De drie gedode christenen noemden zichzelf Ashur Abraham uit het dorp Tel Tamar, Basam Essa Michael uit het dorp Tel Shamiram en dr. Abdulmasih Enwiya uit Jazira. Na de moordpartij moesten drie andere christenen bij hun neer geschoten geloofsgenoten in het zand knielen en de namen van de slachtoffers noemen. Een van hen zei, met gewapende mannen om zich heen: “Ons lot is hetzelfde als van deze gelovigen als niet de juiste bevrijdingsprocedure wordt gevolgd.”
De drie gedode mannen en de drie anderen behoorden tot de 250 Assyrische christenen die in februari door IS zijn meegenomen uit de provincie Hassakah toen daar tientallen dorpen werden aangevallen. Via onderhandelingen kwamen er later 48 weer vrij. Volgens Arabische media vond de executie van de drie plaats op 23 september tijdens een moslim vakantie ter gelegenheid van het ‘Festival van het Offer’. Onder de vermoorden bevond zich de 12-jarige zoon van een voorganger. De directeur van een zendingspost had er bij de inheemse werkers op aangedrongen te vluchten, maar zij weigerden dat kennelijk.