Stralender dan de sterren

0
400
Een ster die de geboorte van een koning aankondigt, heeft hij nog nooit gezien. Maar voor de rest heeft de sterrenhemel niet zoveel geheimen voor Joris D’Joos uit het Belgische Tongerlo. In zijn jonge jaren – nog niet zo lang geleden, want hij is nog maar halfweg de dertig – een ijverig student met een bijzondere belangstelling voor het heelal. Hij specialiseerde zich in de natuurkundige wiskunde en de sterrenkunde. Het bracht hem een enorme bewondering voor de Maker van het universum bij. In het dagelijks leven is Joris tegenwoordig wiskundeleraar en daarbuiten oudste van een evangelische gemeente. Maar de fascinatie voor de sterren is altijd gebleven …

Door Don Zeeman

Met het blote oog zien de hemellichamen er als nietige puntjes uit. Een telescoop helpt om alles een beetje beter te bekijken. Zo kun je het verschil tussen een ster en een planeet zien (een ster is een puntje, een planeet een schijfje), maar de fenomenen die we bestuderen, zijn enorm ver van ons verwijderd. Hoeveel sterren er zijn, valt onmogelijk te zeggen. We zien ook maar een fractie van alles wat er aan de hemel schittert. Zelfs als wolken het zicht niet versperren, hebben we nog last van ‘lichtvervuiling’. Wat dat betreft had Joris een voordeel: hij groeide op in de landelijke Kempen, waar het dikwijls nog echt donker kan zijn. ’s Avonds, als hij zijn studieboeken dicht deed, trok hij er op uit met de hond. Het uitlaten kon lang duren als Joris naar de sterren staarde – maar de hond klaagde niet. “Als ik zo naar boven keek, kwamen er allemaal vragen bij me op: wat is een ster eigenlijk, hoe komt het dat die schijnt en wat maakt dat die altijd maar blijft schijnen? Ik wilde al die dingen weten. Maar vooral maakte het kijken naar de sterren dat je jezelf heel klein voelde in het enorme heelal. Dat gaf een gevoel van diep ontzag”.

Ontzag
Hoe meer iemand te weten komt over de afstanden en verhoudingen in de ruimte, hoe dieper het ontzag wordt. Ons zonnestelsel is maar een van de vele in de Melkweg en er zijn talloze sterrenstelsels, vaak veel groter dan de onze. Joris: “Als je onze zon vergelijkt met andere sterren, dan is de zon een erwt en zijn sommige van die andere sterren een bowlingbal. Maar als je de zon beschouwt als een bowlingbal, dan is onze aarde een erwt. Eigenlijk is ‘onze zon’ maar een dwergsterretje in het heelal en stelt onze aarde niets voor. Dan is het toch wonderlijk dat God juist met onze planeet zulke bijzondere plannen had en ook nu een speciale aandacht heeft voor alles wat er zich hier afspeelt”.

Wetenschap
De sterrenwereld wordt al sinds de oudheid intensief bestudeerd. Zelfs zonder moderne hulpmiddelen als supertelescopen kan er veel ontdekt worden. De Bijbel vertelt over de ‘wijzen uit het Oosten’ die een bijzondere ster zagen en daaruit concludeerden dat er een nieuwe koning geboren was. Ze waren zo zeker van hun zaak, dat ze er een verre reis voor over hadden om dat bijzondere kind te zoeken. Nog altijd is het gissen wat deze mannen precies zagen – er bestaan verschillende theorieën en de geleerden zijn het er niet over eens hoe ze het verschijnsel moeten verklaren. Feit is wel dat de geschiedenis van de wijzen een vast onderdeel geworden is van het Kerstverhaal.

De wetenschap staat inmiddels heel wat verder dan in het begin van onze jaartelling. Het ontstaan van het heelal wordt door academici nu meestal verklaard als het gevolg van de oerknal. Een theorie die Joris niet echt overtuigt: “Als ik naar de sterren kijk, denk ik niet: wat een geweldige knal, maar wel: wat een prachtige Schepper. In de kosmologie wordt God doorgaans buitenspel gezet, maar ik houd me voor ogen dat veel dingen die als vaststaand gepresenteerd worden, in feite maar theorieën zijn. In de media worden zaken met grote stelligheid beweert, terwijl een professor in een college zich veel voorzichtiger zal uitdrukken. Wetenschappers hoeven niet mee te gaan in het seculiere verhaal en er zijn er veel die echt in de schepping geloven.”

Kern
Het klinkt wat vreemd wanneer een wetenschapper toegeeft dat hij niet alles weet, maar voor Joris is dat geen probleem: “Misschien ben ik een atypische wetenschapper. Ik ben in veel dingen geïnteresseerd, maar er zijn dingen die mijn petje te boven gaan. Geldt dat niet voor iedereen? Natuurlijk, God heeft de mens nieuwsgierig gemaakt en er zijn veel dingen die we kunnen ontdekken. Op zich is er niets mis met de wetenschap. Maar ik zie in de Bijbel (Deut. 29:29) dat de verborgen dingen voor de Here zijn en de geopenbaarde dingen voor ons en voor onze kinderen. Ik heb er dus geen problemen mee als ik iets niet weet. Ik ben misschien ook niet echt een kenner. Ik noem me liever een verwonderaar – of bestaat dat woord niet?”.

Als je aan Joris vraagt was het belangrijkste is wat een mens zou moeten weten, dan is hij duidelijk: “Een mens mag beseffen dat er een Schepper is, die hem liefheeft en aanvaardt zoals hij is. God zelf die het de moeite waard vond om Zijn Zoon naar de aarde te zenden om de schepping te redden. God houdt van ieder mens, hoe nietig die in het heelal ook is. Iedereen mag bij Hem komen, iedereen is welkom, van welke achtergrond hij of zij is, welke problemen een mens ook heeft”. Daarmee komen we bij de kern van het evangelie: God die de wereld liefheeft en er alles voor over heeft om met ieder mens een relatie te hebben. Nieuws dat stralender is dan de sterren …