Door Henk Herbold
Graai cultuur in de wereld
Een bankdirecteur in ons land krijgt bijna een loonsverhoging van vijftig procent. De kranten staan er weer vol van, de verontwaardiging is groot (Maart 2018).
Al jaren ergert iedereen in ons land zich groen en geel aan de graaiers in de (semi) publieke sector. Dikke salarissen en bonussen voor topbestuurders worden betaald. Al te vaak worden ook nog ‘wanprestaties’ van bestuurders beloond met een bonus of een gouden handdruk, dit alles noemt men de ‘graai cultuur’. Het gaat vaak om mensen die feitelijk al genoeg hebben en toch steeds meer willen.
Helaas komen we ook in het evangelie werk, beroemde predikers tegen die een zeer luxueus leven leiden. Men vraagt zich terecht wel eens af, of het allemaal nog in redelijke verhoudingen staat tot de boodschap van het evangelie, die toch een sobere levensstijl voorstaat.
Het staat echt in de Bijbel, lees maar 1 Tim.6:8-10 “Als wij voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden moeten zijn….”
Er zijn echter bekende evangelie dienaren in de wereld, die deze boodschap van de apostel Paulus absoluut niet serieus nemen. Ze leven namelijk op het niveau van een beroemde filmster. Men bezit verschillende landhuizen, bungalows, villa’s, zwembaden, landgoederen van velen miljoenen, dure auto’s, privé vliegtuigen, een luxe jacht etc. etc.. Ze weten hun publiek heel handig te bespelen, waardoor mensen soms zelfs leningen afsluiten, of hun hypotheek verhogen, alleen om een grote som geld te geven aan de evangelist. Met als gevolg, men leeft zelf in weelde, maar de mensen die hun steunen moeten soms jarenlang het geleende geld weer terugbetalen. Je kunt je afvragen of God wil dat mensen die het evangelie prediken, op deze manier rijk worden.
Begrijp ons alstublieft niet verkeerd. Het is goed als dienaren van God het niet arm hebben en zich een normaal bestaan kunnen veroorloven. Maar dat is totaal iets anders dan rijk worden van de financiële offers van de mensen. Daarvoor zijn de giften van deze mensen die het evangelie werk willen steunen, zeker niet bedoeld geweest.
God heeft niets tegen rijkdom
Nu klinkt het wellicht wat tegenstrijdig, maar toch heeft God niets tegen rijk zijn. Ook Abraham, Izaäk en Jakob waren zeer rijk. Salomo was rijk en als hij gezegend wordt door God wordt hij zelfs nog rijker. Dat was ook typisch voor het Oude Testament: de zegen van God is heel concreet, je wordt gezegend met schapen en runderen, met ezels en kamelen.
Maar Jezus, was Jezus dan rijk? Jezus was zeker niet rijk aan aardse goederen. Sommige evangelie predikers beweren van wel, maar daar is geen enkel Bijbels bewijs voor. Nee, Hij had geen bezittingen en streefde daar ook niet naar. Jezus zegt in Mat.8:20, dat Hij nog geen steen had om Zijn hoofd op te leggen. Ondanks dat had Jezus geen gebrek, omdat Jezus toegang had tot Gods voorziening. Hij had zelfs voortdurend meer dan genoeg over, om uit te delen aan mensen in nood die Hij tegenkwam. Hij was in staat de 5.000 te eten te geven met 2 broden en 5 vissen, omdat Hij toegang had tot de bronnen van voorziening. Dat is feitelijk de echte rijkdom. Een kind van God wat in navolging van Jezus, leert te leven vanuit Gods voorziening, zal ook nooit gebrek hebben. God is instaat om ons te geven wat we nodig hebben en daar bovenop nog meer, zodat we genoeg hebben om te delen met de armen.
De Bijbel wijst het hebben van veel geld dus niet af, maar wel de geldzucht. In 1 Tim.6:9 heeft de Bijbel het over mensen die graag rijk willen worden. “Maar wie rijk willen zijn, vallen in verzoeking, in een strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.”
