De vraag is: hoe zit dat met de droom, met onze verlangens? De bijbel leert, dat er uit ons hart van alles en nog wat opkomt, maar dat dit niet altijd in overeenstemming is met Gods wil. Je zou kunnen zeggen: een tot God bekeerd hart brengt goede dromen en verlangens voort. Ik denk, dat dit tot op zekere hoogte waar is, maar ons hart blijkt ook een bron van tegenstrijdigheden te zijn en er is ook nog zoiets als “de oude mens.” Over een paar dagen ga ik weer naar Rio de Janeiro voor Stichting Aprisco, die onder andere in de sloppenwijk Morro do Juramento een prachtig project is gestart.
Hoe kwam het, dat ik, die eigenlijk een angsthaas ben, naar een Braziliaanse sloppenwijk ga? Het is nooit mijn droom of verlangen geweest om naar een sloppenwijk te gaan. Wel heb ik God vele jaren geleden beloofd om 10.000 kinderen (in gedachten) te adopteren uit dankbaarheid voor ons gezin en plichtsgevoel. De daad voegde ik bij het woord door benefietconcerten te organiseren ten bate van Braziliaanse kinderen in nood, omdat dit een van mijn mogelijkheden was om iets te doen. We hadden erg muzikale kinderen, die op hun beurt geïnspireerd werden door deze activiteiten. Ook had ik een boekje geschreven om te kunnen verkopen: “Brazilië, de kinderen en het Koninkrijk”. Het boekje laat zien hoeveel succes het werk van een aantal Nederlanders heeft, die in Brazilië actief zijn onder de allerarmsten.
Waarom besloot ik mee te gaan? Het leek voor mij vanzelfsprekendheid. Ik ging dus opnieuw aan het werk voor Braziliaanse kinderen. Ik heb daarin een voorbeeld. Het is de moeder van Ingrid Trobisch. Deze vrouw had een heleboel kinderen groot gebracht en vertrok op hoge leeftijd naar Zuid Amerika om er in een kindertehuis te werken. Zij vond dat haar kinderen en kleinkinderen haar niet nodig hadden. Ik zie dat anders en werk slechts periodiek samen met de mensen van Aprisco voor de projecten in Brazilië. Vanuit Nederland heb ik regelmatig contact met mijn Braziliaanse contact personen.
De Assembleia de Deus heeft me uitgenodigd om op hun vrouwenconferenties te spreken en mee te werken aan hun projecten in de sloppenwijken. Het lijkt een begin te zijn van een werk onder vrouwen, die getraumatiseerd zijn. In Brazilië vindt de kerk het net zo lastig als in Nederland om met ernstig getraumatiseerde mensen om te gaan, want die hebben vaak veel problemen. Professionele hulp daar is nog schaarser dan in Nederland en voor de armen onbetaalbaar. Ik vrees dat de situatie in Brazilië vergelijkbaar is met die op de Filipijnen. We zagen onlangs op de T.V. hoe Filipijnse kinderen voor de webcam werden misbruikt. Een undercover had deze beelden weten te maken, maar ik weet ervan vanuit mijn eigen klinische praktijk in Nederland.
Inmiddels ben ik in Nederland al vijfentwintig jaar bezig als psycholoog. En nu mag ik ook aan het werk in Rio de Janeiro. Zoiets kan alleen God bedenken, vind ik. Een moeder met acht kinderen en twintig kleinkinderen, bijna vijf en zeventig jaar, aan de slag in een sloppenwijk. Op zich is mijn leven al een getuigenis van Zijn overwinningskracht. Ik maakte de vernedering en ellende van seksueel misbruik door mijn biologische vader in mijn jeugd zelf mee, maar ook de zorg en liefde van mijn hemelse Vader, die me stevig op mijn voeten heeft gezet.
====================================================
Mijn levensverhaal (Gegijzeld door incest) is geschreven door de psycholoog Els Bakker. Daisy van den Hout heeft het boek in het Portugees vertaald: “Refem do incesto” zodat Braziliaanse vrouwen geïnspireerd en geholpen kunnen worden door middel van mijn verhaal.
================================================================
Drs. Marrie van der Feen werkt als psycholoog in Middelburg. Ze schreef boeken als “Het doet pijn van binnen”, “Traumaverwerking, doet het nog pijn van binnen?” , “Traumaverwerking na huiselijk geweld“ e.a. Verkrijgbaar port vrij: info@stichtingpetra.nl, www.stichtingpetra.nl.
================================================================