Joël Voordewind: ‘geloof niet aan de kapstok’

0
181
Scheiding tussen kerk en staat juicht hij toe, maar niet die tussen geloof en politiek. Terwijl Tweede Kamerlid Joël Voordewind (52) van de ChristenUnie (CU) angst voor radicale moslims begrijpt, pleit hij op Bijbelse gronden voor christelijke gastvrijheid jegens bedreigde vluchtelingen. Mits die zich houden aan Nederlandse wetgeving.
 
Door Johan Bos

Streng zijn aan de poort, is zijn devies. De meeste vluchtelingen worden volgens hem in hun regio opgevangen. Naar Nederland moeten geen economische vluchtelingen komen. “De discussie gaat erover waar je moet selecteren. Is dat in Nederland, Griekenland, Italië of aan de Afrikaanse kustlanden? Er is screening en selectie nodig om na te gaan of zij voldoen aan het Vluchtelingen Verdrag en er geen potentiële terroristen tussen zitten. We kunnen niet alle vluchtelingen opvangen, maar er moet vanuit Bijbels perspectief ruimte blijven voor de meest kwestbaren, zoals christenen en andere minderheden. Kortom: Hoofd koel, hart warm.”

Sommige christenen kiezen voor de seculiere PVV uit vrees voor de Islam.
“Angst voor islamitisch gevaar kunnen wij ons goed voorstellen. In streng islamitische landen zie ik hoe onze broeders en zusters worden vervolgd. In Irak sprak ik met een vrouw, wier man professor aan een universiteit was geweest, maar daar wegens zijn geloof in Christus ontslagen. Hij werd taxichauffeur,
door jihadisten aangehouden omdat hij een kruisje op zijn spiegel had en kreeg achttien kogels door zijn lijf. Ik zie de verschrikkelijke kant van de radicale Islam. Ook als ik christelijke asielzoekers in azc’s spreek, die hadden gehoopt in Nederland veilig te zijn met hun christelijke achtergrond en alsnog worden bedreigd door moslims. Ik praat met hen en daders moeten worden achterhaald. Als mensen hier onze vrijheid komen misbruiken door anderen hun vrijheid te ontnemen, moet daar hard tegen worden opgetreden. Kan zelfs betekenen dat daders terug worden gestuurd. Als zij zich niet houden aan onze waarden en normen, laten zij hun geloof dan uitleven in Saoedi Arabië. Ja, dat kost af en toe een hand of een oog, maar dat is de Islam die ze daar kennen, met ook nog altijd de doodstraf op bekering.”
 
Geen evangelisatie partij
De CU is een politieke partij met een boodschap, maar geen evangeliserende organisatie, zegt hij. “Wij zijn een partij van christenen maar voor iedereen, omdat Gods richtlijnen een leefregels voor iedereen goed zijn.”
Soms worden, op grond van niet christelijke motieven die seculiere partijen – zoals GroenLinks en D66 – er op nahouden toch gelijke standpunten gedeeld. Bijvoorbeeld als het gaat over sociaal economische onderwerpen, klimaat, milieu, migratie en de schepping, die de CU graag bewaakt en aan volgende generaties doorgeeft.
 
D66 lijkt jullie sterkste tegenstander.
“Op sommige punten is dat zo, zoals de medisch-etische, op andere kunnen wij goed samenwerken. Dan komen wij via verschillende motieven tot dezelfde conclusie. Wij vinden elkaar bijvoorbeeld in de opvatting dat je duurzame SCHONE energiebronnen moet ontwikkelen, in plaats van de olie uit Saoedi Arabië, waar we vervolgens geen kritiek op mensenrechten en verdrukking van christenen mogen hebben. Ook over het asielbeleid hebben wij constructief met D66 samengewerkt. En we stelden wel samen convenanten op, zoals het Woon-, Zorg- en energie-akkoord. Maar over Europa denken wij weer anders. D66 wil eigenlijk toegroeien naar een federale unie en wij vinden de EU alleen  noodzakelijk voor grensoverschrijdende zaken als handel, milieu, terrorismebestrijding en migratie. Maar zaken als gezondheid, onderwijs en belastingen moeten nationaal blijven.”
 
Er zijn christenen die de CU te links vinden.
“Wij zijn niet links of rechts, maar christelijk-sociaal. De Bijbel roept ons op om te zien naar weduwen, wezen, armen en vreemdelingen. Dat nemen wij heel serieus en zien wij ook in het leven van de Here Jezus. Hij keek om naar mensen die onaanraakbaar waren, degenen die veroordeeld werden wegens overspel of veracht omdat zij belastingen inden.”
 
Politiek is geen theologie, weet hij. “Je kunt twee dingen doen: Een getuigenispartij zijn en van de zijkant zeggen hoe kwalijk de wereld is of verantwoordelijkheid nemen, constructief meedenken en met alternatieven komen. Wij doen dat laatste, met behoud van Bijbelse principes.”
 
Scheiding
De ChristenUnie staat strikte scheiding tussen kerk en staat voor. “Wij hebben de kwalijke gevolgen ervan gezien toen die twee nog één waren. Heel gauw worden dan andere gelovigen benadeeld. De overheid moet het goede zoeken voor iedereen. Maar niemand in de politieke arena is neutraal. Iedereen komt met een eigen overtuiging binnen. Dat kan een liberale of socialistische zijn. En wij komen binnen met ons geloof. Dat hoeven wij niet aan de kapstok te hangen als wij van huis gaan.”
 
