Door Roel S.F. Abspoel
Enkele van die kritieken en vragen zijn onder andere:
1. ’Er zijn geen originele documenten beschikbaar van de Bijbelboeken’, of: ‘De bronteksten (die wij hebben) zijn soms eeuwen na dato geschreven.’
2. ‘Er zijn in de kopieën aanpassingen en fouten gemaakt.’
3. ‘Als de Bijbel waarheid is, waarom:
– zijn er dan zoveel verschillende vertalingen’. (binnen één taalgroep) (soms wordt deze vraag door gebrek aan kennis veranderd in: waarom heeft elke kerk zijn eigen Bijbel.) Het mag duidelijk zijn dat dit onjuist is; wel hebben sommige stromingen toevoegingen.
– staan sommige teksten wel in vertaling A maar niet in vertaling B’ (bijvoorbeeld Joh. 5:4 HSV wel, NBV niet, NBG met blokhaken – Joh. 7:53-8:11 HSV en NBV wel maar met voetnoot, NBG met blokhaken – Mark 16:9-20 HSV en NVB wel maar met voetnoot, NBG wel maar tussen blokhaken)
Daarnaast zijn er, uiteraard, allerlei stellingen die betrekking hebben op de inhoud en uitleg. Belangrijk is het om te begrijpen hoe een Bijbelvertaling tot stand komt; waarop is de vertaling gebaseerd en daarnaast, wat is het doel van de vertaling. Omdat een groot deel van onze geloofsbasis gevormd wordt door het nieuwe testament, is dat ook het onderdeel van de Bijbel welke we nu nader willen bekijken.
1. ‘Er zijn geen originele documenten beschikbaar van de boeken’ of: ‘De bronteksten (die wij hebben) zijn soms eeuwen na dato geschreven.’
Deze stelling is enigszins hypocriet omdat een dergelijke beoordeling niet wordt toegepast op andere historische bronnen, bijvoorbeeld:
Plato: De oudste geschriften (7 stuks) zijn 1200 jaar na dato.
Aristoteles: De oudste geschriften (49 stuks) zijn 1400 jaar na dato.
Tacitus: De geschriften van bestaan uit 20 volledige kopieën die 1000 jaar nadien geschreven zijn.
Homerus: De Ilias is een vroeg-Grieks epos dat toegeschreven wordt aan deze dichter en het mag gerekend worden tot het beste van de klassieke schrijvers; er zijn 643 documenten met een gat van 500 jaar.
Shakespeare: middeleeuwse schrijver, bekend van onder andere Hamlet, Midzomernachtsdroom en Romeo en Julia. Van deze schrijver zijn sonnetten en toneelstukken bekend waarvan men geen enkel oorspronkelijk manuscript meer heeft.
Hier tegenover moet je de documenten voor het nieuwe testament zetten:
Bijbel: (Nieuwe Testament) Meer dan 5.600 (!!) documenten met minder dan 100 jaar er tussenin. (Document p52 wordt zelfs op 29 jaar na dato geschat)
Het Nieuwe Testament afdoen als onbetrouwbaar vanwege de tijdspanne of de hoeveelheid documenten kan alleen als alle klassieke schrijvers als onbetrouwbaar worden bestempeld.
2. Er zijn in de kopieën aanpassingen en fouten gemaakt.
Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt.
Deze uitdrukking kennen we allemaal en het mag duidelijk zijn dat dit ook van toepassing is op de gevonden teksten. Schrijf en spel fouten, woordvolgorde en zinsstructuren zijn verreweg de meest voorkomende verschillen die in de meer dan 5.600 documenten gevonden worden. In het Grieks kan de zin ‘Johannes houdt van Maria’ op zo’n 500 manieren geschreven worden zonder de betekenis er van aan te passen. De enige aanpassingen zijn alternatieve schrijfwijzen voor de namen en de woordvolgorde. De tekst zal in al deze gevallen vertaald worden als ‘Johannes houdt van Maria’. Op enkele fronten zijn er ook gewijzigde, toegevoegde of ontbrekende teksten te vinden maar deze zijn (in verhouding) minimaal. Geen van deze verschillen doet afbreuk aan de theologie van de Bijbel.
Veel is beter dan weinig
De enorme berg aan documenten betekent dat de reconstructie van de originele teksten betrouwbaarder is dan die van enig ander historisch document. De bijstelling van de grondteksten aan de hand van nieuwe vondsten en technieken, alsmede de her-vertaling van de grondteksten betekent ook dat de kwaliteit van de huidige vertalingen ongeëvenaard is.
3. Als de Bijbel waarheid is, waarom zijn er dan zoveel verschillende vertalingen? En waarom en staan sommige teksten wel in vertaling A maar niet in vertaling B?
Met welk doel wordt er vertaald?
Ten eerste zijn er verschillende doelen waartoe een vertaling geschreven wordt (Concordant, Dynamisch en geparafraseerd), daarnaast is onze taal in ontwikkeling. (In de jaren zestig vond de jeugd iets ‘hip’ en nu vinden ze het ‘vet’. Er ontstaan nieuwe woorden als eurocrisis. Maar er verdwijnen ook woorden zoals ‘bolleboos’) Onze taal (in tegenstelling tot klassiek Grieks, etc) veranderd en vereist dat er nieuwe vertalingen blijven komen om aan te sluiten bij de huidige staat van de taal.
Verschillen worden zichtbaar gemaakt
Hoewel het slechts weinig voorkomt zijn er teksten die wel in vertaling A staan maar niet in vertaling B. De reden hiervoor is simpelweg de gebruikte grondtekst en de door de vertalers gemaakte keuzes. De onderverdeling van de Bijbel in hoofdstukken en verzen maakt dat dit zichtbaar is (zo ontbreekt vers 4 van Johannes 5 bijvoorbeeld in De Nieuwe Bijbelvertaling). Gelukkig geven de meeste bijbels in voetnoten aan waar teksten variëren of waarom er gekozen is voor een bepaalde manier van vertalen. Ook hier geld dat deze verschillen geen afbreuk doen aan de theologie van de Bijbel en blijft de Bijbel voor een ieder inzichtelijk en begrijpelijk.
http://appie.abspoel.nl