Welvaart, vloek of zegen?
Als we dit lezen kunnen we ons afvragen, is de welvaart dan niet een gevaar voor christenen? Maakt het ons niet hard en koud en individualistisch? Men zegt wel eens, hoe welvarender mensen zijn, hoemeer men denkt God niet meer nodig te hebben. “We hebben het dan te goed” zeggen mensen wel eens. Maar de welvaart op zich is natuurlijk niet de boosdoener: daar kun je ook blij mee zijn en dankbaar voor zijn. Maar de zucht naar meer welvaart, meer, beter, hoger, duurder. Dat noemt Jezus in de gelijkenis van de zaaier “het bedrog van de rijkdom” (Marcus.4:19).
Is er dan wat mis met geld? En… is er wat mis met mensen die rijk zijn? Is er wat mis met de mensen die op de lijst van Quote staan? Ik kan u verzekeren, volgens de Bijbel helemaal niks.
De Bijbel waarschuwt dus alleen voor de onbeheersbare zucht naar geld, dat leidt ons verder van God af. In 1 Tim.6:10 staat: “Want geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.”
Veel christenen lezen deze tekst echter zo: “Want het geld is de wortel van alle kwaad”. Maar het Woord van God heeft nooit gezegd dat geld de wortel zou zijn van alle kwaad, maar wel het onbeheersbare verlangen ernaar. Het geld heeft van zichzelf geen vermogen goed of kwaad te doen. Het zijn de handen waar het in terecht komt die er kwaad of goed mee kunnen doen. Want natuurlijk, wij hebben geld nodig om normaal, goed te kunnen leven. We hebben o.a. geld nodig om zending en evangelisatie te ondersteunen. We doen alles met geld.
Maar, het geld in de handen van een kind van God moet gezien worden als een instrument om God te verheerlijken en nooit om er alleen zelf beter van te worden. Onze financiën kunnen beslist een zegen zijn voor de uitbreiding van het Koninkrijk van God en daar houdt de duivel niet van!
Maar hier volgt toch een waarschuwing!
Aan de andere kant mogen leiders in het evangelie niet uit zijn op grote winst, met als doel zichzelf te verrijken. Sterker nog, een dienaar van God heeft ook nog een voorbeeld functie in de gemeente van de Heer en dient daarom beslist geen overdreven luxe leven te leiden. Voorgangers mogen de inkomsten (c.q. vergoedingen) uit hun evangelie werk, zeker niet als een soort bijverdienste zien en nog minder, als een manier om rijk te worden. De giften van mensen zijn daar zeker nooit voor bedoeld geweest, maar ze zijn daarin tegen aan God gegeven.
Hier volgt tevens een belangrijke opmerking over een veel gehoord misverstand. Soms vergelijken evangelie predikers met een grote bediening, zich met mensen in de zakenwereld. Men meent dan dat ze door de groei van hun bediening, automatisch ook recht hebben op een grotere beloning. Maar… evangelie dienaren zijn Bijbels gezien, zeker niet te vergelijken met zakenmensen in de wereld, die door slim zaken doen grote winsten maken. Dat kan men zeker niet zo direct vergelijken met de groeiende inkomsten van een grote gemeente. Want als er meer geld binnen komt, dan is dat niet bedoeld voor meer luxe, maar om nog meer mogelijkheden te hebben om de armen te helpen of om te investeren in zending. In ieder geval zal elke dienaar van God voorzichtig moeten zijn, met wat hij of zij voor zichzelf nodig denkt te hebben. We zullen ook wat dat betreft, rekenschap moeten afleggen bij God.
