Het team bezocht Batticaloa op Tweede Paasdag om daar de christenen te bemoedigen. Ze hoorden er het opmerkelijke verhaal over de zelfmoordterrorist: “De zelfmoordterrorist, een goed geklede man met een rugzak op, had niet de Sionkerk als doelwit. De meest bekende kerk in Batticaloa is een katholieke kerk aan de belangrijkste weg in de stad. Hij ging eerst naar die kerk, maar de mis was de avond ervoor gehouden. Hij vroeg aan mensen of er elders diensten werden gehouden en een persoon verwees hem naar de Sionkerk, die niet zichtbaar is vanaf de weg.
Bij de Sionkerk deed hij alsof hij op iemand wachtte. Toen iemand hem vroeg wat hij kwam doen, vertelde hij dat hij wachtte op zijn zieke moeder. Ook vroeg hij op welke tijd de genezingsdienst zou beginnen. Verschillende gemeenteleden spraken met hem die ochtend. Ook de vrouw van de pastor. Een man die hem sprak vertelde dat de terrorist erg transpireerde. En hij bleef maar rond het kantoor van de pastor hangen.
Verschillende mensen nodigden hem uit om de kerk in te gaan en zijn rugzak af te doen. Omdat hij zich verdacht gedroeg sprak een jonge man hem aan. De terrorist aarzelde om naar binnen te gaan en vertelde dat hij eerst een telefoontje moest plegen. Op het moment dat hij ging bellen ontplofte de bom. De eredienst was net begonnen. De meeste slachtoffers waren kinderen die uit de zondagsschool kwamen. De bom ging af net buiten de kerk. De meeste impact en schade kwam door motorfietsen die ontploften door het afgaan van de bom.”
Het team vervolgt: “Er zijn veel bewapende agenten op straat en de weg naar de Sionkerk is afgesloten. Alleen buurtbewoners hebben er toegang. Politieagenten zijn bij elke rouwdienst en begrafenis aanwezig. Alle winkels en banken zijn gesloten, omdat iedereen solidair wil zijn met de rouwende christenen. Overal worden witte en zwarte vlaggen opgehangen. Velen komen naar de elf begrafenissen om te condoleren en ze haastten zich van de ene begrafenis naar de andere. De tragische gebeurtenissen heropenen ook oude wonden van de burgeroorlog. De verschrikkingen van die oorlog staan nog vers in het geheugen.”
Het team van Open Doors was zelf ook geschokt door de aanslagen. Het paasfeest hoort een feest van vreugde te zijn, en niet een tragedie zoals op Eerste Paasdag. Ze merken dat de christenen geschokt zijn. Iedereen vraagt zich af: Waarom gebeurde dit? “Mensen zijn in de war. Ze begrijpen niet waarom kerken het doelwit zijn. Toen de aanslagen plaatsvonden dachten de christenen dat het een aanval was van radicale boeddhisten, omdat christenvervolging vaak van hen afkomstig is. Maar toen er ook aanvallen waren op hotels nam de verwarring toe.”
Sri Lankaanse christenen gaan zondag gewoon weer naar de kerk. Een medewerker van Open Doors: “Ik denk niet dat mensen dat moeilijk vinden, maar ze weten niet of de regering het toestaat. Er is nog steeds dreiging van meerdere aanslagen. Ze doen ook een oproep tot gebed voor christenen, zodat zij niet ontmoedigd zullen zijn. Ook voorzien ze dat niet-gelovigen in de toekomst vragen: “Waar was je God toen dit gebeurde?”
Het team gaat in de komende dagen nog meerdere begrafenissen bijwonen. Ze vragen te bidden om troost en kracht voor de nabestaanden, maar ook voor de overheid. Zij heeft veel wijsheid nodig in het vervolgen van de daders en het creëren van veiligheid. Ook vragen ze om gebed om genezing voor de gewonden.”
Bron: Open Doors / Foto: Het Open Doors-team woonde de begrafenis van deze jongen bij.