“Dat men minder belasting betaalt, wordt vaak als argument hiervoor gegeven. Maar de vlieger gaat niet op, omdat de oudedagsvoorzieningen en uitkeringen vele malen soberder zijn dan in Nederland”, schrijft De Jong in het blad Ideaz van de organisatie. “ Overal waar ik kom in Nederland, neem ik kerkblaadjes mee. Met lede ogen zie ik de smeekbeden van kerkenraden aan. Terwijl we in zo’n rijk land leven. Het is toch grote armoede dat gemeenten van rond de vijfhonderd leden moeten bedelen bij hun gemeenteleden om de jaarlijkse begroting rond te krijgen. Laat staan dat gemeenten geld vrijmaken om te geven aan het opstarten van nieuwe pioniersplekken. Tien procent van elke gemeente zou standaard moeten worden besteed aan het opstarten van nieuwe initiatieven. Bedenk eens wat voor effect dat zou hebben op de gevende gemeente zelf.”
Hij wijst er op dat Redeemer New York van Tim Keller een afdeling Research & Development startte, die zich los van Redeemer bezighoudt met kerkplantingen en nu wereldwijd actief is. Op de R&D afdeling werken 25 mensen, met een budget van tien miljoen dollar. Er wordt geld gestopt in experimenten, op voorwaarde dat de pionier een trainingsprogramma van twee jaar volgt. Falen mag, nadruk ligt op coaching en van begin af wordt gestreefd naar financieel gezond maken van het nieuwe initiatief. Het komt, zegt De Jong, neer op vergaand investeren in iets waar men in gelooft. Dat ziet hij ook in Frankrijk waar protestantisme het snelst groeit.
In Nederland moet men, zegt de auteur, doorstoten naar een nieuwe fase. En bedenken wat er nodig is aan financiën. “Dan heb ik het nog niet gehad over lekenleiderschap, iets wat de laatste tijd gelukkig meer aandacht krijgt. Als we het model van de kerk opnieuw doordenken, het gewone gemeentelid meer vertrouwen geven, is een betaalde pionier of voorganger in de toekomst misschien helemaal niet meer nodig.“