De geest van armoede
Sommige welvaart predikers maken het wel heel bont. Men beweert dat mensen die arm zijn bevrijdt moeten worden van de geest van armoede. Men zegt bijvoorbeeld dat christenen die veel tweedehandspullen hebben en zo goedkoop en sober mogelijk moeten leven, niet naar de wil van God leven, want God wil dat we rijk zijn. Daarvoor wordt uit de Bijbel aangehaald, de zegeningen en vloeken die in Deuteronomium 28 worden beschreven. Daar beloofd God namelijk aan Israël o.a. gezondheid, succes in de oorlog (letterlijk), vruchtbaarheid, goede oogsten, etc..
Maar… dit is niet letterlijk op deze aardse manier over te zetten in het Nieuwe Testament, want de zegeningen van de gemeente zijn nu in de eerste plaats hemels en niet aards. In het onderwijs van de apostelen wordt ons nergens welvaart, vruchtbaarheid, overwinning in oorlogen, gezondheid en dergelijke zaken toegezegd. In Christus zijn wij in de eerste plaats met allerlei geestelijke zegeningen gezegend. Lees daarvoor Efeze 1:3 lezen we “Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus.”
Er is ook geen enkele Bijbelse grond om aan te nemen dat er zo iets bestaat als een ‘geest van armoede’ die uitgedreven zou moeten worden. Deze vorm van evangelie prediking is misleidend en pijnlijk voor mensen die om welke reden dan ook in armoede leven. We hebben zelf de armoede gezien in Brazilië en in Oost Europa, want we zijn er meerdere malen geweest. Als we er even over nadenken dan is het dwaas om te zeggen, dat al die miljoenen mensen die nauwelijks genoeg hebben voor één maaltijd per dag, bezet zijn door een geest van armoede.
Delen met de armen
Mochten we zelf materieel gezegend zijn door de Heer, dan geeft God ons dat niet opdat we er maar zoveel mogelijk zelf van zullen genieten. Als we de Bijbel lezen dan komen we tot de ontdekking dat God niet wil dat we als christenen niets doen om anderen te helpen en dus alleen maar voor onszelf leven. Lees daarvoor o.a. 1 Joh.3:17 “Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?”
We kunnen er niet omheen, dat er de laatste jaren steeds meer mensen in ons land, in de financiële problemen zijn gekomen, onder andere door de economische crisis en de bezuinigingen door de overheid. Je zult je baan maar verliezen en na heel veel sollicitaties toch geen succes hebben. Dan kan armoede zomaar op loer liggen. Maar het zijn niet alleen mensen zonder werk die in armoede leven, ook een groeiend aantal mensen met een baan komt met het verdiende loon niet boven de bijstandsnorm uit en leeft in armoede.
Langzaam maar zeker zullen we ook als christenen ons bewust moeten worden, dat we meer naar elkaar om moeten gaan zien en vooral ook moeten gaan delen, in plaats van alles alleen voor onszelf te gebruiken. De eerste christengemeente is daarin voor ons een geweldig voorbeeld. Degene die voldoende hadden, deelden uit aan de wie het armer hadden en daarom waren er ook geen armen meer in die gemeente, lees Hand. 4:34-35, ‘Niemand onder hen leed enig gebrek: wie een stuk grond of een huis bezat, verkocht het, bracht de opbrengst naar de apostelen en legde die aan hun voeten neer, waarna het geld naar behoefte onder de gelovigen werd verdeeld’.
Een ander voorbeeld vinden we in het leven van Paulus. Hoewel hij het recht had om volledig van het evangelie te leven (1 Kor.9:11,12), koos hij er toch voor om in zijn eigen onderhoud voorzien, door hard te werken met zijn handen. Hij maakte tenten en verkocht die. Hij werkte zo hard omdat hij graag wilde geven aan de armen.
Dit zegt hij o.a. bij zijn afscheid van de oudsten van de gemeente van Efeze. Lees Hand. 20:35: ‘ ….U weet dat ik met eigen handen voorzien heb in mijn levensonderhoud en in dat van mijn metgezellen. Door mijn hele gedrag heb ik u laten zien dat het onze plicht is zo hard te werken dat we de armen kunnen helpen, gedachtig aan de woorden van de Heer Jezus, geven maakt gelukkiger dan ontvangen.’
