Door Henk Herbold
En ja,… natuurlijk moet herstel altijd mogelijk zijn, maar er moet ook ruimte zijn voor genezing van de wonden die zijn geslagen. Daarnaast is het belangrijk dat geestelijk leiders zelf beseffen, dat het geen automatisme is, dat men zomaar weer terug kan in de bediening die men eerst had. Feitelijk zou dat meer een uitzondering moeten zijn. Het is ook altijd weer eerst de vraag, of men nu wel aan Gods heilige voorwaarden tot het geestelijk ambt voldoet. Daarbij is zeker niet het talent om te prediken de belangrijkste voorwaarde, maar of men weer een voorbeeld kan zijn voor anderen in de gemeente (lees 1 Petr.5:3b).
Naast uiteraard berouw en belijdenis van zonden, is vooral zelfonderzoek nodig om na te gaan wat de diepe reden is, waarom men zo gevallen is. Daar zal dan eerst herstel moeten plaats vinden en mogelijk verlossing en bevrijding, voordat er ook maar sprake kan van een terugkeer in de bediening. Tevens zal er toch ook herstel moeten plaats vinden in gebroken en beschadigde relaties. Ook het vertrouwen zal herstelt moeten worden en vooral dit kost beslist veel tijd.
De Bijbel selectief gebruiken
Christenen hebben helaas soms de neiging om de Bijbel selectief te gebruiken, dus zoals het hun het beste uitkomt. Daarmee bedoelen we, dat we de dingen die ons niet aanstaan al gauw ‘als niet meer geldig voor deze tijd beschouwen’. Er zijn relatief maar weinig Bijbelleraren die de moed hebben om ook onderwijs te geven over de z.g. moeilijke Bijbelverzen. Maar God verandert Zijn Woord niet omdat het ons niet aanstaat.
Zo vinden we in de Bijbel heel duidelijk Gods voorwaarden voor het dienen in een geestelijk ambt, lees maar in 1 Tim.3:2. God heeft deze voorwaarden nooit veranderd, hoe moeilijk we ze ook vinden. Daar lezen o.a. dat een Opziener (Oudste, Bijbelleraar etc..) van onbesproken gedrag moet zijn en vooral… de man van één vrouw.
Dit maakt het op z’n minst discutabel of iemand die gescheiden is, om welke reden dan ook, zo maar weer als geestelijk leider kan dienen in een gemeente of kerk. Want hoe kan iemand de gemeente van de Heer voorgaan en onderwijs geven, bijvoorbeeld over actuele onderwerpen zoals het huwelijk, echtscheiding en seksualiteit, als je zelf geen voorbeeld bent. Daarmee maken we de boodschap die we prediken ongeloofwaardig en nog erger wordt het als andere mensen juist ons verkeerde voorbeeld gaan gebruiken, om hun eigen zonden te bedekken en helaas, gebeurt dat nogal eens. Men vindt eigen fouten op dat vlak minder erg omdat ‘bekende geestelijk leiders’ de zelfde dingen doen. Wat we ook nog al eens horen is, dat mensen de zonde van overspel wat vergoelijken, door te zeggen ‘ja maar David viel toch ook in die zonde en hij mocht gewoon koning blijven’. En natuurlijk is dat zo, hij beleed zijn zonde, God was hem enorm genadig geweest en hij bleef toch de man naar Gods hart (1 Sam.13:14). Tevens mocht hij ook koning blijven, maar de geschiedenis leert wel, dat hij geen toestemming meer kreeg om de tempel van God te bouwen, hoewel hij dat wel erg graag wilde.
De tempel van God in het oude testament is het geestelijk beeld van de gemeente van nu. Ook nu zijn er mensen met bekwaamheden, die erg graag willen meebouwen aan de gemeente van de Heer, bijvoorbeeld door prediking en onderwijs. Maar we kunnen wel iets heel graag willen, maar toch stelt God nog altijd heilige voorwaarden aan het geestelijk leiderschap, net zoals Hij heilige voorwaarden stelde aan koningen en priesters in de oude bedeling. Het zal duidelijk zijn dat als we Gods zegen niet mee hebben in de bediening, dan zal het vroeg of laat weer stuk lopen, met mogelijk nog meer schade voor de gemeente.
