Christenen twijfelen over seksuele grenzen

0
274
Bestaat er een verschil in de beleving van seksualiteit tussen christenen en niet-christenen? De christelijke, online erotiekshop Intimitijd.nl zocht het uit. Uit onderzoek onder ruim 600 deelnemers blijkt dat christenen vaker twijfelen over hun seksuele grenzen dan niet-christenen. Ondanks deze twijfels, vindt drie op de vier christenen het gebruik van speeltjes, zoals een vibrator, geen probleem. Van de gelovige groep geeft 41% aan, één of meerdere seksspeeltjes in huis te hebben. Bij niet-christenen ligt dit percentage met 62% een stuk hoger. Het is voor het eerst dat er specifiek wordt gekeken of er verschillen bestaan op seksueel gebied tussen deze twee groepen.

Het cijfer dat christenen aan hun seksleven geven, is gemiddeld een 7. Dit komt aardig overeen met de 6,9 van niet-christenen. Opvallender is het verschil tussen mannen en vrouwen; vrouwen waarderen hun seksleven in beide groepen hoger. Zij geven het met een 7,2 gemiddeld een halve punt hoger dan mannen, die het gemiddeld met een 6,7 waarderen. Naarmate men ouder wordt, daalt het cijfer. Jongeren (21-35 jaar) geven hun seksleven een 7,2. Bij 50-plussers is dit een 6,5.

Schuldgevoelens en grenzen
Er zijn een aantal opmerkelijke verschillen aan te wijzen tussen christenen en niet-christenen op seksueel gebied. Zo zijn christenen vaker ontevreden over hun seksuele opvoeding en voelen zij zich vaker ‘schuldig’ over seksuele gedachten en gevoelens. Dit is bij één op de vier christenen wel eens het geval; het dubbele ten opzichte van niet-christenen. “Veel mensen vinden het lastig dat de Bijbel, die voor christenen heel belangrijk is, niet altijd even duidelijk is over wat wel of niet zou mogen op seksueel gebied,” licht Els Gouman, de 29-jarige eigenaresse van Intimitijd.nl toe. “Als je als christen fantaseert over dingen waarbij je twijfelt of het wel is toegestaan, dan is het logisch dat je je daar schuldig over voelt.”

Christenen zijn vaker dan niet-christenen van mening dat iets niet geoorloofd is op seksueel gebied. Zo twijfelt circa 8,5% van de christenen of orale seks wel is toegestaan, terwijl dit volgens vrijwel alle niet-christelijke respondenten geen enkel probleem is. Eén op de vier christenen (25%) heeft geen moeite met anale seks, ten opzichte van 80% van de niet-christenen. Verder vindt 65% van de christenen BDSM (bondage, pijn en dominantie) niet kunnen, bij niet-christenen is dit percentage met 6,1% vele malen lager.

Naast verschillen zijn er natuurlijk ook overeenkomsten tussen beide groepen. Christenen en niet-christenen doen ‘het’ ongeveer even vaak: 29% heeft gemiddeld 1 keer per week seks, 33% doet het 2-3 keer per week en 6% doet het vaker dan 3 keer per week. De overige 32% heeft minder dan 1 keer per week seks. Ook is de grote meerderheid bij beide groepen (circa 83%) van mening dat seksualiteit een belangrijk onderdeel is van de relatie.

Hete hangijzers
Onderwerpen als zelfbevrediging en pornografie zijn onder gelovigen al decennia lang hete hangijzers. Het onderzoek van Intimitijd.nl wijst uit dat iets meer dan de helft van de christenen (53%) van mening is dat zelfbevrediging wel mag, 33% twijfelt daarover. Volgens de overige 14% is zelfbevrediging niet toegestaan. Wat betreft porno: 21% van de christenen vindt dat je samen met je partner naar porno mag kijken, 20% procent twijfelt daarover. De overige 59% vindt dat dit niet mag. Ook bij andere vragen op seksgebied zijn christenen er lang niet altijd over uit: Mag een rollenspel wel of niet? Is het gebruik van een blinddoek geoorloofd? Of het vastbinden van handen en voeten? In vrijwel alle gevallen twijfelt deze groep of iets wel of niet geoorloofd is.

“We hopen dat dit onderzoek meer inzicht geeft in hoe christenen seksualiteit beleven,” vertelt Els. “Er rust namelijk nog steeds een groot taboe op seksualiteit onder christenen, wij hopen dat op deze manier te doorbreken.” Dit taboe wordt bevestigd in het onderzoek: één op de drie christenen erkent dat seks in zijn of haar kerk niet of nauwelijks bespreekbaar is. “Ik hoop dat ons onderzoek ook in kerkelijk Nederland wordt besproken,” reageert Els. “De resultaten geven in ieder geval genoeg stof tot nadenken!”