Door Arie-Jan Mulder
We zien om ons heen al het groen weer groeien, we horen de vogels hun voorjaarsmelodieën fluiten en we genieten van de eerste bloemen van de lente. We zien alles opgroeien en openbloeien en we worden er vaak zomaar blij van.
Kunnen we dat ook zeggen van ons geestelijk leven? Kunnen wij als gelovigen ook opgroeien en openbloeien? En wat is daarvoor nodig?
Kijk eens naar het groeiproces van een plant, bijvoorbeeld een boterbloem – een van mijn favoriete voorjaarsbloemen met zijn ranke steel en zijn diepgele bloemen. Dat prachtige plantje groeit op uit een zaadje. Dat ontkiemt en daar groeit een sprietje uit, en dat sprietje wordt een stengel. Maar dat gaat niet vanzelf. Het groeiproces wordt gehinderd doordat andere planten in de weg staan, doordat er soms te weinig regenwater valt voor de planten, of doordat er niet altijd genoeg voeding in de grond aanwezig is. Soms gaat er zelfs een mens of een dier op zo’n plantje staan. Dan ligt het een poosje verkreukeld op de grond. Maar als er nog genoeg levenskracht in zit, zal het plantje zich toch weer oprichten, en verder groeien, al is het misschien wel een beetje beschadigd. En als hij genoeg zonlicht, voedsel en warmte krijgt, dan zal deze boterbloem geleidelijk aan knoppen vormen, die uiteindelijk openbloeien tot die prachtige gele bloemen waar je zo van kunt genieten. Maar niet alleen mensen genieten van de bloemen. Ook bijen, vliegen, vlinders en allerlei andere dieren kunnen genieten van de honing en het stuifmeel van de boterbloem, die zijn rijkdommen zo maar beschikbaar stelt voor alles wat leeft.
Kunnen wij ons eigen leven daarmee vergelijken? Zijn wij als gelovigen ook mensen die kunnen opgroeien tegen de verdrukking in? Bloeien wij ook open voor onze omgeving, als een prachtige bloem, die zijn schoonheid en zijn honing aanbiedt aan iedereen die langs komt?
Als ik dit zo opschrijf, dan hoor ik je bijna zuchten: ‘Nou, dat wil ik wel, maar dat lukt echt niet altijd even goed …’ Dat is heel eerlijk, als je zo reageert. Ook in ons leven komt het voor dat we verdrukking ervaren, en dat we het gevoel hebben dat we warmte of iets anders tekortkomen om te groeien. En net als bij planten voelt het in ons leven soms ook alsof mensen over ons heen lopen en we bijna geplet worden.
Maar richten wij ons dan ook net zo makkelijk op als een plant dat doet?
Het eerlijke antwoord op die vraag is ‘nee, lang niet altijd’. Maar wat is dan het verschil tussen ons en een plant? Onze levenskracht, onze drang om te overleven en onszelf te handhaven in de wereld, is dezelfde levenskracht als een plant heeft. Maar bij ons is die drang om te overleven door de zondeval beschadigd geraakt. Ons ego, of ons ‘vlees’ zoals Paulus het noemt, wil ook groeien en bloeien, maar door de zondeval is ook de angst in ons leven gekomen en dat maakt het grote verschil.
We zien direct na de zondeval dat de mensen bang waren voor elkaar (ze verborgen zich achter vijgenbladeren) en zelfs bang voor God (ze verstopten zich tussen de bomen). Wij zijn kwetsbaar geworden en de ander is een bedreiging voor ons. En dat maakt dat wij op een inbreuk in ons leven anders reageren dan bijvoorbeeld een boterbloem. De boterbloem richt zich op en biedt zonder terughoudendheid zijn bloemen en vruchten aan. Maar als wij gekwetst zijn, hebben we de neiging om ons terug te trekken, of juist om van ons af te slaan. Dan durven wij onszelf niet goed meer te geven aan de ander.