Ook binnen de fractie vindt men zowel reformatorische christenen als de volbloed evangelische domineeszoon Voordewind, die lid is van de Vineyard gemeente in Amsterdam. Maar men is het binnen het orthodoxe CU-smaldeel over de kern van het Evangelie eens, benadrukt hij. “Wij geloven allemaal dat de Bijbel het Woord van God is, van kaft tot kaft, dat Christus is gekruisigd en opgestaan tot vergeving van onze zonden. Maar bijvoorbeeld over de doop zijn we het niet eens. Hoeft ook niet, om politiek te bedrijven. Het gaat niet om een theologische discussie in Den Haag, maar om het meeregeren van het land. Als wij elkaar theologisch blijven bestrijden, zou iedereen misschien één zeteltje hebben, maar niet hebben kunnen meeregeren in Balkenende 4. Je moet kijken waar je elkaar kunt vinden en dan samen zout en licht zijn in deze wereld.”
 
Waarom zijn er dan drie christelijke partijen?
“Ze leggen verschillende accenten. Zoals er ook verschillende kerken zijn.
Het zou een groter getuigenis zijn als we als christenen meer éénheid konden uitdragen. Anderzijds hebben we in dit land vrijheid van religie. Wij zijn er van overtuigd dat ons programma de Bijbel reflecteert, maar zullen de collega christelijke partijen niet de maat nemen. We werken trouwens goed samen met  SGP en CDA, bijvoorbeeld over medisch-ethische kwesties.”
 
Voorheen was de ChristenUnie vooral een reformatorische partij.
“Tegenwoordig is ongeveer een derde van onze achterban evangelisch. Ik was het eerste Kamerlid uit die hoek. Begin jaren 2000 hebben we met de vice-voorzitter van de VPE nog de Werkgroep Evangelisch binnen de CU opgericht. Inmiddels zijn ook de statuten veranderd. Die verwezen naar de drie formulieren van enigheid, waar veel evangelische christenen niet mee konden instemmen, tegenwoordig is er ook een verwijzing naar de Lausanne Verklaring uit 1974. Het mooie daarvan is dat daarin voor het eerst de evangelische beweging ons opriep betrokken te zijn bij de nood in de wereld. Ik zie nu vooral evangelische jongeren achter een mix van sociale betrokkenheid, de waarde van het leven en een levende relatie met God staan.”
 
Opwekking
Hij ziet traditionele en evangelische kerken meer naar elkaar groeien. “Ik voel mij thuis in de evangelische beweging. Maar je ziet dat bijvoorbeeld ook de pinksterconferentie van Opwekking is veranderd. Vroeger werd die voor 80, 90 procent bezocht door evangelische, vooral charismatische, mensen. Inmiddels zijn die niet meer in de meerderheid, denk ik. Er komen mensen uit de gereformeerde gezindte en de PKN. Daar wordt ook steeds meer uit de Opwekkingsbundel gezongen en krijgt de werking van de Heilige Geest meer aandacht.”
 
Intussen wordt over allerlei geestelijke dingen niet meer gesproken, omdat daardoor de éénheid in gevaar zou komen. Je moet het niet meer hebben over de doop, de opname, het chiliasme, om maar wat te noemen.
 
“Ik vraag mij af of dat erg is. Als ik kijk naar de jaren 60 en 70, hoe verdeeld men toen was, dan ben ik blij dat kerken elkaar nu meer vinden. Dat we uitgaan in de wereld naar mensen die de Here Jezus niet kennen, Gods verzoenend werk in Christus verkondigen, van Zijn opstanding, genade en liefde getuigen. Je kunt wel heel veel theologische discussies onderling hebben, terwijl we vergeten waarvoor we als Kerk zijn opgericht.”
 
==============================================================

Oud PvdA-er
Joël Voordewind werd geboren (1965) in Sleen, groeide op in de Bijlmer als zoon van de voorganger van de oudste Pinkstergemeente in Nederland, die later militair predikant in Utrecht werd. Hij studeerde politicologie en internationale betrekkingen aan de VU. Na zijn studie was hij korte tijd medewerker van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer. “Dat had met mijn persoonlijke ontwikkeling te maken. Pronk (ook zoon van een dominee, red.) sprak mij in die tijd aan, omdat hij het overtuigend over mensenrechten en gerechtigheid in de wereld had vanuit zijn geloof”, zegt hij. “Later ging ik mij er meer in verdiepen, werd mijn geloof persoonlijker er kwam ik er achter dat de Bijbel méér vertelt dan alleen iets over internationale gerechtigheid.” Hij zag ook de waarde van de beschermwaardigheid van het leven, liefde voor Israël en het Joodse volk en de kwalijke aspecten van drugsverslaving en vrouwen die verstrikt raakten in prostitutie. “Zaken waar de PvdA toen anders over dacht. Gelukkig zijn zij de laatste jaren weer anders gaan denken, want samen met de PvdA maakte Gertjan Segers een wet om illegale prostitutie aan te pakken en uitstapprogramma’s te financieren.” Voordewind stapte in 1999 over naar de CU, maar was eerst werkzaam voor tal van evangelische organisaties, zoals Jeugd met een Opdracht, Dorcas en Tear. Politiek was hij voor de CU ook lokaal en provinciaal werkzaam. Hij is getrouwd met Deborah Timman en samen hebben zij twee kinderen.