In 1 Thes. 2:9 schrijft Paulus ook nog het volgende: “Toen we bij u waren, hebben we ons dagelijks werk niet verwaarloosd en op niemands kosten geleefd. Integendeel, we hebben ons ingezet en ingespannen, dag en nacht hebben we gewerkt om niemand van u tot last te zijn”. Hieruit kun je in elk geval de conclusie trekken dat het niet verkeerd is om als dienaar van God gewoon in de maatschappij te werken en geld te verdienen, zodat je zelf in het levensonderhoud kunt voorzien. Daarmee is er meer ruimte om anderen te helpen die het moeilijk hebben.
Waarom kan rijkdom je ook bedriegen?
Omdat je gaat denken dat het daar om draait in je leven. Door alles wat we door de media te zien krijgen, gaan met name jongemensen vaak denken dat je pas gelukkig bent als je geld op de bank hebt staan. Maar dat is een leugen, het is ‘het bedrog van de rijkdom’. Dat is wat je ziet bij de reclame, zogenaamd gelukkige mensen die de jackpot hebben gewonnen. Het heeft echter niets met echt geluk te maken en hoe gek of het ook klinkt, het kan je ook diep ongelukkig maken.
Ergens weten we het ook wel. De gelukkigste momenten van ons leven hadden vaak niets met geld en goed te maken, maar veel meer met de mensen om ons heen die van ons houden en bovenal, de keren dat we ons bewust werden van de grote liefde van God die vrede in ons hart gaf en de rijkdom van de vergeving van onze zonden. Dat is het eigenlijke bedrog van de rijkdom, dat ze je voorbij laat zien aan deze kostbare momenten en je wijs maakt dat je pas gelukkig bent met dat miljoen op de bank.
Natuurlijk moet ik het even nuanceren. Mensen die heel weinig geld te besteden hebben, kunnen het heel moeilijk hebben. Het valt ook niet mee als men elke maand te kort komt en soms wakker ligt van schulden. Maar aan de andere kant kunnen we er niet aan voorbij gaan, dat wij in ons land nog altijd in een rijk en welvarend land leven, al zal iedereen dat niet met me eens zijn. De moeilijkheden die ontstaan door schulden, komen in veel gevallen (ik zeg niet in alle gevallen) door een te royale levensstijl. Omdat te begrijpen zou men over de grenzen gekeken moeten hebben. Mensen die b.v. de armoede in sommige Oost Europese landen gezien hebben (zie foto), zullen over het algemeen wat anders aankijken tegen de westerse levensstijl die we hier hebben.
Is het dan verkeerd om van uw geld te genieten?
Beslist niet. Het is een misverstand dat de God van de Bijbel een zuinige en karige God is, die het ons niet gunt dat we genieten en die, als wij iets leuk vinden, bedenkelijk gaat kijkt.
Er is maar één voorwaarde bij God als het hier om gaat. We hebben alles wat we bezitten niet alleen maar ontvangen om voor onszelf te besteden.
In 1 Tim. 6:17,18 wordt het in een adem gezegd: God geeft ons alle dingen rijkelijk om van te genieten en maar ook om ‘rijk te zijn in goede werken’, vrijgevig en mededeelzaam.
“Hun, die rijk zijn in de tegenwoordige wereld, moet gij bevelen niet hooghartig te zijn, en hun hoop gevestigd te houden niet op onzekere rijkdom, doch op God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft, om wel te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam.”
Dat hoort bij elkaar. God vraagt niet van mij dat ik mij vanwege het ongelukkige lot van mij medemens nooit meer gelukkig kan voelen. Daar help ik mijn naaste niet mee. Geniet van wat je gekregen hebt en laat anderen volop meegenieten. Dat is de Bijbelse levensstijl.