Kijk naar jezelf
Het is duidelijk dat door de satan in deze tijd, een enorme aanval wordt ingezet op het huwelijk van geestelijk leiders. En het is zeker dat geestelijk leiders die geen voldoende tijd nemen voor gebed, zwak zijn en mogelijk vroeg of laat door de duivel omver geblazen worden. Ze missen de kracht van de heilige Geest die ons onaantastbaar maakt voor duistere machten. Nu bidden we als voorgangers allemaal wel, onze openbare gebeden zijn vaak indrukwekkend, vol hele volzinnen. We hebben nu eenmaal geleerd mooie woorden te gebruiken. Maar hoe is het thuis, in de binnenkamer, als niemand ons ziet? De echte test is ons gebedsleven daar, als we alleen met God zijn. Onze intimiteit met God is ook het kwaliteitsmerk van onze bediening. Met andere woorden, onze publieke gebeden kunnen een uiterlijk optreden zijn, zonder leven. Onze persoonlijke relatie met God bepaalt of wij echt zijn, bewust van onze afhankelijkheidsrelatie met God. (Lees voor uw zelf Mat. 6 eens na)
De plaats van ons huwelijk en gezin
Daarnaast, welke plaats heeft ons huwelijk en gezin in verhouding tot het werk van God. Wanneer u voorganger of gemeenteleider bent, dan hebt u niet alleen een verantwoordelijkheid voor uw gemeente of bediening, maar in de eerste plaats voor uw gezin. Uit heel veel pastorale gesprekken blijkt dat veel vrouwen van leiders zitten met het gevoel dat zij wat het gezin betreft, de kar alleen moeten trekken. Soms moeten ze zelfs geestelijke verantwoordelijkheid nemen voor iets waarin hun man feitelijk een stap zou moeten zetten. De man is door God immers aangesteld als de priester in zijn huis en dit geldt dubbel voor geestelijk leiders, omdat die een voorbeeld moeten zijn in de gemeente en dus ook voor zijn gezin (1 Kor.11:3 en Efeze 5;23). Veel vrouwen verlangen naar geestelijke intimiteit, intens gebed, samen strijden voor de problemen die in een gezin op je af komen. Ook dit is de reden waarom de duivel soms kans ziet om het fundament onder het huwelijk van geestelijk leiders weg te halen. Een huis zonder fundament is wankel en zal bij de minste storm instorten.
Werk daarom elke dag aan je huwelijk
Het is belangrijk om elke dag te werken aan je huwelijk. Want een hechte huwelijksrelatie is één van de voorwaarde voor een sterk leiderschap in de gemeente. De huwelijksband is iets wat onderhouden moet worden, liefde die niet elke dag gevoed wordt zal op een dag sterven, net als een plant wat geen water ontvangt.
Paulus zei in Efeziërs 5:25: “Mannen, hebt uw vrouwen lief!” Hou dus van haar! Wat we vandaag nodig hebben, zijn leiders die ook grote minnaars zijn. We hebben leiders nodig die weten dat ze zo nu en dan een dag alleen met hun vrouw moeten doorbrengen en niet maar door hollen. Kijk haar eens in de ogen als je met haar praat, leg de krant neer en zet de televisie uit, heb aandacht voor haar. Open de deur voor haar, help haar met de afwas. Hou dus m.a.w. zichtbaar van haar! Doet u dat niet, dan kan al het succes als leider op een dag in een complete mislukking uiteenspatten. Want als het in onze relatie niet goed gaat staan we meer open voor de verleidingen van satan die op ons af komen.
De roeping is voor beiden
Feitelijk kan een gehuwde man, die zich geroepen weet in de dienst van de Heer, die roeping niet los zien van zijn vrouw. Zij is, als het goed is, mede geroepen in de dienst van God. Vandaar dat het feitelijk onmogelijk is om te dienen in een geestelijk taak of bediening, wanneer het in huwelijk niet goed zit. Bijbels gesproken kan dit niet.
