ook te barmhartig zijn jegens Joden door hen het gevoel te geven dat God hen wel genadig zal zijn.