Door Arie-Jan Mulder
Maar de digitale communicatie heeft wel een keerzijde. Bij elkaar zitten praten of teksten intypen op een scherm is niet hetzelfde. Het grote verschil zit in de non-verbale signalen die we in een gewoon gesprek gebruiken: gezichtsuitdrukking, gebaren, stemgebruik, enzovoort. Het schijnt dat die elementen zelfs nog belangrijker zijn voor het overbrengen van de boodschap dan het gesproken woord. En die ontbreken allemaal als we letters op een scherm typen.
Dat betekent nogal wat voor de conversatie. Voor ons gevoel zijn we nog steeds gewoon in gesprek op onze schermen, maar feitelijk hebben we maar een heel dun lijntje met elkaar. Een grapje kan bijvoorbeeld zonder de bijbehorende glimlach gauw als kwetsend worden ervaren.
We zouden dus eigenlijk extra moeten opletten wat we zeggen. Maar we zitten in ons eentje bij ons toetsenbord en er is geen blik, beweging of geluidje van onze gesprekspartner om onze reacties te temperen. Dus we hebben juist de neiging om minder terughoudend te zijn. En daar komt veel narigheid van. Juist ook onder christenen is ongeremde vijandigheid op internet – vaak zelfs met allerlei vrome woorden en bijbelteksten erbij – een probleem. Men lijkt vaak perse zijn gelijk te moeten halen, en verliest de ander uit het oog.
Is dat hopeloos, en moeten we daar maar mee leven? Nee, dat denk ik niet. Ons grote voorbeeld daarvoor is Jezus. Van hem zijn ons alleen maar woorden overgeleverd. We weten niet hoe hij zijn stem gebruikte, of zijn houding, om met mensen te communiceren. Maar de teksten die we hebben, laten duidelijk zien hoe zorgvuldig hij zijn woorden koos om zijn gesprekspartners te bereiken. Hij kon heel diepe dingen aansnijden zonder dat de mensen daar gekwetst of vijandig op reageerden. Hij ging als het ware naast de ander zitten, en niet tegenover hem staan. Zo wist hij heel veel mensen te bereiken.
Dat moeten wij toch ook wel een beetje kunnen leren, ook op internet? Een gewoon gesprek waarin het niet gaat om gelijk hebben, maar om de ontmoeting. We zijn tenslotte ook niet geroepen om gelijk te hebben, maar om lief te hebben, zeg ik altijd maar.