In Aleppo is het Syrische leger sinds eind september met Russische luchtsteun in het offensief. Het doel is het oostelijke deel van de voormalige industriestad terug te veroveren van de rebellen. Volgens internationale hulporganisaties zijn tot nu toe 300 mensen, waarvan meer dan 100 kinderen, bij het offensief gedood. De humanitaire situatie is rampzalig.
Ten minste 250.000 burgers zitten opgesloten in de stad. Er is gebrek aan voedsel, elektriciteit en water. Rusland is een van de belangrijkste partners van de Syrische regering van Bashar al-Assad. Sinds een jaar voeren Russische straaljagers aanvallen uit op het door een burgeroorlog geteisterde land. Zowel Rusland als Syrië verklaren dat zij alleen tegen terroristen vechten. De Verenigde Staten benadrukte op haar beurt alleen de groepen van de gematigde rebellen te ondersteunen.
Beide partijen waren in september een wapenstilstand overeengekomen. Die duurde echter maar een paar dagen. Daarna escaleerde het geweld. Aleppo onderging de afgelopen dagen de hevigste bombardementen van de Syrische regering en de Russische luchtmacht sinds het begin van de burgeroorlog in 2011.