Want o.a. in 1 Tim.3:4 staat ook dat een dienaar van God, goede leiding aan zijn gezin moet geven, m.a.w. we moeten ook samen goede ouders zijn, anders kunnen we in de gemeente niet dienen. Het werken voor de Heer, mag nooit ten koste gaan van ons gezin en/of huwelijk. Mocht het wel zo zijn, dan zouden de zaken meer in balans moeten brengen. Als het thuis of in ons huwelijk niet goed gaat, vreet dat zoveel energie bij ons weg, dat we ons in het werk van God niet meer volledig kunnen geven.
Ook vrouwen die minder op de voorgrond treden, zijn net zo goed een belangrijk deel van de bediening van hun man. Zij kan op de achtergrond meewerken aan het slagen van de bediening van haar man, door hem in veel taken in het gezin bij te staan. In feite maakt zij op die manier de bediening van haar man mogelijk. Maar haar betrokkenheid bij de bediening hoeft zich natuurlijk niet te beperken tot haar eigen gezin.
Een voorbeeld uit de Bijbel
In Hand. 18:1-4 wordt Aquila vergezeld door zijn vrouw Priscilla. Zij waren tentenmakers en werkten samen met Paulus. In vers 18 vergezellen zij Paulus naar Syrië. Hier wordt Priscilla zelfs eerst genoemd, voor Aquila. Op gelijke wijze zien wij hen in vers 26, waar zij samen Apollos nauwkeurig onderwijzen. In Rom. 16:3-5 heeft Paulus de naam van Priscilla ingekort tot Prisca (zo ook in 1Kor. 16:19; 2 Tim. 4:19). Zonder veel woorden roemt hij haar, samen met Aquila. Hij prijst haar geloof in Jezus Christus en haar inzet en zorg voor Zijn gemeente. Paulus noemt hen terecht zijn medearbeiders in Christus Jezus.
Priscilla staat naast haar man, en samen hebben zij een bediening voor de Heer. Wij zien hier een vrouw die de ruimte krijgt om met haar gaven en talenten veel vrucht te dragen en zelfs een hoofdaandeel in die bediening te hebben.
Een vertrouwenspersoon
Geestelijk leiding geven is een grote verantwoordelijkheid. Of dat nu aan een kleine of grote groep is, het principe blijft hetzelfde. Daarom moet de leider als eerste een oor ontwikkelen om naar God te luisteren. Maar hij moet ook leren om te luisteren naar andere leiders en zelfs naar hen aan wie hij leiding geeft.
Het is absoluut belangrijk om als geestelijk leider een vertrouwenspersoon of personen te hebben. In feite heeft iedere leider iemand (of meerdere personen) nodig voor gebed, advies, bevestiging en ondersteuning. We kunnen het niet alleen, we hebben ook raadgevers nodig, mensen die ons af en toe een spiegel kunnen voorhouden, maar die ook onze roeping en bediening bevestigen. Om die reden heeft God de gemeente ingesteld, we zijn samen lichaam van Christus en niet één persoon alleen.
We kunnen wel zeggen door God geroepen te zijn, maar bevestiging is ook nodig, doordat anderen die ook vervuld zijn met de Heilige Geest, dit ook zo zien. Op dezelfde manier werd b.v. ook de roeping van de profeet Samuel door heel Israël erkend (1 Samuël 3:19). Paulus had ook mensen om hem heen in zijn bediening, lees maar eens de lijst met namen die hij opnoemt in bijvoorbeeld Rom. 16.
Dit wordt natuurlijk extra belangrijk als we in zonde vallen. Dan heeft u iemand nodig waar tegen u open en eerlijk alles kunt opbiechten, om daarna samen naar de Heer te gaan en de zonde te belijden (Jak. 5:16). We hebben dan bevrijding nodig van onreine demonen die ons binden en waardoor we steeds weer in de zelfde zonde vallen. Zo’n vertrouwenspersoon die met ons bidt, moet daarom iemand zijn die vervuld is met de Heilige Geest en geestelijke onderscheiding bezit. Zorg er in dit geval wel voor dat zo’n vertrouwenspersoon iemand is van je eigen sekse.
Natuurlijk, het is goed te begrijpen, dat het erg zwaar is om zo’n geheim aan iemand anders toe te vertrouwen. Toch is het noodzakelijk. God eist meer van herders (niet minder) en Hij houdt hen zelfs meer verantwoordelijk. Vraag God u te leiden in de keuze van een vertrouwenspersoon. Verneder u, als u tenminste echt genezen wil.