Andrew Brunson, die sinds oktober vorig jaar vast zit, schreef de tekst en melodie. Hem staat vier maal levenslang te wachten, omdat hij mede een complot zou hebben beraamd om Turkse regering omver te werpen. Hij ontkent alle tegen hem ingebrachte beschuldigingen.
Ondanks de zware druk op hem schreef hij in zijn aanbiddingslied onder meer: ‘U bent waardig, waardig boven alles. Ik breng mijn tranen en pijn als een offer bij U. Leer mij te delen in de gemeenschap van Uw leiden. Lam van God, U bent waardig.”
‘U bent waardig, waardig, U die mij al een zoon aannam, een broer van mijn Koning. Ik zal delen in Uw glorie als ik deel in Uw lijden. Here Jezus, U bent alles van mij waard.”
‘U bent waardig, waardig, maar mijn hart bezwijkt, verdrinkt in verdriet, is overweldigd. Maar mij als U, Kruisdrager, volhardend, trouw tot het einde. Om het proces te doorstaan en de levenskroon te ontvangen. U bent waardig boven alles.”
Het lied is blijkbaar de gevangenis uit gesmokkeld.
Zijn vrouw Norine Brunson zegt dat de wereldwijde gebeden hem mede brachten tot het schrijven van het lied. “Hij zingt het voortdurend voor de Heer”, zegt ze.
Zowel hij als de mislukte coup wordt door president Erdogan in verband gebracht met de in de VS levende ,moslim geestelijke’ Fethullah Gulen.
Pastor Brunson werd vorig jaar samen met zijn vrouw gearresteerd, omdat de overheid hen beschouwde als bedreiging voor de nationale veiligheid. Norine Brunson werd later vrij gelaten, maar haar man bleef in de gevangenis in Izmir en de rechtbank oordeelde dat de beschuldiging (banden met Gulen) correct was. Hij kan verder straffen tegemoet zien wegens spionage, op basis van ‘vertrouwelijke politieke en militaire informatie’, om het Turkse parkemment en de regering omver te werpen en de grondwettelijke rechtsorde van de staat te ondermijnen.
Volgens de voorganger zelf heeft hij totaal niets verkeerds gedaan tegen de staat en werkte hij al 23 jaar als zendeling in Turkije. Hij was voorganger van een kleine Presbyteriaanse gemeente in Izmir. Turkse nationalisten zien christelijke zending dikwijls als bedreiging voor de Islam, hoewel zij minder dan één procent van de bevolking uitmaken.
