Op 14 april 2014 had Boko Haram een school in Chibok, in het noordoosten van het land, overvallen en de meisjes ontvoerd. Zestig van hen konden kort daarna vluchten. In oktober 2016 lieten de islamisten een eerste groep van 21 meisjes vrij na onderhandelingen met de Nigeriaanse regering. Volgens schatting zijn er nog steeds meer dan 110 meisjes in de handen van Boko Haram. Gevreesd wordt dat de terroristische groepering sommigen van hen tot zelfmoordaanslagen heeft gedwongen. Ook is het niet duidelijk in hoeverre de meisjes gebrainwashed werden en nu een bedreiging vormen voor hun omgeving.
Het Internationaal Comité van het Rode Kruis en de Zwitserse regering bemiddelden bij de onderhandelingen tussen de regering van Nigeria en Boko Haram. De Nigeriaanse regering heeft zich bedankt voor de hulp bij de ‘moeilijke onderhandelingen’. Volgens de Nigeriaanse regering werden de meisjes in het kader van een gevangenenruil vrijgelaten.
De terreurgroep Boko Haram vecht al bijna acht jaar voor de oprichting van een islamitische theocratie in het door moslims beheerste noordoosten van Nigeria. Tot nu toe zijn minstens 20.000 mensen in dit conflict gedood en zo’n 2,6 miljoen mensen zijn voor het geweld gevlucht. Van de 177 miljoen inwoners van Nigeria is 51% moslim en 48 procent christen.
