1. Arm zijn is geestelijk
Dat is onzin. Er zijn goede, geestelijke rijke mensen en slechte, ongeestelijke arme mensen. Sommige rijke mensen zijn vrijgevig; sommige arme mensen zijn hebzuchtig. Arm zijn op zich is geen deugd. Geld is neutraal. Onze omgang met geld echter niet. We kunnen goed en verkeerd omgaan met geld en met het ontbreken van geld. In Romeinen 12:6-8 wordt het ‘weggeven’ als een gave van de Heilige Geest genoemd. Om te kunnen geven, moet je eerst verzamelen. Hoe meer je verzameld hebt, dat wil zeggen hoe rijker je bent, hoe meer goed je met die bezittingen kunt doen.
2. Rijk zijn is zondig
Ook dat is geestelijke onzin. God zelf zegent mensen vaak met rijkdom. Hij gaf grote rijkdommen aan Abraham. Toen Salomo God vroeg om wijsheid om het land te besturen, gaf God hem wijsheid en ongekende rijkdommen (1 Koningen 3:5-15).
3. Rijke mensen kunnen eigenlijk niet behouden worden
Deze dwaling is gebaseerd op Matthéüs 19:23 waar Jezus zegt: “Voorwaar, Ik zeg u, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk der hemelen binnengaan.” Rijke mensen hebben andere drempels te overwinnen dan arme mensen bij het binnengaan van het Koninkrijk van God. Rijkdom kan heel gemakkelijk een persoonlijke relatie met God in de weg staan. Armoede overigens ook! Rijkdom en armoede maken een geestelijk leven niet gemakkelijker, maar niet onmogelijk.
4. Geld maakt gelukkig
Als dit waar zou zijn, zouden de rijken van deze wereld gelukkiger moeten zijn dan de armen. Het tegendeel is eerder waar. Er bestaat absoluut geen relatie tussen geld en geluk. Te veel bezittingen, dat wil zeggen meer dan wij nodig hebben om op een normale manier te kunnen leven, creëert veel zorgen, spanningen en eenzaamheid. Te veel bezittingen maken de kans op geluk eerder kleiner dan groter. Niet te weinig en niet te veel is de beste basis voor geluk.