Van Boven helpt nu, net als Matthias van de Poorte – óók theatermaker – een zogenoemde Popupkerk te runnen. Daarvan zijn er vier in Nederland.
Die houden blijkbaar in dat iedereen er kan komen, christenen en atheïsten, en sociale actie kennelijk belangrijk is. Primair gaat het er om sámen iets doen. In Arnhem komen overigens maar vijf tot tien bezoekers naar de bijeenkomsten. Die richten zich op het ‘gesprek over zingeving’, melden de theatermakers. ‘Daarbij past het dat we soms Bijbelteksten bespreken”, zegt Van de Poorte.
Maar het gaat er vooral om wat de bezoekers beweegt. Het is een voortdurende zoektocht volgens hem. Hij weet ook niet of een popupkerk wel een kerk is.
“We geven hat gaandeweg vorm.” En volgens Van Boven geeft het ‘energie’ iets nieuws te beginnen. Van de Poorte citeert Rikko Voorberg, die in Amsterdam een dergelijke club begon: “De kans dat de ander christen wordt moet net zo groot zijn als de kans dat ik atheïst word.” En hij voegt er aan toe: “Het is alsof ik boven water kom en even heel diep adem kan halen.”