Zijn eerste gedichten verschenen onder meer in het nieuwsblad van IKEG, het interkerkelijk Kinder Evangelisatie Genootschap. Daar kwamen er velen tot geloof, vertelde hij later. “Een geweldige tijd.”
Tegenzin
Om gezondheidsredenen moest hij met zijn drukke ‘preekpraktijk’ ophouden, met tegenzin, maar dichten bleef hij tot het einde van zijn leven. Uit beide bleek dat het Evangelie hem had geraakt en zijn passie was geworden. Na Duurswoude, stond hij als evangelisatiepredikant in Delfzijl, daarna in Vorden en (weer als evangelisatiepredikant) in Amsterdam. Maar hij hield altijd een band met Friesland, waar zijn ouders hem in de oorlog op een vrachtwagen heen hadden laten brengen.
De laatste jaren plaatste hij dagelijks een gedicht op Facebook. Ooit had hij kunstenaar willen worden. Als kind in Wasssenaar, waar hij zijn eerste levensjaren doorbracht in een timmermansgezin, leende hij kunstboeken bij de bibliotheek en fietste hij naar het Mauritshuis in Den Haag. Hij had min of meer tegen dat het kunstenaarschap destijds in gereformeerde kring als ´werelds´ werd gezien.
Homoseksueel
Zijlstra kwam in 1983 in het nieuws, nadat hij tijdens een kerkdienst in Ermelo publiekelijk had toegegeven homoseksueel te zijn. Dat eindelijk ‘uit de kast’ komen zei hij te hebben ervaren als een bevrijding. “Om te beginnen vertelde ik het aan mijn broers. Ze waren stomverbaasd, hadden altijd gedacht dat ik een soort Paulus was, die helemaal voor zijn roeping ging. Maar ze accepteerden het gelukkig helemaal”, vertelde hij in 2000 in een interview in CV Koers. Met pater Jan van Kilsdonk samen ging hij op in het pastoraat aan aidspatiënten in de hoofdstad. Vorig jaar werd hij benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau. Bij die gelegenheid prees burgemeester Eberhard van der Laan hem voor zijn inzet voor de homo-emancipatie binnen de protestants-christelijke gemeenschap. Van 1987 af presenteerde hij drie jaar lang voor de NCRV het programma Kerkepad. Zijn eerste dichtbundel ‘Voor de gelukkige vinder’ verscheen in 1965. Daarna volgden er ruim twintig, twee novellen en een roman. Vele jaren was hij ook secretaris van de christelijke auteursorganisatie ‘Schrijverscontact’ en hij was ook lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. In 2010 kreeg hij de Dr. C. Rijnsdorp Prijs voor zijn hele oeuvre.