Gebed als teken van ongeloof?

0
195
We bidden omdat we iets nodig hebben. Er is iets mis met onze gezondheid, of met andere dingen die wij zelf niet in de hand hebben en we vragen God om een oplos-sing, want we geloven dat hij dingen kan veranderen. Ons gebed is dus een teken van ons geloof in God. Maar kan gebed ook een teken van ongeloof zijn?

Door Arie-Jan Mulder

Wat is geloof eigenlijk? Het Griekse woord dat in het Nieuwe Testament gebruikt wordt voor geloof – en ook het oudtestamentische begrip voor geloof heeft die la-ding – is een woord met een brede betekenis: trouw, vertrouwen, betrouwbaarheid. Dat zijn heel concrete begrippen, die iets zeggen over wat er tussen personen ge-beurt. Als er trouw is, dat wil zeggen als mensen elkaar vasthouden, in alle omstan-digheden, dan is er vertrouwen, en de zekerheid dat men van elkaar op aan kan, omdat de ander betrouwbaar is. Geloof betekent – in het Hebreeuws bijna letterlijk – dat je ‘ja’ zegt op wat de ander jou toevertrouwt. Bijna overal in de bijbel waar het woord geloof staat, kunnen we dan ook zonder bezwaar invullen: trouw, vertrou-wen, betrouwbaarheid. Geloof is trouw aan een Heer die we niet kunnen zien, maar die – zo geloven we – trouw is aan ons.

Maar dat levert een lastige vraag op over ons bidden. Want lang niet al onze gebe-den worden verhoord. Wij vertrouwen op God, maar hij antwoordt niet altijd. Is God dan niet trouw aan ons?

Laten we dat eens praktisch maken met een persoonlijk voorbeeld. Ik kom op allerlei plaatsen om te preken of bijbelstudie te geven, en heel vaak zijn er dan lieve men-sen die voor mijn krakkemikkige gezondheid willen bidden. Er is intussen al hon-derden keren voor gebeden en mij is talloze malen totale genezing aangezegd. Maar ik heb nog steeds dezelfde kwalen. Sterker nog: het wordt alleen maar erger. God heeft niet gedaan wat al die behulpzame mensen vroegen.

Ziedaar, het probleem: al deze bidders vertrouwen op God, maar God doet niet wat zij vragen. Is God dan onbetrouwbaar? Wat moeten we daarmee?
Ik denk dat het antwoord zo voor de hand ligt dat we er maar al te makkelijk over-heen kijken: als God niet antwoordt, dan is dat ook een antwoord. Er is ook een antwoord in Gods zwijgen, in de schijnbare stilte die volgt op onze vraag. God kan niet ontrouw zijn en dus moet ook zijn zwijgen een vorm van trouw zijn aan ons. Of anders gezegd: zijn zwijgen is een vraag om blijvend vertrouwen van ons, ook als het niet gaat zoals wij willen. Blijft ons ‘geloof’, blijft onze trouw aan God ook in die omstandigheden in stand?
Eigenlijk laat de bijbel ons vaak genoeg zien, en theologen en gelovigen van alle eeuwen hebben het ook ervaren en ingezien: Gods trouw aan de mensen blijft be-staan, ook als wij alleen maar stilte ervaren, of zelfs een ‘donkere nacht’ waarin God volkomen afwezig lijkt.

Maar als stilte dan ook een manier is waarop God op onze vragen antwoordt, dan moeten we nog eens serieus nadenken over ons gebed. Ik zet het nog even op een rijtje: wij hebben geloof, dat wil zeggen wij willen trouw zijn aan God en hem ver-trouwen, en we vragen hem om hulp bij onze moeiten. We bidden serieus en vol-hardend, we onderzoeken onszelf of we misschien zelf in de weg staan, kortom we doen alles wat we kunnen. Maar God antwoordt niet met een oplossing. Hij ant-woordt door te zwijgen. Natuurlijk mogen we dan eerst nog wel aandringen en doorbidden, maar op een gegeven moment kunnen we maar één conclusie trekken: dat is zijn beslissing en daar moeten we het mee doen (om het maar eens in de termen van een bekende televisie-rechter te zeggen).

