In hoofdstuk 10 vinden we een scherpe aanklacht tegen de afpersers en in hoofdstuk 25:4 staat: Voor wie zwak is en misdeeld, bent U een rots in de branding, een beschutting in de regen, een schaduw in de hitte’. In Jes. 58:6 en 7 zien we het sterk uitgedrukt: ‘Laat slaven in vrijheid gaan, bestrijd elke vorm van onderdrukking. Deel je brood met wie honger lijdt, haal armen in huis, geef kleren aan wie naakt is, onttrek je niet aan de zorg voor je naaste’. Enkele verzen verder in dit hoofdstuk lezen we: ‘Deel met wie honger lijdt, geef hem wat je zelf graag wilt. Geef volop aan wie tekort komt’… Er zit een belofte aan de hulp aan de armen: ‘Dan breekt in donkere tijden de zon voor je door; is het duister om je heen, dan wordt het helder als de dag’.
Door: Efraim Tendero
Deuteronomium 15:4 beschrijft een ideale situatie: “Eigenlijk hoeven er geen arme mensen bij jullie voor te komen. Want de Heer, je God, zal je in het land dat hij je in eigendom gaat geven, zeker zegenen’. Dat is de ideale situatie, maar de realiteit laat zien dat de armen er nog altijd zijn. Hoe geraken we dan van de werkelijke situatie naar de ideale, waar er inderdaad geen armen meer zijn? De taak die God ons gegeven heeft is dat we zorgen voor wie lijdt en kwetsbaar is. Dat is dus onze opdracht: de kloof tussen werkelijkheid en ideaal overbruggen.
De tweede manier waarop we betrokken kunnen geraken in de zorg voor de kwetsbaren is ons in te zetten in een allesomvattende actie. Als het noodlot toeslaat, gaat de levenskwaliteit van hen die er door geraakt worden sterk achteruit. Er is een gebrek aan voedsel en onderdak. Er kunnen ziekten uitbreken en het sociale leven kan instorten. Het is daar waar we in actie moeten schieten: zorgen voor voedsel, onderdak, het opbouwen van de gemeenschap en het verlenen van geestelijke hulp. Studies tonen aan dat er heel wat geld wordt gegeven gedurende humanitaire acties, maar we moeten verder gaan dan noodhulp. We willen gemeenschappen herstellen zodat ze weer kunnen functioneren als voor de ramp en eigenlijk willen we dat de mensen er beter uitkomen. We willen de infrastructuur verbeteren en we willen de levens van de getroffenen verbeteren.
Een raamwerk voor hulpverlening
Een derde aspect van de zorg voor de kwetsbaren is het opstellen van een raamwerk voor de hulpverlening. Daarbij moeten we eerst onderzoeken wat de oorzaak is van de kwetsbaarheid. Waarom worden de mensen geconfronteerd met deze problemen? Er zijn heel wat oorzaken aan te wijzen, maar een van de belangrijkste reden is sociale onrechtvaardigheid. Die vind je overal, zelfs in hoogontwikkelde landen als Amerika. Het verbaast me dat er in de Verenigde Staten nog zoveel raciale vooroordelen zijn. Zwarte studenten hebben vier keer zoveel kans om problemen tegen te komen dan de anderen.
Naast de sociale onrechtvaardigheid, zijn er ook omgevings- of milieufactoren. Er is een rechtstreeks verband tussen de opwarming van onze oceanen en het vaker voorkomen van tropische stormen. Om die reden waren er ook veel Filipino’s op de klimaatconferentie in Parijs vorig jaar. Zij wilden meespreken over de noodzaak van het verlagen van de temperatuur van de oceanen. Zelfs een kleine verandering in de temperatuur heeft grote gevolgen van de bevolking van de Filippijnen.
Samenwerken voor effectieve hulpverlening
We moeten strategische samenwerkingsverbanden hebben. Onze organisaties hebben een christelijke basis, maar we moeten ook met andere godsdiensten en regeringen samenwerken. Een stoel kan goed als voorbeeld dienen. We hebben de vier poten nodig en zo hebben we ook de vier pijlers van de maatschappij nodig. We hebben de zakenwereld nodig omdat die over het kapitaal beschikt om tussen te komen in probleemgebieden. We moeten samenwerken met NGO’s omdat die over de nodige kennis en expertise beschikken. We moeten met de religieuze gemeenschappen samenwerken vanwege hun morele basis en hun contacten met de samenleving.
We hebben iedere pilaar nodig om iets te kunnen doen aan de belangrijke problemen in de wereld, zoals mensenhandel. Neem nu de Filippijnen als voorbeeld: ook daar moest het probleem van mensenhandel aangepakt worden. We ontdekten dat we als christenen moesten samenwerken met de overheid en religieuze instellingen. We hebben toen de Filipijnse Interreligieuze Raad tegen Mensenhandel opgericht. Juist omdat we allemaal samenwerken, boeken we meer resultaat dan wanner we als kleine groep christenen op onszelf gebleven waren.
Als we met andere religies samenwerken, wil dat niet zeggen dat we onze identiteit verliezen. Je mag je blijven profileren als evangelisch christen als je samen met anderen iets doet. Mensen kunnen dan de vraag stellen naar je motivatie en dan heb je de gelegenheid om te vertellen dat je dit doet omdat je een volgeling van Jezus bent.
Ik kreeg de gelegenheid om met een delegatie van voorgangers, priesters en imams naar vredesgesprekken met het Moral Islamic Liberation Front te gaan. Niet lang voordien was een hoge legerofficier maandenlang gevangen gehouden door die groep, dus we wisten dat ze gevaarlijk waren. We gingen naar hun hoofdkwartier om over vrede te spreken. Toen we dat deden, waren ze argwanend en verdachten ze ons ervan dat we namens de regering of het leger kwamen. Ik had toen de mogelijkheid om te zeggen dat we godsdienstige leiders waren en dat ik geloofde dat we allemaal naar het beeld van God gemaakt waren en dat Jezus ons opriep om vredestichters te zijn. Ik wilde een vreedzame relatie opbouwen met hun groep. Nu is er een goede relatie met hun leider en er is een regelmatige open communicatie. Dus u ziet, samenwerken met andere godsdiensten laat nog altijd de mogelijkheid open om christen te zijn en het Woord te delen. Anderen zien het licht in u en dat geeft mogelijkheden om van het Licht te getuigen.
Wij willen graag nationale evangelische allianties versterken. Daarom stimuleren we kerken en organisaties om samen te werken zodat ze de evangelische wereld beter ondersteunen om zo beter in staat te zijn het evangelie van Jezus Christus te kunnen verspreiden. Wij zijn in de juiste positie om het goede nieuws te delen en de boodschap voor te leven. We hebben de roeping, de wil en de capaciteit om een voorbeeld voor de maatschappij te zijn op het vlak van zorg, ondersteuning en verandering van de kwetsbare leden van onze samenleving. Op die manier gaat hun leven meer beantwoorden aan wat God met hen voor ogen heeft.
Efraim Tendero, algemeen secretaris van de Wereld Evangelische Alliantie