Deze schendingen nemen vele vormen aan. Zij variëren van discriminatie bij huisvesting en de arbeidsmarkt tot haat propaganda in de openbare media, gevangenneming, ontvoeringen en bloedbaden “die soms genocide zijn”. Ook de motieven zijn heel verschillend: “Als christen ben je in de islamitische wereld een ongelovige en mensen die zich bekeren tot het christendom worden gezien als afvalligen.”
“Elders, zoals in India, Sri Lanka en Myanmar worden christenen gezien als vreemde politieke indringers. Vaak komt deze discriminatie van autoritaire regeringen voort uit de wens controle uit te oefenen op het sociale leven – en dus ook het religieuze leven. Niet zelden wordt deze controle uitgeoefend door infiltratie. Wie zich bijvoorbeeld onttrekt aan de controle van de Chinese of Vietnamese autoriteiten moet rekening houden met harde maatregelen: In Noord Korea, met een personen kult die doet denken aan de Farao’s in Egypte, komen al deze motieven samen.”