Als we op die manier het zwijgen van God als een antwoord durven te accepteren, dan betekent dat wel iets voor ons verdere gebed. Als wij een ‘nee’ van God durven aanvaarden dan is onze vraag dus feitelijk beantwoord. Dat betekent heel concreet dat wij hem er niet meer om hoeven te vragen. Sterker nog: als wij hem dan blijven bestoken met diezelfde vraag, dan leggen we ons dus niet neer bij zijn antwoord. Dan hebben we feitelijk geen vertrouwen in wat hij doet en zijn we niet trouw. Als we dan nog steeds hetzelfde blijven vragen, dan is dat dus eigenlijk een ‘ongelovig’ gebed! Want ons gebed berust niet langer op ons vertrouwen in hem maar alleen nog maar op ons eigen verlangen naar een oplossing voor ons probleem. God heeft immers al antwoord gegeven! En zo kan gebed uiteindelijk zelfs een vorm van on-geloof zijn, een uiting van gebrek aan trouw en vertrouwen. Gebed als een vorm van ongeloof … wie zou dat nu van zichzelf verwachten …?
En dat is dus de reden dat ik eigenlijk niet meer wil dat al die aardige en betrokken mensen voor mijn gezondheid bidden. Als God alle gebeden om mijn genezing be-antwoordt met zwijgen, dan neem ik dat ook aan als een antwoord. En mijn ver-trouwen in hem blijft, en mijn trouw aan hem groeit zelfs als ik op deze manier mijn geloof in hem durf te beleven.

Natuurlijk kan het in de praktijk lastig zijn om te beslissen wanneer we genoeg heb-ben gebeden en Gods zwijgen als antwoord moeten aanvaarden. Daar moet ieder van ons zijn eigen weg in vinden. Maar wat mij daarbij opvalt, is dat God vaak op heel andere manieren en op andere tijden reageert op de nood die we hebben als we tot hem bidden.

Persoonlijk heb ik zo’n moment beleefd tijdens de stilte van een klooster-retraite. Het is intussen al weer jaren geleden, maar toen had ik al erg last van een verslech-terende gezondheid. Ik maakte mij zorgen over hoe het zou gaan als ik lichamelijk nog verder beperkt zou raken. Die vraag legde ik in die stilte-dagen aan God voor. En ergens in die dagen, op een totaal onverwacht moment, terwijl we heel prozaïsch samen in stilte aan tafel zaten te eten, klonk er een stem in mijn gedachten: ‘Waar-om wil je dat weten? Ik ben bij je’. Ik was diep, diep ontroerd. De echte vraag in mijn leven is niet hoe het met mijn gezondheid zal gaan, maar hoe mijn relatie met God zal zijn. Hij liet mij weten dat hij er zal zijn, hij is trouw in alle omstandigheden. Mijn gezondheid is slecht, en zal waarschijnlijk nog verder verslechteren, maar God is bij me en hij gaat met mij mee erdoorheen. Wat ontzettend liefdevol van hem om mij daarin zo te bemoedigen.

Als God dan op deze manier tegen mij heeft gezegd dat ik mij in alle omstandighe-den aan hem vast kan houden, dan heeft hij dus ook met zoveel woorden gezegd dat ik mijn omstandigheden verder moet accepteren zoals ze zijn. Die God, die zo-veel van mij houdt dat hij de moeite neemt om mij persoonlijk te bemoedigen in de grote vragen van mijn leven, die God wil ik trouw zijn. En mijn vertrouwen op hem is niet meer gericht op de vervulling van mijn persoonlijke verlangens, maar op hemzelf, ook al begrijp ik er niets van. Die liefdevolle vader wil ik niet ontrouw zijn door hem te blijven vragen om dingen te veranderen (met name mijn gezondheid) als hij mij daarin al zo liefdevol de weg heeft gewezen. Zo’n gebed zou een vorm van ontrouw en dus van ongeloof zijn.

Voor mij persoonlijk is dit een bijzondere vorm van genade om zo’n duidelijk ant-woord te krijgen op mijn gebeden. Dat helpt mij nu al jaren om met mijn omstan-digheden om te gaan. Maar ook als we niet zo’n concreet antwoord krijgen op onze gebeden, dan mogen we op enig moment accepteren dat zijn zwijgen een antwoord is op onze gebeden. Dat is trouw, dat is vertrouwen, dat is geloof, ook als we God niet begrijpen en ook als we de situatie moeilijk vinden. Want God blijft trouw, ook als hij lijkt te zwijgen.