“In het begin maakten kinderen tekeningen van zwarte strijders van Islamitische Staat (IS)”, zegt Maran. Zij is de oprichter van de Jordaanse organisatie Al Hadaf en geeft traumazorg aan vluchtelingkinderen uit Irak. Maran: “De kinderen hadden gezien dat IS de kruisen van kerken haalde. Dit raakte hen diep.” Maran vraagt de kinderen om te tekenen wat ze het meest missen van hun thuisland Irak. Opvallend is dat de kinderen vaak de kerk tekenen waar ze met hun ouders naartoe gingen. “Ze gingen regelmatig naar de kerk”, vervolgt Maran. “In de kerk woonden ze erediensten bij en ontmoetten ze andere kinderen.” Na een aantal sessies veranderen de kindertekeningen: het zwart van IS maakt plaats voor heldere kleuren en meer detail. Maran legt uit: “Dit is een bewijs dat de kinderen hun trauma’s aan het verwerken zijn.”
Spanning in gezinnen
Een volgende stap in het kinderprogramma is om kinderen te helpen om over hun gevoelens te praten. Maran vertelt dat er vaak veel spanning is in de gevluchte gezinnen. Dan is bijvoorbeeld een van de ouders boos en dan weer de kinderen. En het lukt hen niet om er goed over te communiceren. Soms voelen ouders zich zo machteloos dat ze hun kinderen slaan. Het traumateam stelt ouders dan vragen als ’Waarom heb je je kind geslagen?’ Maran en andere medewerkers ondersteunen zowel de kinderen als de ouders.
Om elkaars gevoelens te begrijpen gaan beiden aan de slag met een ‘humeurklok’. “Elke dag kunnen ze door die klok laten zien hoe ze zich voelen en wat hun humeur is”, zegt Maran. “Zijn ze blij, voelen ze zich goed of juist verdrietig of boos? Als de kinderen aangeven dat ze verdrietig of boos zijn dan hebben ze ruimte en tijd nodig. En mogelijk is er dan de behoefte te praten over hun gevoel. De klok is een handig hulpmiddel voor de vluchtelingen.” Maran: “Zelfs ouders gebruiken de klok om hun kinderen te vertellen hoe ze zich voelen: ‘Vandaag is mama verdrietig. Ik weet niet waarom maar wil je mij ook wat ruimte geven?’”
Praten over de toekomst
De laatste sessie gaat over het stellen van doelen. Naast het praten over trauma’s en verwerking van nare herinneringen, wordt er gepraat over de toekomst. De kinderen leren doelen te stellen waarmee ze bezig kunnen zijn.
Die doelen gaan over gebed, het maken van tekeningen, thuis helpen, beter luisteren en boeken lezen. Maran is enthousiast over de impact van dit eenvoudige middel. “Door doelen te stellen worden we een beter mens. We stellen een doel voor de volgende dag en vervangen het verdriet en de boosheid met goede dingen. De kinderen bewaren dit bij hun bed en kunnen het elke dag gebruiken. Het kost weinig, maar het helpt enorm.” Maran is blij dat ze dit werk mag doen: “Hier is veel liefde en begrip voor de kinderen.”
Bron en foto: Open Doors