Maar gelukkig is God ons te hulp gekomen in die akelige situatie. Jezus belooft immers levend water aan wie in hem gelooft. En dat water mag stromen naar iedereen in onze omgeving. In de bijbel zien we dat ook gebeuren. Bijvoorbeeld de Samaritaanse vrouw en Nikodemus laten na een ingrijpende ontmoeting met Jezus direct volop liefde en genade stromen naar de mensen om hen heen, ook al zijn die mensen hen vijandig gezind. Het kan dus wel.
In de afgelopen tijd heb ik vaak bijbelstudie gegeven over dit thema van ‘Levend water en ons ego’, en ik sta versteld van de reacties. Wanneer we in de bijbel en in ons eigen leven gaan zien hoe dat kwetsbare ego ons in de weg kan zitten en hoe dat levende water van God toch kan stromen, dan blijkt dat ontzettend bevrijdend te zijn. Wanneer we op die manier leren onderscheiden tussen ‘vlees en Geest’, zoals Paulus dat noemt, dan kunnen we er zeker van zijn dat we daarvan de resultaten in ons leven zien. Dat hoor ik terug van al mijn cursisten.
Een vrouw vertelde bijvoorbeeld over haar moeizame omgang met een lastige buurman. Ze besloot niet langer toe te geven aan haar neiging om boos en geïrriteerd tegen hem te doen. In plaats daarvan duwde ze bewust haar gekwetste ego opzij, en glimlachte ze naar hem als ze elkaar tegenkwamen en zei iets vriendelijks over het weer of iets dergelijks. Het lijkt zo simpel, maar het werd het begin van een aanzienlijk verbeterde relatie. Wat maakte het verschil? Ze besloot zich niet te laten leiden door haar eigen gekwetstheid – ook al was die misschien best wel gerechtvaardigd – maar ze wilde ruimte maken voor genade en liefde. En zo kon er weer levend water naar haar buurman stromen.
Iemand anders worstelde met geweld dat binnen zijn familie had plaatsgevonden. Hij kon totaal niet uit de voeten met zijn pijn en boosheid, en God leek heel ver weg. Hoe kon hij ooit nog met de dader, zijn familielid, omgaan? Maar ook hij begon te leren dat het zelfs in zulke zware omstandigheden mogelijk is om te schakelen tussen de pijn van het ego en de liefde van God. Wat hem vooral hielp was het inzicht dat onze opdracht om mensen lief te hebben niet betekent dat we mensen ook aardig moeten vinden. De liefde waar Jezus het over heeft is niet een warm gevoel, maar de keus om het goede te willen voor de ander, net zoals God dat wil. Zo kwam er in het leven van deze beschadigde man weer wat ruimte voor genadige gedachten voor de dader. Het was nog maar begin, maar toch! Het levende water begon weer een beetje te stromen.
Dus ja, wij mensen kunnen opgroeien en openbloeien, net als een boterbloem. Dat kunnen we als het mooi weer is in ons leven, maar ook als er tegenstand en moeite is. Is dat altijd gemakkelijk? Nee, en dat heeft God ons ook nooit beloofd. Maar het is wel ontzettend mooi om te ervaren dat die Geest van God die in ons woont zo concreet zichtbaar kan worden in ons leven, in de vorm van liefde en genade voor de mensen om ons heen. Het enige wat wij daarvoor hoeven doen is te leren om de kwetsbaarheid van ons ego te onderscheiden, en ons niet daardoor te laten leiden, maar door de liefde die de Geest door ons heen wil geven.
Daar heb ik tot slot een concrete tip voor. Ik hoor wel eens mensen bidden om ‘meer van Gods Geest’. Maar ik denk dat dat gebed niet helemaal klopt. Gods Geest is immers niet op rantsoen, die is voor iedereen compleet beschikbaar. Maar ik snap wel het gevoel achter dat gebed, en dat is dat we onze eigen beperkingen ervaren. Daarom denk ik dat een beter gebed is: ‘Heer, leer mij om mij minder door mijn ego te laten leiden’. Ik weet zeker dat dat een gebed is dat God verhoort, want dan komt er meer ruimte voor zijn levende water. En ik ben ervan overtuigd dat dat de weg is voor ons om op te groeien en open te bloeien voor de wereld om ons heen.
Ik wens je van harte dat deze lente je inspireert om zo verder open te bloeien naar de mensen om je heen.