Heeft God last van toeschietreflexen?

0
250
Wat heeft God het menselijk lichaam toch bijzonder gemaakt. Onze lichamen zijn gemaakt voor relatie. Zo zijn een man en vrouw zo gemaakt dat ze een intieme relatie met elkaar kunnen hebben. Ze passen letterlijk in elkaar en de lichamen reageren op elkaar op een heel natuurlijke manier. Net zo mooi als de reactie van een man en een vrouw op elkaar vind ik de reactie van een moeder op haar baby. Wanneer de baby honger heeft hoeft het maar te huilen en bij de moeder begint meteen de voeding te stromen.

Door Rineke Peterson

Toen onze tweede zoon maar amper twee weken oud was, ging ik al weer naar de kerk. De voorganger die toen sprak hield van vioolspelen en verraste ons die ochtend op zijn eigen unieke vioolbegeleiding. Op het moment dat hij de eerste noten liet klinken, reageerde mijn lichaam daarop. Mijn borsten dachten dat ze mijn pasgeboren zoon hoorden huilen, waarop ze direct in overvloed melk begonnen te produceren. Daar zat ik, met een kletsnatte blouse. En het erge was dat ik ook nog eens naast de vrouw van die bewuste voorganger zat. Ze keek me vergevingsgezind aan een stelde me gerust. Dit zou echt wel overgaan.

De hele schepping ademt Gods karakter uit. In alles wat Hij gemaakt heeft kun je wel iets van Hem vinden. Hij heeft dat principe van die melkproductie bedacht. Ik vraag me wel eens af of God zelf ook last heeft van ‘toeschietreflexen’ als Hij één van Zijn kinderen hoort huilen. Zou Zijn hele wezen er niet op gemaakt zijn om Zijn kinderen dat te geven wat ze nodig hebben op het moment dat ze het nodig hebben? Als dat zo zou zijn, dan zou God minstens meer produceren dan ik met mijn borstvoeding en de kwaliteit zou ook beter zijn. Een rivier kan immers nooit boven zijn bron uitstromen. Psalm 131 heeft het over een ziel wat is als een gespeend kind. God wil ons dus aan Zijn ‘borst’ hebben om je volledig te verzadigen.

Door allerlei oorzaken ben ik uiteindelijk gestopt met het geven van borstvoeding en dat vind ik nog steeds jammer. Had ik goede begeleiding gehad, dan had ik mijn kinderen heel lang kunnen voeden met het beste. Ik denk dat God Zijn kinderen graag het beste wil geven, maar dat er soms allerlei oorzaken zijn waardoor dat beste de mensen niet kan bereiken. Maar het is heerlijk te weten dat het probleem nooit bij God ligt. God heeft, eerbiedig bedoeld, geen last van tepelkloven, borstontstekingen en al dat soort ongein. Bij Hem is alles volmaakt. Hij is zonder duisternis, pijn, ziekte en armoede. Hij is de Bron die nooit op raakt. Zijn ‘voeding’ van liefde, leven, vergeving en voorziening blijft altijd stromen, bij ieder huiltje van Zijn kinderen, en daar vertrouw ik op. Hooguit is er een blokkade ergens in mijn leven waardoor die voeding mij niet bereikt, maar God zegt nooit nee. In Hem is alles ja en amen!