Door Rineke Peterson
Iedereen die is opgegroeid met een kinderbijbel heeft ongeveer hetzelfde plaatje in zijn hoofd: Adam werd geschapen, Adam voelde zich alleen, Adam vond onder de dieren zijn gelijke niet, God bracht Adam in een diepe slaap, God nam een rib uit zijn lijf en vormde daaruit de vrouw, God bracht Eva bij Adam en Adam was gelukkig. Toen maakte Eva een stomme fout en ze lokte Adam mee in die fout. Adam en Eva werden hiervoor gestraft en toen was het geluk voorbij. Maar dit is het verhaal vanuit Adams perspectief. Laten we het nu eens vanuit Eva’s perspectief bekijken.
Op een dag doet Eva haar ogen open en dan ziet ze zichzelf. Ook ziet ze God bij haar staan en ze vraagt Hem: Wie bent U? En wie ben ik? God zegt dan: ‘Ik ben God. Ik heb jou gevormd en jou leven ingeblazen. Jij bent een mens, een vrouw om specifiek te zijn.’ Maar Eva begrijpt nog niks, dus ze vraagt: ‘Wat is een mens? En wat is een vrouw?’ Dan zegt God: ‘Jij bent een mens. Je leeft, hebt een lichaam, dat is wat je ziet, je hebt een ziel, dat is hoe je je voelt, en jij hebt een geest. Daarmee kun je met Mij praten. Er zijn ook andere levende wezens. Dat zijn dieren. Maar die hebben geen geest. Jij bent als mens dus heel speciaal. En als vrouw al helemaal.’
Een klein beetje begint Eva het nu te snappen, maar dat van die vrouw begrijpt ze nog niet helemaal. Dus gaat ze verder met vragen: ‘Maar wat is dan een vrouw?’ ‘Nou,’ legt God uit, ‘een vrouw is een mens, net zo als een man een mens is, maar dan een beetje anders. Een man heeft ook een lichaam, een ziel en een geest, maar een man is anders gebouwd dan een vrouw. Een man is bijvoorbeeld veel gespierder gebouwd dan een vrouw. Dat maakt een man sterker. Een man denkt ook anders dan een vrouw en is in staat om in noodsituaties rustig te blijven, terwijl een vrouw zich al snel door emoties kan laten meeslepen.’
Uiteraard snapt Eva hier maar bar weinig van, want wat zijn noodsituaties? Ze laat dat punt maar even rusten en gaat verder met de tweede van de meest wezenlijke levensvragen: ‘Wat is mijn doel hier?’ God schraapt Zijn keel eens en zegt dan: ‘Nou, dat zal Ik je zeggen. Ik heb je gemaakt als hulp voor de man.’ En nu is God haar echt kwijt. Hij hoort het kraken in haar bovenkamer en geeft haar even de tijd om het te verwerken. Als ze er echt niet uitkomt, zegt ze: ‘Maar God, als die man zo goed en sterk en slim is en zo, waar moet ik hem dan mee helpen?’ God grinnikt en zegt dan: ‘Dat, Eva, zal Ik je nu laten zien.’ En Hij brengt de vrouw bij de mens. En wat is het eerste wat Eva ziet? De man slaapt! Hij slaapt! Zijn mond is half geopend en er loopt een spoortje kwijl uit zijn mondhoek naar beneden. En dan zegt ze tegen God: ‘Oké, God. Ik begrijp het. Ik moet hem wakker maken.’
Vooruit, ik geef het toe. Dit is fictief. Misschien was Adam wel wakker toen God de vrouw bij hem bracht, maar toch is de gedachte niet raar. Mannen zijn geweldig mooi gemaakt door God, maar het valt mij toch wel op dat zij het vaak zijn die geestelijk slapen. Veel mannen nemen hun verantwoordelijke positie niet in. Vrouwen zijn vaak verder in hun relatie met God dan mannen, en vrouwen hunkeren vaak ook naar meer van God. En wat doet de man? Die slaapt. Die vindt het vaak wel prima en ziet niet dat zijn vrouw een behoefte heeft om niet alleen lichamelijk, maar vooral geestelijk één te worden. Mannen, vraag het eens aan je vrouw. Vraag haar eens of ze gelukkig is met haar geestelijke leven zoals het nu is. Vraag haar eens of ze geestelijk voldoende gevoed wordt op de plek waar ze nu is, in de kerk waar ze nu heen gaat. Mannen, het is jullie verantwoordelijkheid dat zij geestelijk tot bloei komt. Alsjeblieft mannen, blijf niet slapen. Word wakker!